In de kuip met mijn benen omhoog geniet ik van de wereld om mij heen. De zon is zonovergoten. De lucht is hemelsblauw. De wolken vrijwel wolkeloos. De oceaan is een gladgestreken uitgestrektheid. De zeilen bol gevormd door een zachte bries geeft ons vaart. Rhapsody is in haar element. Snijdend door de golven ruist het water aan weerskanten langs haar mooie vorm. Ze heeft het perfecte figuurtje voor deze sport. Dit is zeilen zoals zeilen bedoeld is. Vergeten zijn de hoge golven, vergeten is de harde wind, vergeten is het afscheid uit Frans Polynesië. Nou ja bijna. Vergeten zijn de zware buien die vooral ik over me heen heb gekregen tijdens mijn wachten. Vergeten is de als een lucifer geknakte boom die de genua op zijn plaats hield. Een ongelukkige samenkomst van golven uit verschillende richtingen ging daaraan vooraf. Een door John provisorisch gerepareerde voldeed. Vergeten is de flinke zoute waterpartij die ongenodigd de kuip èn kajuit binnen kwam. Vergeten zijn alle blauwe plekken. Vergeten is de gehele rock & roll-partij op het water.
Voor het eerst sinds ons vertrek uit Frans Polynesië, zo’n tien dagen geleden, is de zee verrukkelijk. Zonnetje in de rug, een mooi aan de windse koers en onweerstaanbare leegtes links en rechts. Het brengt ons in rap tempo waar we zijn moeten; Fiji! Tevreden wil ik mijn hoofd weer neerleggen. Maar wacht eens even.“Ik zie land!” het floept mijn mond uit. Ik veer op. Ja, ik zie het goed. In de verte duiken silhouetten op. Verschillende eilandjes zijn zichtbaar. “John, we zijn in Fiji!” Al gauw steekt hij zijn slaperige hoofd naar buiten en kijkt mee. Op de plotter verschijnen verschillende blauwe vlekken duidend op ondieper water op het verdere witte vlak. Inzoomend verschijnen de bijbehorende exotische namen en groene oases. Ons enthousiasme over het bereiken van nieuw te ontdekken land moet flink getemperd worden. We varen weliswaar in de wateren in Fiji maar ons einddoel, Savusavu, ligt nog mijlen verderop. De plaats waar we kunnen inklaren.
“Tien, negen, acht.” We tellen elke afgelegde seconde af. “Drie, twee, een! In een flits zien we 180°00’000 staan. Vlak daarna 179°59’999E. Ook maar een fractie van een seconde. Onze glazen klingelen vrolijk tegen elkaar aan. Voor ons staat een plankje met tapas. Blokjes kaas, plakjes salami, serranoham en pinda’s. De koude slok alcohol tintelt op mijn tong. “Yahoo!”We zijn weer in het oosten. Op de oostelijke lengte van de wereldbol wel te verstaan. Elke zeilende minuut brengt ons verder op de oostelijke helft en dichterbij Nederland. We doen ons tegoed aan de lekkernijen. Allemaal verboden vruchten. Verboden om in te voeren in Fiji. Heel erg welkom voer voor ons. En zeker geen voer dat afgevoerd gaat worden door Fijiaanse autoriteiten. We eten het liever zelf op. Normaal drinken we geen alcohol onderweg. Maar, hée, terug op eigen helft moet natuurlijk gevierd worden. Voordat we het donker van de laatste nacht in varen, rollen we het voorzeil in. Alleen een dubbel gereefd grootzeil blijft staan. De vaart moet eruit. Fiji vraagt namelijk meer geld bij aankomst buiten kantooruren. Maar Rhapsody wil niet langer treuzelen. Ze voelt dat ze er bijna is en is niet zo makkelijk te remmen.
Zodra we in de luwte van de landtong komen, starten we de motor. Zo houden we de snelheid gecontroleerd laag. De extra energie gebruiken we goed. John zet de watermaker aan voor vers drinkwater. Met het warme water uit de boiler maak ik een sopje en haal alle zoutresten van de wanden en vloer. Ik was daarna mijn haar. Het laatste verse fruit verdwijnt in de yoghurt. Het kleine beetje groen afval gaat nog gauw overboord. Wat nog over is aan fruit, verstop ik. Alleen de laatste uien en knoflooktenen blijven in het zicht. Met de laatste 3 eieren bak ik Johns verjaardagscake. Het is acht uur. Klaar om de Coprashed marina op te roepen en de kreek van Savusavu in te varen.
“Oh, you baked a cake,” roept de gezondheidszorg dame verrukt uit. Even daarvoor hebben we allerlei papieren ingevuld met vragen over onze gezondheid tijdens deze overtocht. Is er iemand ziek geweest, is er iemand onderweg overleden, hebben jullie een verstekeling aan boord? Alles wordt negatief aangevinkt. Daarna is ze positief over het afnemen van een sneltest. Op een beetje knullige wijze neemt de in blauw plastic gehulde meegekomen verpleegster de test af. Binnen enkele minuten komt de uitslag; negatief. COVID-vrij dus. “Do you like a piece?” Glimmende ogen en stralend witte tanden bevestigen mijn vraag. Ik snijd een paar plakken af, leg ze op keukenpapier en geef het aan de beide dames vlak nadat zij overgestapt zijn in de watertaxi. Met hun monden vol zeggen ze ons uitbundig gedag. Rhapsody heeft het sein veilig gekregen. Het gele quarantaine vlaggetje mag van de boot en andere officials mogen op de boot. Twee immens grote voeten gevolgd door 4 kleine elegante exemplaren stappen aan boord. Achtereenvolgens nemen douane, immigratiedienst en biosecurity plaats in onze kuip. Toch wel wat nerveus over wat komen gaat, bied ik ze koffie en de verjaardagscake aan. Gretig nemen ze het lekkers in ontvangst. Zenuwachtig over deze laatste officiële handelingen hoef ik niet lang te zijn. Na een aantal vragen en niet eens in de voorraadkasten gekeken te hebben, keuren ze alle drie onze aankomst goed. Zo lang we maar niets van boord halen. Braaf beloven we dat. Onze aankomst is een feit; we zijn welkom in Fiji. Vlak na hun vertrek, pompen we ons bijbootje op en gaan we naar de kant. Voor ons eerste biertje Fiji Bitter met mede oceaanzeilers in de jachtclub. En vanzelfsprekend voor een gastenvlaggetje van Fiji.
Het mooie van reizen met de boot is de onwetendheid over de plaats waar we aankomen. Savusavu in dit geval. Meteen na aankomst op land begint het kijken, ruiken, proeven en ontmoeten. Een lange hoofdweg loopt parallel aan het water en vormt het hart samen met de groentemarkt en het busstation. Er is van alles te vinden. Supermarkten, buurtwinkeltjes, minimarktjes. Van luxe kledingmagasins tot de 1$-zaken. Piepkleine pandjes tjokvol gestouwd met allerhande waar. Een warme bakker. Een heus woningwarenhuis voor nieuwe kussens. Een slager die nog varkens zoekt. We snuiven de lekkerste geuren op uit de kleinste zaakjes en eten de heerlijks curry’s. We doen ons tegoed aan prachtige gerechtjes in een ooit de chicste tent van het stadje. We vinden een uitbater met vers schepijs. Elke dag een nieuwe smaak als een nieuwe kartonnen doos geopend wordt. Wat een drukte, wat een bedrijvigheid, wat een kleuren, wat een mensen.
Een samenkomst van de Melanesische en Indiase culturen. Vrouwen veelal in lange jurken. Mannen naast shorts in rokken. Kinderen in schooluniform. De gehele dag zijn er mensen in touw. Op de markt. Bij de bakker. Op het busstation. Vroeg in de ochtend komt men met bussen naar hier voor hun boodschappen. Vervolgens wachten ze uren lang in het park voor de terugreis. Tassen, zakken en dozen naast hen. Tijdens het uitkijken naar een bus wisselen ze vermoedelijk de laatste nieuwtjes uit. We kunnen niemand passeren zonder dat we bula te horen krijgen. De vriendelijkheid is ongekend. Een praatje is zo gemaakt. Op straat en in de winkel. Een tijdje doen we alsof we er wonen. Alle lege gaten in de bevoorradingsruimtes worden opgevuld. Nieuwe kleding verdwijnt in de kast. Gasflessen, dieseltanks en benzinejerrycans zitten tjokvol. Nu is het wachten op de juiste wind om door te gaan.
“Ik ben veel onderweg want om ergens te zijn moet je er komen.”
-Stefano-
Wat heerlijk je beschrijving van de vergeten zaken. Zo in het nu.
De verjaardagscake is goede zet. Leuk dat je op weg naar Nederland bent, nog paar graden oosterlengte te gaan
180°00’000 toch heel bijzonder. Ja ja, richting Nederland. Heel spannend hoe jullie reis verder gaat, en voor ons: heel benieuwd wat dat voor tekst en plaatjes op gaat leveren.
Zo’n Hollands borrelplankje met een drankje en ook nog eens verjaardagscake. Zoete broodjes gebakken. Het helpt wel. Goede reis verder.
Vandaag toevallig in Naarden een dame uit Fiji ontmoet. Volgens haar wonen er in Nederland maar 5 landgenoten. Ze was dol enthousiast toen wij gaat vertelden dat wij Fiji op onze reis ook aan willen doen. Ze heeft ons het woord “Bula” geleerd. In oktober gaan we terug naar onze boot in Mexico, begin volgend jaar naar Frans Polynesië
Ha Ada en John
Ik had jullie een tijd niet gevolgd na jullue avontuur in Nederland. Geweldig om weer te lezen wat jullie allemaal beleven en zien. Prachtige foto’s. Ik kan me voorstellen dat al deze indrukken niet altijd in je hoofd passen
Ha Ada en John.
Had jullie na het avontuur in Nederland niet meer gevolgd.
Mooi om alle ervaringen weer te lezen en de foto’s te zien. Genoten van je verhalen