welkom
“Oh ,die is mooi,” roep ik uitgelaten. Vanaf onze kuip aanschouwen we een spetterende vuurwerkshow. Zeker een kwartier lang gilt en knalt het om onze oren. De een na de andere prachtige vuurpijl spat voor onze ogen uit een. “Speciaal voor ons om onze aankomst te vieren,” fantaseer ik erbij. Dat is natuurlijk niet zo. Bij navraag is het is ter ere van Guy Fawkesday. In 1605 is er een bomaanslag gepleegd in Engeland en dat vieren ze hier. Mij maakt het niet uit. Ik beschouw dit vuurwerk als de onze. Dit feest is de eerste uit de reeks mengelmoesfeesten. Zeilers nemen ieder hun eigen cultuur en gebruiken mee. Zo vieren regelmatig een feest van andere wereldburgers zoals Thanksgiving met Amerikanen in november. Gek genoeg ontstaan door de Engelandvaarders waarbij de feesten van 3 oktober in Leiden als voorbeeld dienden. Nieuw Zeeland kent ook een mengelmoes aan culturen. Nadat Maori’s het land in bezit genomen hadden, kwam Abel Tasman in 1642. Noemde het Nieuw Zeeland en maakte zich snel uit de voeten door de vijandigheid. Ruim 100 jaar later wordt het land geclaimd als Brits Koninklijk grondgebied door captain Cook. Het duurde nog wel 100jaar voordat de emigratie uit Groot Brittannië echt goed opgang kwam. Na de tweede wereld oorlog settelde ook Nederlanders zich in het mooie Nieuw Zeelandse land. Vanavond, zo’n vierhonderd jaar na Abel krijgen wij vermoedelijk eenzelfde onthaal als hij. Weliswaar in scène gezet maar toch. De dreiging die ervan uit gaat, komt angstaanjagend goed over. Rollende ogen kijken me aan. Wijd opengesperd. Een tong ver uit de mond gestoken. Voor me staan schaars geklede potige mannen en hun lichaamstaal liegt er niet om. De bewegingen zijn machtig en overweldigend. Het geluid is robuust en energiek. Maori doen de Kapa Haka met hun iconische Pukana en Whetero; opengesperde ogen en uitgestoken tongen. Alles om de vijand intimideren. In dit geval imponeren ze het publiek. We zijn op een welkomsfeest speciaal voor de wereldzeilers georganiseerd door de plaatselijke middenstand.
Sint met alles erop en eraan
Dagen staan Minke en ik in de keuken. We proeven en snoepen. De geuren in de boot liegen er niet om. We mixen, we kneden, we rollen en draaien. Dit beloofd heel lekker te worden. Vandaag maken we kruidnoten en gevulde speculaas van zelfgemaakte speculaaskruiden. We ruiken aan de kruiden. Nootmuskaat en kruidnagel voeren de boventoon. Voor de zekerheid doen we er nog een extra schep kaneel door. Het deeg voor gevulde speculaas is al klaar en ligt zeker een uur in de koelkast om op te stijven. Spijs hebben we twee dagen geleden al gemaakt. Ook dat ligt in de koelkast om de smaken te laten rijpen. We volgen nauwkeurig het recept. 250gr is voor 70 kruidnoten. “Dat is 10 per persoon,” rekent Minke uit en ze kijkt me daarbij vragend aan. “Oké, dubbele hoeveelheid,” beantwoord ik haar vraag. Tien is aan de krappe kant. Dus 140 draaihandelingen zijn nodig. Ons amateur bakkerstempo ligt niet zo hoog. Zeg gerust langzaam. “We zijn nog wel ff bezig zo.” “Dan doe je er toch 2 tegelijk,” oppert Jaap.” Jaap staat op en in een handomdraai heeft hij twee bolletjes in zijn hand. Verbaasd kijk ik naar de twee ronde balletjes. Nooit in mijn hoofd opgekomen om 2 tegelijk te draaien. Ik zie direct de hoeveelheid soepballetjes bij moeder thuis. Wat een tijdwinst zou dat geweest zijn als ik niet 1 maar 2 gedraaid zou hebben. Het vergt wat oefening maar verhip ik heb er 2. De bolletjes mèt deukje liggen keurig gerangschikt op de plaat. De oven gaat open, bakplaat er in en in een klein kwartiertje zijn ze klaar. Tijd om af te koelen zodat ze knapperig zijn, krijgen de kruidnoten amper. Veel te heet verdwijnen de eersten in onze mond. Het vraagt wat kunst en vliegwerk om zonder mijn tong te verbranden te proeven. Maar het is het waard; onbetaalbaar lekker. Als de laatste lading in de oven verdwijnt, is het de beurt aan de gevulde speculaas. Spijs en deeg komen uit de koelkast. In twee stukken verdelen we het deeg. Minke rolt het uit tot een mooie platte lap. Elk hoekje van de schaal krijgt een laagje deeg. Een flinke laag spijs alvorens het af te dekken met de toplaag. Secuur verdeel ik de amandelen over het deeg zodat straks elk aangesneden stukje er 1 heeft. Wanneer de schaal uit de oven komt, moeten we bijna op onze handen zitten om niet al te snoepen. Het ziet er werkelijk heel professioneel uit. Prachtig glimmend en elke amandel goudgeel verkleurd.
Vorige week zijn we op zoek gegaan naar kleine cadeautjes. Een pracht excuus om in werkelijk alle winkels te struinen. Als 2 kleine kinderen tellen we ons geld en besluiten we of we het cadeautje wel of niet kopen. “Dit is wat duurder maar de anderen waren weer goedkoper.” Dat dus. We hebben de grootste pret in de kringloopwinkel als we echte kiwi boeken vinden; over de taal, het eten, het landschap van Lord of the Rings. Ergens in het vooronder heb ik nog inpakpapier liggen. Echt Sinterklaaspapier. Want dat gaan we doen. Sinterklaas vieren met alles erop en eraan. Twee weken geleden hebben we de uitnodiging gestuurd. Een heus gedicht maar dan in het Engels want onze gasten komen uit Duitsland en Amerika. Morgen is het 5 december en hoeven we alleen nog de chocolade letters te maken. Vroeg in de ochtend gaan we van start. Opnieuw volgen we het recept nauwgezet. De chocola au bain marie opwarmen en af laten koelen. Koude chocolade toevoegen voor een mooie glans. De opgeklopte zachte boter erbij. In de spuitzak en dan een sierlijke banketbakkers letter maken. Makkelijk zat. Ik knijp in de zak. Niets komt er uit. Nogmaals. Met twee handen knijp ik zo hard als ik kan terwijl Minke de spuitzak dicht houdt. De chocolademassa is echter niet van plan naar buiten te komen. Het spuitmondje is veel te klein. Een andere dan maar. Minke is nu aan zet. Het goddelijk goed kruipt naar buiten over het patroon van de letter. Sierlijk? Nou niet echt. De onze ziet eruit als een vers gedraaide hondendrol. We gieren het uit. Als het maar smaakt, besluiten we. We proeven. We kijken elkaar aan. Het smaakt mierzoet en botervet. Een goedkope pralinévulling. Tegen beter weten in en voor het gemak hebben we smeltchocolade gekocht terwijl elke chocolatier rept over chocola van goede kwaliteit. Stom zeggen we nu. We wachten tot het afgekoeld is maar de chocola blijft zacht. Het stijft pas op in de koelkast om vervolgens weer zacht te worden wanneer het uit de koelkast komt. Geen succes. Dan maar zonder boter. We warmen opnieuw de choco en ongeduldig als we zijn, wachten we veel te kort. “Als jij je hand eronder houdt dan lukt het wel.” Braaf doe ik wat me opgedragen is. Met mijn vinger houd ik het spuitmondje dicht. De chocolade druipt aan alle kanten uit de spuitzak. De letters zien er niet uit. Uitgelopen exemplaren. Opnieuw en langer wachten. Deze gaan goed. Ingespannen volgen we de letter op het bakpapier. Helaas spuiten we op de verkeerde kant van het bakpapier en staat er een mooie afdruk van de stift op de letter. Lachend schraap ik met een mesje het inkt weg. Wat niet weet wat niet deert. De volgende gaat beter. Geen stift, geen drol, maar een heuse letter en zowaar steeds fraaier. We pakken de letters in een cellofaanzakje op een zilveren kartonnetje. Strikje erop en klaar zijn we. Met de overgebleven chocola maken we chocolaatjes met amandel. Tegen vieren zijn we er klaar voor. Pakjes in de zak, strooigoed en lekkers op de tafel. Minke en ik zijn vol verwachting als we onze schoenen zetten bij de grote barbecue. Een betere vervanging voor de schoorsteen hebben we niet. De spelregels van het enige echte Sinterklaas dobbelsteenspel hangen in het Engels aan de muur.
Als iedereen er is en alle cadeautjes op tafel liggen kunnen we beginnen. Dikke pret als we voor de zoveelste keer denken dat we een stapel cadeautjes rijk zijn en het bij een volgende gooi alles weer armer. Grenzeloos snoepen we van al het lekkers. Ach, het is maar 1 keer Sinterklaas.
Kerst op zijn Amerikaans
“Pok pok.” Een zacht kloppende geluid op de romp. Ik stap naar buiten en zie Christine van Sugar Shack staan. In haar hand heeft ze een doosje. Met een grote lach op haar gezicht overhandigt zij het mij. Ze is twee weekenden aan het bakken geweest. In het doosje zit een assortiment aan kerstkoekjes. ‘Jullie komen toch ook op Christmas Eve?”vraagt ze. “Yes, ofcourse!” Lachend ga ik weer naar binnen en laat de buit aan John zien. Nog voor de koffie en thee zijn de eerste gingercookies al naar binnen. Voor kerstavond heeft Sugar Shack een uitnodiging gestuurd. Zoals wij Sint met alles erop en eraan gevierd hebben, vieren we nu het kerstfeest op zijn Amerikaans. Met alles erop en eraan. Opgetut, opgetogen, bepakt en bezakt gaan we de 24e naar Sugar Shack. Twee verschillende schone sokken, 2 kleine cadeautjes en een eigengemaakte huzarensalade. Een mengelmoes aan gasten, Nederlanders Duitsers, Amerikanen, Litouwers en een Zwitser, nemen allemaal hun nationale gerecht mee. We worden overladen met Amerikaanse kersttradities. Schalen vol met kerstcookies. De sokken worden opgehangen, eggnog geserveerd en het White Elephant game gespeeld. Dit olifantenspel is een soort variant op onze sintdobbelspel. Dingen die ongebruikt op de boot liggen, worden ingepakt en ingezet tijdens het spel. Nou hadden we toevallig net wat overbodige spullen van de Sint gekregen en ik pak dat weer in. Het olifanten spel gaat op nummer. In volgorde van laag naar hoog mag iemand een cadeau pakken van de stapel of een cadeau van een ander afpakken als die graag wilt hebben. Denk ik van twee nutteloze cadeaus af te zijn, hebben we na afloop er weer 2 nieuwe bij. Het is een heerlijk avond. Wanneer we op huis aan gaan, zijn op wonderbaarlijke wijze onze sokken gevuld.
op zijn Kiwi’s
Na ons Sintfeest zijn Minke en ik druk bezig geweest voor het kerstfeest op de marina. Onze bbq-shack hangt vol met vuile vlaggen. Nu dacht ik dat het leuk zou zijn om dat te versieren met kerstspullen. Dus stropen Minke en ik onze mouwen op en gaan voor de grote schoonmaak. Vlaggen zwart van barbecueroet worden verwijderd en gewassen. Het schuine dak is oversponnen met oude webben. Spinnen zijn niet meer te vinden. Ook zij vinden dit huis te vies. Met een bezem haal ik de zwartgeblakerde webben weg. Nu nog aan kerstversiering zien te komen. Ik vraag het aan Lisa de kantoordame. Ze heeft in al die jaren nog nooit dit verzoek gekregen. Ze verwijst me door naar Mo. Mo werkt hier ook en houdt wel van een feestje. We krijgen 2 bomen, slingers en allerhande ballen.
Overdag zijn we druk met bootjobs dus gaan we maar op een avond versieren. Als we aan de slag willen we zijn de niet de enigen. We hebben namelijk zelf net patat gebakken dus zijn de mannen er ook. De picknick tafels worden handig door hen op de juiste plek gezet. Boven de tafel komen twee kroonluchters van delen van een kerstboom. Het kleinste deel wordt een tafelstuk. Halverwege de avond komt Mo een kijkje nemen. Hij is onder de indruk van het resultaat. “I’ve never seen a hanging tree. What a great job.” Dat vinden we zelf eigenlijk ook wel.Hij belooft nog een zak vol slingers want het kan hem niet gek genoeg zijn.
Eerste kerstdag rond 1 uur stroomt het aardig vol. Van de zorgvuldige gedecoreerde kersttafel blijft niets over. Elk plekje is benut voor een lekkernij uit onze moederlanden. Hollandse rode kool met cranberrries. Litouwse haring. Engelse Christmaspudding. Zelfs de Christmascrackers ontbreken niet. En veel lam. De Kiwi’s vieren kerst buiten met grote stukken vlees van de barbecue. De supermarkt lag ermee vol. Karren vol verlieten de winkels vlak voor de kerst. Een Amerikaans stel die al jaren in Nieuw Zeeland wonen, zijn onze kiwi’s en verzorgen het vlees. Veel te veel zodat we na afloop allemaal een portie meekrijgen.
serieuze zaak
Geconcentreerd tuur ik op de thermometer. 160 graden. Nog te koud. Het beslag heeft een ruim een uur gerezen en staat klaar om gebakken te worden. Het is 31 december. De laatste dag van het jaar. Geen mengelmoes van culturen vanavond maar echt ouderwets Nederlands. Met eigengemaakte oliebollen. Minke en Jaap logeren in een prachtig huis met rondom een veranda. Een uitgelezen plek om te bakken en de bijbehorende gebakken lucht te vermijden. Dat bakken is een serieuze zaak.
Te koude olie zorgt voor vette ballen, te heet vet voor verbrande en niet gare ballen. Dus wordt er secuur gemeten. Met een hightech metertjes schiet ik regelmatig de temperatuur met een laserstraal. Zodra de temperatuur 190 graden gaan de ballen er in. Onhandig gehannes met twee lepels knutselen we wat ballen. Het beslag is namelijk wat dik en wil niet echt van de lepel af. Maar de smaak is niet echt verkeerd. Het tweede beslag, dit keer met ei, is wat dun en wil al van de lepel af voordat wij dat willen. Grillige vormen ontstaan in de pan. De ballen uit de eerste bakronde overleven het niet tot de avond. Een voor een verdwijnen de ballen in onze monden. De exemplaren uit de tweede ronde bewaren we voor later want we hebben nog een avondmaaltijd te gaan. En wat voor een. Lam uit de oven. Langzaam gegaard in een omhulsel van deeg. Een lust voor het oog. Met geglaceerde worteltjes, erwten en zelfgemaakte wedges uit de oven. Het is een verrukkelijke herhaling van twee jaar geleden op de boot in Nuku Hiva. Om de tijd te overbruggen naar 12.00 vannacht spelen we het spel domino dat in elk land zo zijn eigen regels heeft. Als het tegen twaalven loopt, zoek ik naar een aftelklok op mijn telefoon. Geen oudejaarsavond zonder aftellen. Het nieuwe jaar inluiden en aftellen horen, naar mijn mening, bij elkaar als patat met cola. Zenuwachtig word ik er wel van bij het zien van de wegtikkende secondes. Wat gaat tijd snel. “Drie!, Twee, Een! Gelukkig nieuwjaar!” klinkt het daaropvolgend. John laat de champagne buiten knallen. We klinken de glazen terwijl in de verte een paar vuurpijlen de lucht in gaan. Restanten van Guy Hawkesday. Het enige weekend in het jaar dat er vuurwerk gekocht mag worden. Echt heel laat wordt het niet want op nieuwjaarsdag moeten we weer vroeg op.
doedelzak
Ik voel me nog net geen leeg geknepen doedelzak wanneer ik om half zeven alweer naast mijn bed sta. De reden van deze vroeg-uit-bedsituatie op nieuwjaarsdag is the Highlandgames. Schotse nazaten houden op de eerste dag van het nieuwe jaar een feest. Het is een uur rijden en het begint vroeg met een parade door het dorp. Compleet in Schotse ruit en doedelzak worden er allerlei competities gehouden. En gek als we zijn willen we erbij zijn. Dus vroeg op pad om maar niets te missen van deze Schotse hoogtijdag.
Er wordt gedanst, geworpen, gedragen, getorst, gegooid, getrokken en vooral veel doedelzak gespeeld. De hele dag klinkt het melancholische geluid in onze oren om de beste danser, de beste highlander en de beste doedelzakspeler te zien optreden.
nieuwjaarsduik
Op de terugweg rijden we naar het strand. Het kalmerende ruisen van de zee voelt als een balsem voor onze oren. Het zeewater lonkt en verleidt: “Kom en neem een duik.” Het is tenslotte een traditie. De enige die echt het lef heeft om een nieuwjaarsduik te maken is Jaap. Ik kom niet verder dan een paar tenen. Maar ja ik had een excuus. Mijn unoxmuts lag nog op de boot.
Met zijn allen rare dingen doen en niemand die er wat van zegt.
Dat noemen we cultuur.-omdenken-
Een heerlijk, prachtig en meeslepend verhaal. Geweldig. Toevallig komen er ook namen voorbij de we herkennen zoals de Sugar Sheck en de Eastern Stream. Julle hebben wel heel erg leuke dingen gedaan met elkaar en doen dat nog steeds. Dus, dus nog heel veel plezier met elkaar en dat pret maken lukt wel.
Groetjes Riens en Ineke ab SY Zeezwaluw
Tjonge ik krijg gelijk zin in de gevulde speculaas, was het maar zover.
En leuk al die tradities bij elkaar, genieten maar.