Rood, blauw, cyclaamroze. Strepen. Geborduurde randjes. Kralen. Armbanden. Kettingen. Veren. Ik kom ogen te kort. Wat een rijke versieringen. Er zijn hier zoveel mensen in klederdracht. We staan midden op de markt van Guamote. Een traditionele inheemse markt in een vrijwel onbekend bergdorpje in de Andes. Uit allerlei omliggende bergdorpen zijn de indianen, indigenas, toegestroomd. Ieder met hun eigen klederdracht. De mannen dragen veelal een poncho. De dames zijn uitbundiger in hun dracht. Elke straat is gevuld met kraampjes, met mensen, met dieren, met dingen. Met moeite sla ik rechtsaf. De andere kant op richting de dierenmarkt die alleen ’s morgens gehouden wordt. In de straat klinkt het geluid van blatende schapen en gillende varkens. De dieren worden aan een lijntje meegenomen. Vermoedelijk zijn ze net van eigenaar gewisseld. Gedwee lopen ze mee. Pick-ups zijn volgestouwd met mensen en dieren. Links op een heuvel staan paarden en ezels met hun eigenaren. Wij lopen door richting een pleintje waar drommen mensen staan. Het is de markt voor kleine dieren. Kippen, eenden, kwartels èn cavia’s.
John en ik lopen als vreemde eenden ertussen. Op het eerste gezicht gebeurt er niet veel. Men staat een beetje bij elkaar en praten wat. Bij hun voeten liggen grote zakken of manden. Het is heel druk en moet ik oppassen om niet op een zak te gaan staan. Als ik lang genoeg naar de zakken kijk, zie ik die bewegen. Ze zijn gevuld met kip of cavia. Ik aai een cavia en dat is raar gedrag in een gemeenschap dat deze dieren als voedsel ziet. De cavia, het arme dier, is hier een delicatesse en wordt klaargemaakt voor speciale gelegenheden. Het is een raar idee voor ons. “Waar dient de cavia anders voor?” zeggen ze hier. We staan stil om mee te krijgen hoe het werkt. Een vrouw loopt met een kip onder haar armen waarschijnlijk net gekocht of misschien wel geruild. Kleine kinderen hangen in een doek achterop bij moeder. Even verderop heeft iemand interesse in een cavia. Deze wordt net achter zijn kop opgetild en van alle kanten bekeken. Stil ondergaat het beestje zijn lot. Even daarvoor kwam schrikkerig geoink uit zijn bekkie. De aspirant-koper staat met een stalen gezicht de verkoper te woord. Is de koop beslecht dan verdwijnt het diertje in een zak en wordt deze overhandigd aan de nieuwe eigenaar.
De koeien-, varkens- en schapenmarkt is wat heel wat luidruchtiger. Schapen blaten in het wilde weg. Koeien loeien en de varkens gillen moord en brand als zij iets moeten doen tegen hun zin. Kleinere exemplaren worden met kop en staart beet gepakt. De grotere, zo’n 300kilo, zijn niet te tillen en worden voortgeduwd door verschillende personen. Wij vallen natuurlijk op maar kunnen ons vrijelijk bewegen. Als we tussen de Andesbewoners op het stoeprandje plaatsnemen, eerst goed kijken of er geen poep ligt is, hebben we algauw aanspraak. Een oude man wil weten waar we vandaan komen. “Nederland.” Het zegt hem niets. Dit keer geen verwijzingen naar ons voetbal en Amsterdam. Verder wil hij weten hoe lang we blijven en waar we naar toe gaan. Ik antwoord zo goed als ik kan. Wat een kleurenpracht en wat is er veel te zien. Dames maken nieuwe leidsels voor de dieren. Anderen verkopen koek, warme maaltijden en broodjes.
Er wordt gegeten en gedronken. Echt veel verhandeld wordt er niet meer. De beste deals zullen al eerder op de ochtend plaats hebben gevonden. Terug in het plaatsje is de markt in nog volle gang. Net gekochte dieren zijn vastgebonden aan de treinrails die dwars door het plaatsje heen gaat. De markt is heel divers. De ene straat verkoopt men kruiden. In andere zijn er droge producten te vinden zoals maïs, pasta en rijst. Het verbaast me, verwonderd me, nee het verheugd me dat ik nog steeds producten tegen kom die ik nog nooit gezien heb. Vreemde vruchten of schors. Doeken, rokken, riemen, geweven linten voor het haar. In allerlei kleuren en patronen ligt het hier te koop. John heeft zelfs een nieuw hoesje voor zijn mobieltje kunnen vinden. Ook hier zijn we maar gaan zitten omdat er zoveel om ons heen gebeurd. Koeriers met bakfietsen rijden met waar of aankopen tussen de kraampjes, in de drukke smalle straten en de vele mensen.
Vrouwen met hun draagzak op hun rug die volgestouwd is met lente-uien, een kind of andere zaken. Zelfs hele matrassen worden op de rug meegedragen.Later zit ik alleen op een randje langs het spoor. John is terug naar het guesthouse. Ik kijk mijn ogen uit. Voor me is de groente en fruitmarkt. Het is een lust voor het oog. Veel en groot. Er liggen echt enorme witte kolen. Een gezin van 10 personen heeft daar genoeg aan voor 1 dag, krijg ik als antwoord als ik ernaar vraag. Wat een rijkdom om uit te kunnen kiezen uit zoveel aanbod. Zou Humboldt dit bedoelen met rijkdom? Het valt me op dat de kinderen rustig bij hun ouders zitten of soms meehelpen. Naast me op een bankje zit een moeder met een aantal kinderen. Ze hebben een zak fruit gekocht en zijn die helemaal leeg aan het eten. Ik krijg er ook een paar toegeschoven. Het is een voor mij onbekende vrucht. Zoet en sappig. Ze lachen om mijn naam en mijn uitspraak als ik die van hen herhaal. Ik maak zo onopvallend mogelijk foto’s. Wat onmogelijk is. Ik zie dat iemand stiekem een foto van mij maakt met zijn mobieltje. Er komen hier niet zoveel reizigers en daardoor zijn wij hier net zo’n bezienswaardigheid als de markt voor ons. Alleen al door onze lengte. We steken overal bovenuit. En net hier in deze plaats ontmoeten wij vier gezellige Nederlanders.
Ik lig wakker. Net. Ik ben wakker geworden door iets onbekends. Iets wat ik nog niet eerder gevoeld heb. Mijn brein probeert in vliegende vaart connecties te maken zoekt naar eerdere ervaringen. Verbindingen maken met iets waar ik het aan kan refereren. Het bed schudt zachtjes heen en weer. “John, wat doe je?” Het is het eerste waar mijn hersenen aan denken. Dat John mij heen en weer schudt om me wakker te maken. Maar waarvoor? John doet helemaal niets en ligt naast mij. Het schudden wordt heviger. Het gebouw kraakt en piept. “Een aardbeving! John, het is een aardbeving.” Niet-wetende wat te doen blijven we liggen. Het kraken houdt op. Het schudden ook. Alles is weer stil alsof er niets aan de hand is geweest. Half slaapdronken hoor ik in de verte honden blaffen. Vrijwel direct erna begint het bed opnieuw te schudden, het huis te kraken en tegels in de badkamer te tingelen. Het is heftiger dan de eerste keer. Mijn gewaarschuwd brein is alert en zet me aan om na te denken over wat te doen bij een aardbeving. We slapen op de bovenste verdieping. Het huis is van hout. De dakconstructie is van bamboe. Dat is goed. Dat materiaal beweegt mee. John zoekt het op internet: op je bed blijven liggen als je daar al ligt, onder een tafel gaan zitten of onder een deurpost gaan staan. Ik stap uit bed en grijp spullen die handig zijn om bij ons te hebben als het mis blijkt te gaan en ga weer op bed liggen. Vlak daarna houdt het op alsof het nooit begonnen is. Op internet verschijnt vrijwel direct het bericht dat Ecuador getroffen is door een aardbeving op de grens met Peru een kracht van 7.5 op de schaal van Richter. De tweede verschijnt ook 5.5. Het epicentrum van de laatste lag iets dichterbij. Van slapen komt niets meer. Bij het ontbijt is het gesprek van de dag. De president van Ecuador heeft mede gedeeld dat de schade meevalt. Gelukkig.
We slapen in een guesthouse met een bijzonder project. Inti Sisa. Het helpt de gemeenschap aan werk, onderwijs en voedsel. De markante Vlaamse, Eva, vertelt over het project en over het leven in de Andes. Ze praat honderduit en haar mond valt zelden stil. Haar betrokkenheid is enorm. Het gebied is onderontwikkeld. De regering trekt maar weinig geld uit voor goed onderwijs en zorgvoorzieningen in vergelijking met andere regio’s. Het leven is zwaar.En men klaagt niet, volgens Eva. Ze nemen het leven zoals het komt. Ze neemt ons mee naar kleine gehuchtjes en het natuurpark Sangay. Overal wordt ze met enthousiasme begroet. En haar begroeting terug is even zo warm en spontaan. Het is een tour zonder poespas maar wel een met passie. We krijgen een klein beetje over het dagelijkse leven mee. Onderweg nemen we mensen mee achter in de pick-up. Een herderin loopt midden op de weg met haar kudde. Een man zit op een paard en draagt traditionele broek van wol. Het weer zit niet echt mee het is somber en bewolkt. De indianen, indigenas, vallen met hun gekleurde kleding hierdoor extra op in het landschap.
Op deze hoogte verbouwen ze voornamelijk maïs, aardappelen en bonen. Groente en fruit wordt nauwelijks gegeten. Eva deelt dat uit op het dorpsschooltje. Na de overvloed van gister op de markt kan ik me dat haast niet voorstellen. Het steppegras is heerlijk om tegen aan te zitten en heel goed materiaal om een dak van een huis mee te bedekken. Als versiering of als versteviging liggen er vlechten bovenop. Eva vertelt over de saamhorigheid en hulpvaardigheid in deze leefgemeenschappen. De mensen helpen elkaar met het werken op het land om te ploegen en te oogsten als de tijd om meer handen vraagt. Een dak plaatsen op je huis doen ze met velen omdat het simpelweg in je eentje niet lukt. Het steppegras wordt van de hoger gelegen delen gesneden en naar het dorp gebracht. Dat kost veel tijd en mankracht. Als dank wordt iedereen uitgenodigd voor een maaltijd. Men staat hier voor elkaar klaar. Ik weet niet of Humbolt dat bedoeld heeft maar dat noem ik rijkdom. Het omkijken naar elkaar. Het interieur van een huis is eenvoudig. Een vuurplaats of als je die kan betalen een gastoestel, een bed, een plank met wat potten en pannen. Alles in 1 kleine ruimte zonder ramen. Ik zie weinig of geen persoonlijke spullen als foto’s of hebbedingetjes. Alles is aanwezig om te leven in eenvoud. De was wordt met de hand gedaan op een stenen plaat. Cavia’s lopen rond. Wol wordt met de hand gesponnen en geweven. Helaas zal deze nijverheid verdwijnen met de import van stoffen uit goedkope landen en het machinaal weven. Ik vergeet bijna te vertellen hoe mooi het landschap is. En hoe ongelooflijk rijk ik me voel om hier te zijn en het mee te beleven. Reizen verrijkt.
Ecuadorians are strange and unique beings, they live in poverty amid incomparable wealth
-Alexander von Humboldt-
7.5 op de Richter schaal! dat kan tellen … wat mooi die warme kleuren … wat een spannend en prachting avontuur zeg! geniet ervan
Wat een kleuren rijkdom, en hoe vreemd om opnieuw van je te horen hoe veel mensen nog dichtbij de natuur leven en daar gelukkig mee kunnen zijn. Al heel lang denk ik dat dat niet meer bestaat door radio televisie internet etc. Maar het kan dus nog wel. Is het niet lastig om daar los van te komen? John heeft een hoestje voor zijn mobieltje, aha, dat ken ik, van de action.. zelfs dat kan dus naast elkaar bestaand: consumptie versus ZIJN, twee werelden.
En ook een aardbeving……. vanuit hier ook dankbaar dat het goed is afgelopen.
Blijkbaar heb ik dit stukje nieuws gemist, maar jullie avontuur wordt steeds avontuurlijker.
En nu begint een ander immens avontuur!
Knuffel voor jullie!!
Weer een prachtig verhaal, maar ook wel schrikken als je een aardbeving zo dichtbij meemaakt.
Als ik alles zo lees, zijn we hier wel heel ver van de natuur bezig, ook al werk ik graag in de tuin en ben ik veel met de vijver bezig.
Groet
Leon