Daar zit ik dan. Op de grond van onze kajuit. Het enige comfort komt van mijn comfortseat. Daar is dan ook alles mee gezegd.Het is voor dit moment de beste plek. Ik heb net op de plotter gekeken en goed om me heen of er niks in onze buurt is. John ligt achter het slingerzeiltje en ik heb de wacht. Ik sluit de kajuit weer af met het regenscherm en neem weer plaats op de grond. Ik luister naar de geluiden. Het is enige dat ik kan doen. Buiten is geen doen. Om de zoveel tijd raast het buiswater over het dek richting kuip. Ik heb het geprobeerd om zover mogelijk onder de buiskap te zitten maar zonder droog resultaat. Dus zijn we gedoemd om binnen te zitten, geen visuele informatie alleen info op het gehoor. Luisteren, goed luisteren. Klinkt alles goed? Zijn er geen vreemde nieuwe geluiden? Is er iets dat afwijkt? Hoor ik klapperend zeil? Ratelt de stuurautomaat nog? De geluiden zijn overheersend, overdadig, hard en soms verontrustend. Rhapsody kreunt, kraakt en piept. Het ruisen van het water klinkt als oorverdovend gebulder. Af en toe klinkt er een helse knal tegen de romp. Soms maken we een fikse klapper op het water. Het opspattend zeewater zoekt als een wilde rivier via de gangboorden zijn weg naar achter of slaan stuk op de buiskapramen. Het zonnepaneel op de bimini komt af en toe los. Als een vliegend tapijt hangt tie erboven en laat zijn eigen geluid horen. De gasfles bonkt heen en weer. Normaal zou ik er wat aan doen maar het is niet noodzakelijk.Ik sluit mijn ogen en luister. De hoeveelheid geluiden blijven zoals ze zijn. Verder kan ik niets. Niets doen dan afwachten, me overgeven aan de situatie en vertrouwen hebben dat het goed gaat. Loslaten en gelaten afwachten. Alles ondergaan. En dat valt niet me niet mee. Ik houd graag de controle. Maar de controle ligt bij Rhapsody. En zij doet het goed. De spanning in mijn lijf is bijna ondraaglijk. Gedachtes die absoluut niet helpend zijn, drijven als wolken mijn hoofd binnen. Af en aan. Ook van die mooie quotes: “Calm seas don’t make skillfull sailors of zo iets.” Of deze: A ship isn’t built to stay in a safe harbor.”Ja, ja, makkelijk praten vanaf de veilige kade. Dit is de eerste keer tijdens onze reis dat ik me serieus afvraag waar ik mee bezig ben. Haal adem en laat los…
We hadden het weer zo goed bekeken. Weerkaartjes, gripfiles en berichten van NOOA al dagenlang opgehaald om te kijken of er een weergaatje van 4 dagen tussen zit. We krijgen te maken met een tropical wave die zaterdag op zondag overkomt. Het is een langgerekt lage druk gebied met droog Sahara lucht. Het zorgt voor een opwaartse luchtstroming waardoor er cumuluswolken kunnen ontstaan. Een tropical wave is meestal het begin van niet veel goeds. Deze is zichtbaar maar rottigheid zit er niet in. De wave ontwikkelt zich niet verder. Geen wind versnellingen. Mogelijk een regenbui. En na deze staat de volgende alweer voor de deur. We bekijken zelfs de stromingen in de Caribische zee. De site was een tip van een aardige Vlaamse zeiler. We hebben een strategische route gekozen. We maken een kleine omweg maar de gunstigere omstandigheden zullen er voor zorgen dat we sneller zullen gaan. En comfortabeler! We gaan eerst met weinig wind 40nm naar het oosten. Daar pikken we de stoom richting het zuiden op en zeilen we bijna 180nm met de stroom mee naar het zuidzuidoosten. Vervolgens veranderen we de koers naar het zuidwesten richting Cartagena. De stroming en toegenomen wind komt dan iets meer van achter dan half. De derde nacht krijgen we een paar uur wat hardere wind maar met de koers die we dan hebben zal dat geen probleem opleveren. Later in de week komt er veel meer wind aan maar daar blijven we precies voor. Tussen een plan en werkelijkheid kan een wereld van verschil in zitten. En dat hebben we gemerkt.
De eerste 24 uur verlopen prima en geheel volgens plan. Het is wild met iets meer wind dan voorspeld, dat wel, maar goed te doen. We eten kale crackers, appelmoes, muesli yoghurt en een halve boterham. Het opwarmen van de vooraf gekookte maaltijden door John zit er niet in. We zien elkaar niet veel. Of ik lig in de kooi te liggen of John in de hoop wat slaap te krijgen. De lege blauwe lucht krijgt veren, lage bewolking gaat er in een rap tempo onderdoor en laten af en toe een spat vallen. Dat is vermoedelijk die tropical wave. Later die avond worden we opgeroepen door een tanker. Hij passeert ver voor ons. De man die we spreken is een Duitse zeiler. Hij vraagt hoe het met ons is. Hij heeft ook de nieuwste weerberichten en waarschuwt ons voor hardere wind. “It’s increasing a little bit. At this time it is bf4 -5 and will be bf6-7. Where are you going? To the ABC’s? ” Hij leeft met ons mee, vraagt naar onze zeilvoering en weet uit eigen ervaring dat het bij ons er heel wat wilder aan toe gaat dan bij hem aan boord. Ik check ons weerbericht. Ik weet niet precies wat de man bedoelde. Is het nou over 3 à 4 uur of in de nacht van 3 en 4 juni? Deze onwetendheid maakt me gek. Ik roep het schip op. Het duurt lang voordat ik antwoord krijg maar dan hoor ik de stem van zeiler weer. Hij rekent het precies voor ons uit met de snelheid die we nu hebben,7 knopen, dat we precies over 24 uur er midden in zitten and all the way to Colombia. “I don’t want to scare you. Just want to warn you. Fair winds and a save trip” “Wat gaan we doen? Terug naar Jamaica?” We zijn bijna op een derde van de reis. We halen het weerbericht binnen via de SSBradio. De wind lijkt mee te vallen en iets te draaien ten gunste van onze koers. Maar we kunnen er wel vanuit gaan dat we zeker 5knopen meer zullen hebben. Dat hebben we nu ook al. We gaan door. Inmiddels komen we niet of nauwelijks buiten. De kans op een nat pak is zodanig groot dat tijdens reis alle kleding uit de kast gebruikt zal worden.
Bruut schrik ik wakker door een vallende beweging. Mijn oordoppen gooi ik uit. De verrichtingen van de boot zijn anders. Het geluid van de wind is harder. Ik spring uit bed en kijkt op de meters. 33knopen! Precies 24 uur nadat we marifooncontact hebben gehad, neemt de wind inderdaad toe. Het waait nu 10 knopen harder dan de gripfiles aan geven. Gelukkig zijn het vlagen en waait het niet harder dan 25 knoop. Beiden zitten we buiten. Kijken naar de golven, de lucht en voelen de wind. “Zullen we het derde rif er in zetten?”zegt John. Ik heb al met die gedachte gespeeld. Ik herinner me ook de man die onze lijnen geleverd heeft. “Kies maar voor de kleur rood van gevaar. Dan denk je twee keer na of je wel wilt uitvaren als je deze nodig hebt,” zei hij toen gekscherend. Maar nu hebben we geen keuze tussen wel of niet gaan. Nu kunnen we kiezen voor minder zeil. Het is nog net niet donker en kunnen we zien wat we doen. Ik sta aangelijnd. Ik probeer zo min mogelijk van de omgeving te zien. Want alles wat ik zie zijn de hoge golven die ongehinderd vanaf het oosten deze kant op komen. Het is dan ook niet de wind maar de hoge golven die dwars aan komen rollen die ons tot last zijn. Hoe hoog zijn ze? Ik weet het niet. Drie, drieënhalve meter? De derde riflijn moet nog door een oog in het zeil. John laat het zeil rustig zakken. Ik laat de grootschoot wat vieren zodat er wat ruimte komt. Met een beetje hulp van ons, valt het zeil in de lasyjacks. Wonderwel lukt het direct om de lijn door het oog te krijgen. Nu nog om de giek vastbinden en we kunnen het zeil weer hijsen. Een klein driehoekje houden we over. Ik zit aan het roer en Rhapsody stuurt heel licht. Dit kan de stuurautomaat aan. Ik moet er niet aan denken om zelf nog zeker 36 uur achter de helmstok te moeten zitten. We kijken het nog even aan, controleren of de zeilen goed staan en of Rhapsody goed reageert op de verandering. Het voelt veilig genoeg om samen naar binnen te gaan.
De momenten dat we samen wakker zijn, zijn schaars. Het lukt me om de derde dag de nasi op te warmen en in de bakjes te krijgen. Ieder op een eigen comfortseat op de grond peuzelen we de maaltijd op. Het smaakt voortreffelijk en erg welkom na alle droge crackers. Ik pak Johns hand vast. Ik wil even weten dat we dit samen ondernemen en ondergaan. John vertelt me dat er een patroon te herkennen is in alle geluiden die zich voordoen. “Lang van te voren hoor ik de wind aanzwellen. De golven bruisen meer. Rhapsody loeft op. De zeilen gaan een beetje klapperen. De stuurautomaat corrigeert al ratelend de boot terug op koers. Het geklapper houdt op en we varen weer rustig verder. Voel je hoe kalm Rhapsody door de golven snijdt. Het gaat regelmatig en geleidelijk. Af en toe een klapper op het water.” Ik sluit me ogen. Ik hoor wat John me vertelde. Het maakt me rustiger en geeft vertrouwen.
Nu zit ik er weer alleen. John ligt achter het slingerzeiltje. We gaan elk uur zo’n 6 knopen vooruit. En dan, als ik het minst vermoed, klap ik achterover. Ik schrik. Ik duikel weer voorover en zie dat uit de tegenovergestelde richting van alles op me af komt. Placemats, theedoek, onderzetters. Als in een film zie ik het gebeuren. Dan klapt met geweld de oven open en vliegt de braadslee uit de oven richting de comfortseat naast me. Tegelijkertijd hoor ik buiten een gigantische hoeveelheid water over het dek en in de kuip belanden. Een breker is vol op ons terecht gekomen. Geklapper van zeilen. John staat binnen mum van tijd naast zijn bed. Dan horen we het water weg gorgelen via de lozers. Water komt door een klein raampje onder de buiskap naar binnen in de toiletruimte. De stuurautomaat Bert doet zijn werken en het geklapper houdt op. Alle zonnepanelen zijn nog heel. Niets aan de hand. We zeilen we verder.
Dinsdag ochtend neemt de wind af zoals de voorspellingen voor vertrek al aangaven. We varen onder de kust van Colombia. De golven nemen in hoogte af. We hebben een bakstagwind. De zon schijnt, de lucht is pastelblauw en drukkend warm. Het is zo rustig dat ik me niet kan voorstellen in wat voor omstandigheden we gezeten hebben. Buiten is alles zout. Zoute zeilen. Zout in de kuip. Zoute lijnen. Zout dek. En wij ook. Van top tot teen zout. Als ik binnen kijk, zie ik de bende. Zoute kledingstukken liggen overal. Reddingsvest. Zeilpak. Handdoeken. Alle wanden bij de ingang en op het toilet hebben een zout glimmend laagje. De trap zit vol zout. De vloer is klef plakkerig van de suiker omdat de net gevulde voorraadbus door de kajuit vloog en open ging. In het loosgat ontdekken we een onderbroek van John. We schieten in de lach. We zien de krantenkop al voor ons: “ Boot gezonken door onderbroek.” We nemen allebei eerst een verfrissende douche en kijken uit naar onze nieuwe bestemming. Daarna zien we wel verder. Rustig varen we tussen de bakens van Boca Grande door richting Cartagena , Colombia .
A smooth sea never made a skilled sailor
Jemig wat een verhaal, wat een tocht, wat een helden dat jullie zo koel gebleven zijn! Mooi dat je dit in detail met ons wilde delen. En wat een overwinning weer
Voorlopig eten jullie zoutloos lijkt me
Whow, en ons eerst rustig doorgeven dat het wat woelig was. wat hebben liggen bonken. Dit is wel wat anders geweest dan een klein beetje wind en hoge golven. Maar goed beschreven ik zag jullie daadwerkelijk zitten op de grond van de raphsody. En ada knap van je dat je kalm bent gebleven.
Ongelooflijk…. zelf zijn jullie niet veranderd in zoutpilaren! Altijd blij dat je dit kunt navertellen. Moedige mensen zijn jullie.
Met ingehouden adem lees ik jullie verhaal…. wat een avonturen!
Dit is mijn nachtmerrie, op een boot midden op zee in een storm zitten
War een super boot is het, lang leve stuurautomaat Bert
Groet
Esther en Jp
Van het weekend weer eens jullie site bezocht, wat een verhalen, erg leuk om te lezen.
Veel geluk en plezier met jullie reis!
Groeten Niels, Pneuman BV
Hey hoe gaat het? Ik mis de verhalen, gaat het goed met jullie? Of hebben jullie geen internet.
Wat een spannend verhaal was dit overigens. Hoop dat al het zout weer van jullie zeilen af is.
Groetjes Karin
Jeetje John en Ada, wat een verhaal.
Wat kan je pakkend schrijven Ada.
Jullie zijn in ieder geval ervaren zeilers op een stromachtige zee.
Lieve groetjes uit USA
Alle mensen Ada en John….ik heb een tijd niet gelezen en duik…letterlijk in jullie verhaal. Vanaf mijn droge plek aan tafel krijg ik kippenvel en weet ik zeker dat ik zo iets niet zou aandurven…wens jullie nog heel veel kilometers met rustiger vaarwater . Groet Leon