Het is 7 uur in de morgen. De zon brandt al fel aan de ochtendhemel. We tuffen met de dinghy door de vaargeul langs het schaars aanwezige koraal in de Markiezen. John zet mij af op het strand. Hij vaart terug naar een dieper gedeelte, gooit een ankertje uit zodat ons bootje tijdens laagwater blijft drijven. De rugzak zit vol met flessen water voor onderweg. Het pad dat we volgen, loopt langs een paar huisjes en vooral langs grazende paarden.
De baai van Anaho is betoverend mooi. Een enorm uitgestrekt wit zandstrand, palmen langs de oever, omringd door grillige bergen op de achtergrond en koraal dat zorgt voor de mooie blauwe kleuringen in het water. De oceaandeining en windgolven uit worden afgeremd door de diepe inham. Achter een kleine landtong liggen we beschut en vrijwel roerloos stil. Een natuurlijke havenplaats al lang geleden ontdekt door avonturiers en ontdekkingsreizigers.
We slaan rechtsaf en gaan de heuvel op. Van een wat breder zandpad komen we op een smal paadje afgezet door vulkaanstenen. Het pad is niet meer dan een opgedroogd stroompje waar, als het geregend heeft, het water de snelste weg naar beneden zoekt. Stap voor stap kom ik op het steile vooruit. Het is vroeg en nu al warm. Geuren verraden dat wij niet de eerste zijn die dit pad betreden. Ik ontwijk de vele verse paardenvijgen. Paarden lopen moeiteloos het pad af op weg naar een nog verder gelegen baai. Zwaarbeladen met komkommers, tomaten, limoentjes en pompelmoes keren ze aan het eind van de dag met hun eigenaar terug. Even later klinkt muziek al van ver en twee mannen lopen in tegengestelde richting op blote voeten. “Beter grip in de modder,” legt een van hen uit. Ook zij moeten naar de verder gelegen baai om te werken in een groentetuin; onze groentewinkel. De baai van Anaho is namelijk alleen te voet, te paard en met de boot te bereiken. En dat is het mooie. Waar men in de grote ‘stad’ Taiohae de paarden ingeruild heeft voor vele pk’s in een splinternieuwe pick-up, is hier de tijd stil blijven staan. Het pad herkent onze voetstappen. Verschillende keren zijn we erover heen gegaan. In de hitte van de middag na een heerlijk lunch in Hatieu. In de stromende regen glijdend in de modder. Aan het eind van de dag om de benen te strekken. Om de toerist te zijn en de historische plaatsen te bezoeken.
En nu in de betrekkelijke koelte van de ochtenduren. Boven op de top stoppen we om uit te rusten en te genieten van het uitzicht. Normaal lopen we door naar Hatieu voor internet bij het gemeentehuis en de buurtwinkel ondanks dat het aanbod schaars blijft. Zelfs nadat het bevoorradingsschip is geweest. Maar met lege handen keren we nooit terug. Mango’s kunnen we oprapen bij de kerk. Van een man krijgen we spontaan stervruchten. “Prends,” roept hij als hij ons ziet. “Neem.” Ik zet een paar stappen in zijn tuin. Zo kom ik onder de grootste stervruchtenboom te staan die ik ooit gezien heb. Overal hangen ze, groot, goudgeel en rijp. “Mange, eet, ”spreekt hij uitnodigend uit. Ik pluk er een en neem een hap. Het zoete vruchtensap druipt over mijn kin. Een zachte zoete smaak vult mijn mond. De man pakt een speciale plukstok, een mandje aan een lange stok en begint te plukken. Al gauw zijn twee zakken gevuld die we vervolgens wel terug de berg op moeten sjouwen. Als zijn vrouw thuiskomt, vraagt ze waar we naar toe gaan. “Anaho, te voet,” herhaalt ze. “Dat is zwaar om te dragen,” vindt ze en vervolgens stopt ze ons nog een aantal suikerappels toe. Een keer later gaan we naar hem terug om hem een aardigheidje te geven, lopen we even later verder met onze armen vol mango’s en een uru, broodvrucht. Zoals gezegd gaan we deze keer niet naar Hatieu. Nu proberen we de hoogste top te bereiken zodat we de baai van Anaho en Hatieu in kunnen kijken. Ons paardenpad verandert in geitenpaadjes. Alleen te herkennen aan de her en der verspreide geitenkeutels. John loopt als een echte berggeit voorop en neemt de route langs het rotsige klif. Ik ben eerder een bang schaap en kies voor een andere route. Op veilige afstand van de afgrond. Waarschijnlijk niet de gemakkelijkste. Op 4 poten glij en klim ik omhoog. Als ik weer zicht heb op John, zit hij al lang en breed op een rots. Ik ga naast hem zitten. Het uitzicht is fabuleus. Onder ons de baai van Anaho met Rhapsody. De scheiding van het koraal en het diepere zandgrond is goed te zien. In de verte ligt een onbereikbare baai en recht voor ons ligt de baai van de groenteman met een immens groot zandstrand. Daarachter de oceaan en het eiland Ua Huka half verscholen onder een wolkendek. Ook hier zijn de bergtoppen regelmatig verstopt achter wolken en voelen we af en toe een spetter. Mijn gedachten dwalen af. Zo’n 7 weken zijn we nu op Nuku Hiva waarvan al 3 in deze baai. Er gebeurt hier niet veel. Vijftien mensen wonen er. Een vrouw heeft een geïmproviseerd fruitwinkeltje. Omdat we vaste klant zijn krijgen we de laatste keer het dubbele aantal bananen mee. Er is een pensionnetje waar we heerlijk gegeten hebben. Er hangt een waslijn tussen de palmbomen die iedereen mag gebruiken. Een houten kerkje. Copra wordt zo nu en dan geoogst. Af en toe gaat men erop uit om te vissen en bij laagwater wordt er uren gezocht naar octopussen. Wij zoeken ook. Enkel om te zien hoe mooi ze zijn. Iemand heeft geluk en laat zijn prooi aan ons zien. De acht tentakels hangen slap naar beneden. De man laat mij voelen aan de tentakels. De zuignappen plakken automatisch aan mijn vingers vast. En laten weer makkelijk los. Hoe anders als hij nog leeft en in het water ligt. Zijn 8 armen houden zich aan alles vast en laat zich niet makkelijk mee nemen. We helpen mee het strand opruimen. Alleen natuurlijk materiaal spoelt aan. De bergen afval, palmbladeren, takken, drijfhout, pompelmoesschillen en kokosnoten worden in de brand gestoken. Goederen komen per boot aan en worden op schouders door het water het strand opgetild. Paarden krijgen een bad in het zeewater. In het weekend komen er gasten. Meestal familieleden en heeft het dorpje het dubbele aantal inwoners. Op zaterdagavond wordt er gedronken en gelachen aan het strand. Een enkele toerist waagt het om de wandeling over de berg te maken naar het mooiste strand van Nuku Hiva. Als wij aan de picknicktafel plaatsnemen, hebben we algauw een praatje. Fruit, net snoepjes, wordt gedeeld en een handvol wordt me toegestopt als we vertrekken naar de boot. Het leven hier is wat het is. Het leven hier is als het leven van lang geleden. Met dit verschil dat er internet en mobile telefonie mogelijk is en achter de boten een behoorlijke buitenboord motor hangt.
Het paardenpaadje van Anaho is niet de enige paardenpaadje die we belopen hebben. Nuka Hiva heeft overal smalle interessante paadjes. Ze lopen over het gehele eiland. Kilometers lang. Oude verbindingsroutes tussen het ene dorp en het andere. De ene stam en een andere. Helemaal aan de andere kant ligt de baai Hakatea. Ook een omsloten baai en alleen per voet of te voet te bereiken. Een onstuimige zee werpt ons daar naar binnen. Eenmaal binnen is het water verrassend rustig. De baai heeft twee kanten. Een groene vruchtbare vallei langs een watertje met rijk gevulde fruitbomen, groene planten, varens, palmen. Bergwanden steken kaarsrecht omhoog. De schaduw is aangenaam verkoelend. Een mooie route brengt langs en door een beekje leidt ons naar een prachtige waterval. Maar door de droogte is het niet meer dan een straal uit een waterkraan. Onderweg komen we mannen tegen. Stoere mannen met sokken in waterschoenen. Ze gaan op varkensjacht. Heuse geweren hangen over hun schouders. Honden dribbelen nerveus rond hun benen. “Als ze zich maar niet vergissen,” zeggen we tegen elkaar. Mijn stoere bergschoenen hebben het tijdens deze tocht begeven. De laag tussen de zool en de schoen is door de warmte opgelost en verpulvert tijdens het lopen. Gelukkig pas op de terugweg. De andere kant van de baai heeft een pad dat naar de hoofdstad leidt. Het is een dorre en droge tocht. De zon is afstraffend heet en haar stralen branden genadeloos op onbedekte delen huid. Kaal Mimosastruiken op glooiende heuvels wachten met smacht op water. Op langdurige en hevige regenval. Af en toe passeren we een poort of gammel hek als afscheiding van landgoed. Sommige baaien zijn van een enkele familie en wordt van generatie naar generatie doorgegeven. In de zuid oosthoek van Nuku Hiva ligt de baai Hooumi. Ook wel de baai van de nono’s. Kleine zandvliegjes die dagen later nog zorgen voor enorme jeuk. “Wij kweken ze hier,”roepen de bewoners lachend. “Smeer je in met babyolie,”geven ze als tip. Dat helpt niet voldoende. Mijn benen en armen zitten vol met gekmakend jeukende bulten. Toch is die ankerplek het waard om opgegeten te worden. Overal waar we lopen zien we restanten van weleer. Pai pai gestapelde stenen als ondergrond voor een huis of hut. De cultuur van Fenua Enata moet heel groot geweest zijn in de dat deze eilanden ontdekt werden en zelfs in de tijd dat de Fransen het zich toe eigenden. Ik loop een enorme blaar op in een 3 maten te grote schoen na 20km lopen naar een waterval.
Een andere zeilster bood spontaan haar extra paar schoenen aan toen ze hoorde van mijn bergschoenenpech. En ook die blaar is het waard.
De vallei is groot, zo groen, zo vruchtbaar, zo vol met voedsel. We ontmoeten verschillende mensen, krijgen spontaan een lift , eten een op aardappel lijkende wortel.We willen mee op geitenjacht maar als John en om 7 uur klaarstaat met 2 bemanningsleden van andere boten is de man helaas niet thuis. De baai zelf zit ook vol met leven. Tijdens het snorkelen zien veel manta’s tegen en boven elkaar liggen tegen de rotswand. Als ze ons opmerken, zwemmen ze als een zwerm vogels naar ons toe. Hier kom ik plots oog in oog te staan met een hamerhaai terwijl ik nietsvermoedend op zoek ben naar manta’s. Onvergetelijk.
“Mèhèhe.Geblaat brengt me terug naar de geitenrots. We zijn zo stil geweest dat de wilde geiten ons niet opgemerkt hebben. Ze lopen vlak voor ons langs en schrikken als ze ons opmerken. Een paar sprongen brengen ze in een mum van tijd meters lager. Nieuwsgierig kijken ze om. Inschattend en bepalend of we een gevaar vormen. Dit is het wild van de Markiezen. Op alle eilanden zijn we loslopende geiten tegen gekomen of in ieder geval hebben we ze gehoord. We staan op om terug te lopen, te klauteren, te glijden, te stoppen, te drinken, en te genieten. De top is namelijk alleen te bereiken als je een echte geit bent. En geloof me John heeft dat echt geprobeerd. Dit zijn de laatste uren op Nuku Hiva. Lang niet alles heb ik gezegd over dit mooie grillige eiland. Zodra de wind uit het noordoosten komt, gaan we een eiland verder. De baai van Anaho is speciaal. De sfeer. De ambiance van verhalen van zeilers uit oude zeilboeken worden hier waar. Dit is ‘remote’. Dit is nog oorspronkelijk. En daar neem ik met plezier alle verse paardenvijgen op de steile paardenpaadjes voor lief.
“een pad ontstaat door er op te lopen’
Chinees gezegde
Dag lief geitje, schaapje en alle andere prachtige dieren en wildlife! Wat een heerlijk verhaal om te lezen. Klimmen, klauteren en bewonderen en verwonderen! Heerlijk
En die hamerhaai? Die vindt Pieter wel supertof!!!
Ps Moet Letta nieuwe sneakers meenemen? Leuk verjaardagskado haha
Ada
How i whist i was there.
Je geeft me met grote regelmaat grote inspiratie
Hallo travelers,
Geweldig mooi omschreven en fantastisch dat we mee mogen genieten. De foto’s, de verhalen. De omschrijving laat me voelen dat je er echt bij bent. Dankjewel
Geniet enorm van elke seconde zo super
Wauw wat heerlijk om te lezen, al lezende voel je je op deze mooie plek! De warmte en alles.
Wat fantastisch dat jullie dit doen en zo genieten. Het verwonderen, bewonderen van alles, het klimmen, wandelen en genieten. Dank je wel voor de update!
Groetjes van ons 4-en (Bart en Naut missen je wel op school)
Heerlijk om TE lezen dat het nog steeds genieten is voor jullie.
LIEFS MARIJKE