Het is vroeg in de ochtend en vanaf de kade klinkt muziek. Kleine aluminiumvissersbootjes zijn teruggekeerd nadat ze gisteravond uitgevaren zijn. Door mijn verrekijker zie ik van alles gebeuren. Vrouwen zitten op de grond. Bij een tafel staan geregeld mensen. Jonge kinderen dartelen rond. Ik heb net thee ingeschonken en een schaaltje met fruit en yoghurt gevuld. Wij zitten aan het ontbijt en twijfelen wat te doen. Thee koud laten worden en de yoghurt warm voor verse vis? We laten het schieten. Eerder opgedane ervaringen in Taohae in Nuku Hiva heeft ons geleerd dat al het vis binnen enkele ogenblikken uitverkocht is. Terwijl ik de yoghurt met verse mango verorber, blijft het druk op de kade. Dan zie ik opnieuw een vissersboot afmeren. Een grotere dit keer. Drie enorme vissen worden uitgeladen en op de kant gelegd. Wederom pak ik de verrekijker om het van dichterbij te bekijken. “John, er is weer verse vis!” “Peddelen dan maar?”stelt John voor. Ik pak een schone plastic tas, geld en mijn slippers terwijl John de kajak te water laat. Al een tijdje geleden hebben we besloten te roeien waar het kan. Goed voor ons fysiek gestel, goed voor onze bankrekening en goed voor het milieu. Ergens in een baai tijdens een sundowner- een drankje bij de buren- zijn we een peddel van de bijboot kwijtgeraakt. Reden om de kajak na lange tijd uit de tas te halen. Wel zo gemakkelijk want deining of niet, deze leggen we zo op de kant. Geen gedoe met een extra anker om te voorkomen dat het bijbootje tegen de kade muur schuurt. Galant stap ik in. Tenminste dat gaat ieder keer beter en soepeler. Met ieder een halve peddel aan een kant worden we niet zo nat tijdens het roeien. “Stap jij maar uit dan blijf ik zitten.” Op de kade zitten en staan minstens 15 mensen. Ik wil absoluut heen flater slaan tegenover hen tijdens het uitstappen. We leggen de kajak langszij en hupsakee in een enkele stap met de deining mee sta ik op de vaste wal. Ik glibber tussen de dames die op de grond zitten. Op hun schoot liggen schalen vol met weke zeedieren. Ze zijn ze aan het schoonmaken. Zonder op of om kijken, gooien ze het afval weg richting het water. Veel mist echter doel. Vlug doe ik mijn slippers aan. Al visafval ontwijkend loop ik verder. Aan de eerste de beste vraag ik of ik vis kan kopen. “Oui,”en hij wijst naar een forse dame gekleed in een pareo. “Oui,” zegt ook zij. “Hoeveel wil je hebben?”Ze wijst een elleboog aan lengte aan. “Ja,” zeg ik, “dat is goed.” Hoeveel kilo vis dat is, zie ik later wel. De tafel die ik vanaf de boot gezien heb, staan grote schalen vol eten. Gebakken vis, rauwe vis, firi firi en schaaltjes met koffie. Terwijl de mannen zijn gaan vissen, prepareren de vrouwen in alle vroegte een ontbijt. Hier wordt niets verkocht. Hier wordt gedeeld en een feestje gemaakt. “Prends,” roepen ze, neem! Van twee kanten wordt mij een plastic bakje aangereikt. Ik pak wat stukjes rauwe vis en leg het in het bakje. “Citron, citron,” roept een man. Ik knijp de halve limoentjes uit boven de vis en creëer zo mijn eigen poisson cru. Ik ga op een vrijgekomen stoel zitten om aan te vallen. “Non, non, le patron assiz ici!” roept men uit. Ik sta abrupt op nu ik weet dat de baas daar zit. Alom gelach en de patron speelt dat hij verontwaardigd is. We lachen en eten verder. “Avez vous corona de Chine?” de man giert het uit terwijl hij het vraagt. “Non, non,” en ik doe alsof ik nies. Iedereen lacht. “Ik ben al een jaar in Frans Polynesië. N’est pas un problème.” Het is de eerste keer dat dit onderwerp sinds het uitbreken ter sprake komt. Ik voorzie dat het nog wel gaat duren voordat de vissen gefileerd zijn en roep John erbij. We delen de stukken vis. Verser is onmogelijk. En passant vraag ik welke vis we eten. “Baracuda. ” “Lekker hè,” vraagt de man en ik knik bevestigend. John kijkt bewonderend naar het stukje vis en zegt:“Baracuda, ik lust je rauw.” Vandaag is het 29 februari een extra dag in het jaar. Een bonusdag dus. En hier betekent dat een extra vrije feestdag!
Ondertussen worden de meer dan 39 kilo wegende tonijnen vakkundig gefileerd. Daarna gaat het snel. De vis wordt in grote koelboxen gedaan en achterop een pick-up geladen. Bijna was de dame mij vergeten. Op het nippertje kan ik nog een mooi stuk kopen. Uiteindelijk een halve elleboog en weegt nog altijd ruim 3kg. Opgetogen met onze goede vangst peddelen we terug.
Tahuata is het laatste eiland van de markiezen dat we bezoeken. Het is het kleinste van de 6 bewoonde eilanden. Het is een bijzonder eiland en uniek ten opzichte van de anderen.
Het is niet breed. Gedeeltelijk over de lengte ervan richt een 1000 m hoog gebergte zich op als een kaarsrechte muur. Het woord bergkam krijgt nu zijn ware betekenis. Geen wonder dat we in de ankerbaaien af en toe opgeschrikt worden door valwinden. Het water in deze baaien is opmerkelijk schoner. We snorkelen dan ook regelmatig.
Het blijft bijzonder. De natuur onderwater. Dit keer zie ik voor het eerste keer een octopus. John heeft er al eens eerder één gezien. Ik nog niet. Een levende dan. Het is zo mooi om te zien hoe de octopus zich met zijn 8 enorme tentakels langzaam beweegt over de stenige bodem en op zoek is naar een prooi. De kleuren van het dier passen zich naadloos aan op die van zijn omgeving. Als hij ons opmerkt, schiet hij er pijlsnel vandoor om vrijwel onzichtbaar te verdwijnen onder een rots. Met 1 oog houdt hij ons nauwlettend in de gaten. De baaien worden regelmatig bezocht door dolfijnen. Het is af en toe een ware dolfinariumshow. Ik heb geprobeerd met ze te zwemmen maar ze zijn te schuw om dichtbij te komen. Maar met de kajak lukt het wel. Uit nieuwsgierigheid duiken ze vlak voor ons uit het water omhoog. Kippenvelmomentje om zo dicht bij ze te zijn. Het is niet alleen de natuur die me betoverd heeft. De bewoners laten ook nu weer een onuitwisbare indruk achter. Op zondagmiddag spelen de mannen jeu de boules en de dames bingo op geplastificeerde bingokaartjes. De bingoprijzen zijn heerlijk eenvoudig. Als we een biertje doen, pakt men spontaan de ukulele. Het is al laat op de middag en aan het lege krat te zien is er al veel bier door heen gegaan. Ieder speelt zijn eigen melodie. Maar dat mag de pret niet drukken. Als we fruit kopen, kunnen we dat de andere dag bij de man op halen. Eerst denk ik nog dat ik mag kiezen wat ik wil voor de prijs die we hebben afgesproken. Maar het is allemaal voor ons. Papaya, mango, bananen, limoentjes, pompelmoes en vurrukkulukke ananasjes. Het is echter zoveel dat hij ons en het fruit met zijn pick-up wegbrengt. Elke avond gaat de zon na lange tijd weer zichtbaar onder. Het doet de naam van het eiland eer aan. Tahuata betekent namelijk zonsondergang. Man, wat heb ik dat gemist.
People are just as wonderful as sunsets if you let them be.