RHAPSODY

van die dingen

Het is amper 8 uur en de zon staat al flink te branden op mijn hoofd. Op houten blokken met een stuk T-shirt in mijn hand sta ik de witte rand van Rhapsody te poetsen. Bijna klaar.Drievierde van de bootrand heb ik al gedaan. Ik stap van de gestapelde blokken af, schuif ze een meter verder, doe een dot poetswax op mijn doek en ga weer verder. Over anderhalf uur moet ik klaar zijn. Rhapsody staat te trappelen om het water in te gaan. Of is het Vincent, die ons vraagt of we gereed zijn. Rhapsody staat namelijk al op de kar achter de trekker en in de weg. Twee andere boten moeten vandaag of verplaatst worden of ook het water in.

Te water gaan kan alleen tijdens hoog water. Dus alles draait om tijd. We kunnen niet langer op het droge blijven staan. We willen ook niet op het droge staan. Het was ook helemaal onze bedoeling niet om hier te staan. Maar soms loopt het anders. Er zijn van die dingen waar we geen grip op hebben. Rhapsody is degene die voor even de lakens uitdeelt. Wij kunnen niet anders dan luisteren naar haar ook al hebben wij heel andere plannen. Wat goed is voor haar is uiteindelijk ook goed voor ons. We staan dus sinds twee dagen op de kant op Hiva Oa in Atuona om onderhoud te plegen.

Er zijn van die dingen waar we het liever niet over hebben zoals een verstopte wc. Tijdens een gesprek met andere zeilers kwam het er sprake. Prompt hebben wij de andere dag een verstopte slang naar onze vuilwatertank. Dat zal vast en zeker een vies karwijtje worden. Daarom schuiven we het oplossen van dit probleem voor ons uit. We sluiten de vuilwatertank af en lozen direct in zee. Op dat moment zijn we veel te druk met leuke dingen doen. Als we later in Amanu zijn en geen afleidingen meer hebben, besluit John om toch maar eens die verstopte slang er af te halen. Ik blijf verre van hem. Ik verwacht namelijk dat de beerput open zal gaan. Dan hoor ik een schreeuw. Eentje die anders dan anders klinkt. Paniek is een groot woord maar het is geen stemverheffende krachtterm die ik normaal gesproken hoor als John aan het klussen is in een te warme en te kleine ruimte en het niet lukt. Vervolgens zie ik John naar iets grijpen en overboord springen. “Huh?!” is het enige wat in mij opkomt. Ik sta op, verwacht een ongelofelijk stank wanneer ik de kant van het toiletje op loop. Niets. Ik hoor wel wat. Water. “Water?!” Ik vlieg naar de ruimte waar John net bezig was. Ik steek mijn kop om de hoek. Daar zie ik water met liters tegelijk de boot in stromen. “Wat?!” Vliegensvlug ren ik naar buiten en begin met pompen. Zo snel als ik kan, beweeg ik de hendel op en neer. “Niet zinken, blijven drijven. ” Als een mantra herhaal ik de woorden in mijn hoofd. De dichtstbijzijnde marina’s voor hulp liggen zo’n 500nm verderop. “Blijven drijven,” herhaal ik. Ondertussen zie ik John boven water komen. Hij schreeuwt om een waterpomptang. Nou weet ik gelukkig hoe zo’n ding eruit ziet maar ik kan hem nergens vinden. Als een bezetene zoek ik naar dat ding. John heeft er net mee gewerkt dus het kan echt niet ver zijn. “Pak een plug!” schreeuwt John op de achtergrond. Ik hoor het water maar stromen. Mijn hart gaat tekeer als een gek. Ik pak een plug uit de la die te klein blijkt te zijn en uiteindelijk valt mijn oog op de tang. Een klein stukje daarvan steekt nog net onder een doek uit. Blij en opgelucht loop ik ermee naar buiten. John staat inmiddels op de zwemtrap. “Klus geklaard. De plug zit nu in het goede gaatje.” In de haast had John zich in het gat vergist. Water stroomt niet meer. Pompen en droogmaken is enige wat ik nu kan doen. Water gutst aan de achterkant uit de boot tot er nog maar een paar druppels over zijn. Pas dan kan ik aan John vragen wat er precies aan de hand is. “De doorvoer naar buiten die aan de afvoerslang voor het vuile water uit de vuilwatertank zit, is afgebroken. Helemaal weggerot.”

Ik bekijk het ding. Dikke kalklagen aan de binnenzijde. Het metaal is roodbruin geworden en brokkelt af. Wat een geluk dat het nu gebeurt. We zouden niet snel ontdekt hebben waar het vandaan komt als we water zien in de boot tijdens het zeilen. Laat staan het gat zo snel te kunnen dichten. Dagen erna kijk ik of de houten plug er nog zit en of het droog blijft. Van de verstopte slang waar John mee bezig was, blijven we voorlopig af.

Onderweg van Tahanea naar Raroia hebben we zo nu en dan geen wind. Het water is blak. Ik kijk uit het raampje van de natte cel. Een blauwe gladde massa. Als ik de wc doortrek door water op te pompen, gaat het stroef. De hendel hapert wat. Ik zet door en trek het omhoog en duw het naar beneden. Ik hoor een zacht gekraak. “Oeps, wat is dat?” Voorzichtig ga ik door met pompen want wat ik achtergelaten heb, wil ik niet bewaren. De pomp werkt weer normaal. Niks meer aan de hand. Als ik buiten kom, zie ik een olieachtige vlek op het vlakke water. “Waar komt dat nou vandaan?” De motor staat uit en de wc-pomp werkt zonder olie. De vlek verspreidt zich snel en lijkt niet aangevuld te worden met nieuw. Later als ik opnieuw de wc doortrek, komt er een ongelofelijke stank van het opgepompte water af. Het is werkelijk niet te harden. Ik herken de lucht: vliegende vis. Midden op de oceaan lukt het mij om een visje op te zuigen. Zoveel ruimte in die oceaan en dan moet een vis precies voor het opzuiggat zwemmen terwijl ik op dat moment doortrek. Van die dingen. Dat gekraak was het visje en die olievlek was vast zijn vet. We voelen er weinig voor om tijdens het zeilen de wc uit elkaar te halen dus nemen we de stank voor lief. Ik kan je vertellen dat rotte vis stinkt. En ook al stel ik het toiletbezoek zo lang mogelijk uit, het is verbazend hoe vaak ik die stank moet trotseren. Als we eenmaal voor anker liggen, haalt John de hendel los in de hoop daar het karkas te vinden. Niets. Het zit verder. In de slang tussen de pomp en de toiletpot. John slaapt er een nachtje over. Ondertussen komen brokstukje vis met het spoelwater mee. De volgende dag haalt John de slang los bij de pomp en laat het uitkomen in een emmer. Dan vult hij de pot met zeewater met behulp van de deksproeier. Als de pot vol is loopt het water andersom en neemt hopelijk de restanten mee. Na een minuut zien we de boosdoener verschijnen. In de emmer drijft een minuscuul 4cm lang visgraatje. Ongelofelijk dat zo’n klein scharminkel zo’n lucht en olievlek kan verspreiden. Van die dingen dus.

In Fatu Hiva vinden we vermoedelijk de werkelijke reden van de olievlek in het water. John checkt het oliepeil van de saildrive, de keerkoppeling tussen motor en schroef. Zijn gezicht staat bedrukt. “Het is niet goed.” “Moet de olie aangevuld worden,” vraag ik. “Nee, het is erger. De olie is wit.” Witte mayonaiseachtige olie houdt in dat er water in de saildrive is gekomen. Dat is absoluut geen goed nieuws. Bij stilstand van de motor zakt het water naar onder en start er een oxidatieproces. Dat beschadigt de raderen. “ We moeten uit het water. Het liefst zo snel mogelijk.” Van die dingen waar we geen zeggenschap over hebben. Dingen die je gebeuren. Dingen die onze plannen doen wijzigen. Na Fatu Hiva wilden we naar Ua Pou waar het festival over een paar weken begint. Nu moeten we naar Hiva Oa waar we uit het water gehaald kunnen worden. Ik haal een streep door het plan het festival te bezoeken.

Onderdelen laten over komen kan weken duren. Dan is het festival al voorbij. De knop wordt omgezet. Maar alles gaat voorspoedig als we in Hiva Oa zijn. Na een paar dagen hebben we de onderdelen voor de saildrive in onze handen. De dingen die we nodig hebben om de huiddoorvoer te vervangen heeft Vincent, de eigenaar van de scheepswerf, op voorraad. Hij heeft een goed assortiment in zijn watersportwinkel. En ons geluk kan niet op als de bevoorradingsschip ook net de anti-fouling verf heeft geleverd. Zelfs siliconenkit is aanwezig om de dekramen die begonnen te lekken opnieuw te kitten. Ook zo’n ding; zon en warmte tast van alles aan. We bereiden alles goed voor. We doen wat we vooraf kunnen doen zodat we direct kunnen starten als we eenmaal op de kant staan. En nu sta ik de laatste centimeters te poetsen. De saildrive is gemaakt. De huiddoorvoer is weer heel. En Rhapsody is weer keurig zwart geverfd. Klaar voor het water. De ramen komen later. Ik heb mijn poetsdoek nog niet weggelegd of de motor van de trekker wordt gestart. Het is zo snel gegaan dat ik vrijwel geen foto’s heb kunnen maken. Van die dingen dus.

“Life is what happens to you while you are busy making other plans”

-John Lennon-

 

2 gedachtes aan “van die dingen

  1. Ron

    Als eerste de beste wensen vanuit Enkhuizen
    Nou nou ff een spannend momentje, de doorvoer helemaal ontzinkt.. je zal de andere ook wel gecontroleerd hebben.. wij hadden er ook eentje kwamen we tegen met preventief alles voor brons te vervangen..
    Kwam gelukkig goed af. Ook weer een leermomentje en zie je dat het goed is om pluggen er bij elke kraan te houden Gr ron en Joce

  2. Riens en Ineke

    Jeetje wat een ellende op 1 hoop! Ja, alles bestaat uit drieën he?? Niet leuk maar jullie zijn er goed doorheen gerold door juiste beslissingen te nemen! Wij hadden een bijna doorgerotte overboord van de combi kombuis motorruimte. Na de afsluiter net bij de huid, foute boel dus. Nog net op tijd zagen we dat de bilge tot aan de onderzijde van de motor met water stond! 60nm van af Bonaire. Snel heeft Riens de aansluiting op de huid “gestut” met ” je weet maar nooit houtjes” totdat het stabiel was en er niet bij elke scheepsbeweging water binnen kwam. Toch elk halfuur moesten we bilgen. Aangekomen in Bonaire, naar de watersport zaak voor onderwater epoxy. Onderwater konden we de scheur repareren met 2X een dunne laag die in 5 min keihard is. Ook binnenin de boel geplakt om de tijd tot uit het water uit te stellen. Alles was prima dicht. Toen hebben we ook direct de juiste pluggen aan een touwtje bij afsluiters bevestigd. Geeft wel wat rust! Kortom, je vind altijd wel de juiste (tijdelijke) oplossing voor je situatie. Sindsdien hebben we een staaf 2 componenten sneldrogende onderwater epoxy aanboord voor je weet maar nooit! Veel geluk in 2020!