Panamatime
“It took me 1 year to get used to the culture of Panama,”zegt de verkoper van Yamaha. We zitten in zijn service pick-up. Even daarvoor zijn wij de trotse nieuwe eigenaren geworden van 4pk buitenboord motor. De oude vertoonde zoveel haperingen dat we besloten hebben om de Pacifische eilanden met een gloednieuwe te bezoeken. Maar dat terzijde. De reden dat hij ons wegbrengt is dat hij ons geen duur taxi ritje wil laten betalen. Hij kent de Panamese taxichauffeurs. “Altijd onderhandelen voordat je instapt.” Hij komt uit New York en is hier terechtgekomen door werk bij de Marine. We verlaten de overvolle straten en rijden nu op de rondweg om een deel van de stad dat over het water loopt. Het uitzicht op de oude stad is prachtig. De man vertelt dat de oude stad van Panama City pas sinds tien jaar een veilige wijk is en nog steeds wordt opgeknapt. De mensen krijgen een nieuw onderkomen in ruil voor het verlaten van de oude. Daarvoor stond het bekend als “get-out-if-you-can-wijk”. Dat zegt genoeg. Mijn gedachten dwalen af en ik maak een vergelijking met Colon. Colon is in mijn ogen de verschrikkelijkste plaats waar je maar kan zijn. De verhalen over deze stad zijn verre van uitnodigend om maar 1 stap buiten een taxi te zetten. Halverwege en aan het einde van de maand is het geld op en ben je als toerist een mooie aanvulling op het salaris. Colon is armoedig. In vervallen verpauperde panden wonen mensen. Op straat wordt er gedouched, gewassen en drinkwater gehaald. Afval ligt overal en nergens. Het nodigt absoluut niet uit om rustig door heen te wandelen. Overal wordt gewerkt aan het wegdek maar er is geen beginnen aan. De straten staan blank en je kunt meer spreken over kuilen dan een weg. Anwar gaat verder. In colon willen de mensen niet anders. Er is vaak genoeg iets opgeknapt maar men houdt het niet bij. Men leeft gelaten en heeft geen behoefte om te veranderen. Ik hang aan zijn lippen. Tijdens het ritje van een zo’n half uur komen we veel te weten. Over witwaspraktijken en de nieuwe metro. Over afspraken die gemaakt worden maar vaak niet nagekomen. Morgen kan morgen zijn maar ook de dag daarna of die daarna. Maak je een afspraak op dinsdag vertellen ze niet welke dinsdag. “Panama time,” roepen we alledrie. Mark, onze neef, is bij ons op bezoek en heeft al gauw in de gaten dat Panama heel anders is dan Nederland. We lachen alle vier. Mijn gedachten dwalen af. Een heel jaar om te wennen.En wij zijn hier pas. Hoe kan ik denken dat je in zo’n korte tijd gewend kan zijn. Ik wijtte het aan mijn verkeerde verwachtingen. Ik beschouwde Panama als een rijk en welvarend land. Deels is dat waar. In Panama city staan grote luxe wolkenkrabbers en is volgebouwd met shoppingmalls naar Amerikaans voorbeeld. Dure Italiaanse design merken prijken op de gevels. De toeristen info op internet ziet er mooi en gelikt uit. Wat is het dan dat ik mijn draai net kan vinden. Hoe komt het dat het hier niet lukt. Na Kuna Yala moet ik mijn best doen. Komt het omdat we een fantastische tijd in Nederland hebben gehad met het allermooiste nazomerweer dat je kunt bedenken: met teenslippers in herfstbladeren staan. Het contact met familie en vrienden was zo heerlijk vertrouwd en voelde zo goed. In een huurauto rijden we overal in korte tijd naar toe. Alles zo dichtbij huis. Hier is het zoeken naar een mogelijkheid om een auto te huren en sta je uren te wachten op een bus om naar de supermarkt te gaan. De Hollandse kaas, de friet, mosselen, of simpelweg vers brood. Het smaakte zo goed. Vond ik vorig jaar de supermarkten in Nederland overdreven gevuld, nu mis ik ze als ik in Panama in de supermarkt loop. Er is veel te krijgen. Vooral veel van hetzelfde. Lang niet alles en soms van een magere kwaliteit. Het niet zoals in Nederland. Het verschil is zo groot. Van heel georganiseerd, met een punctuele agenda naar ongeorganiseerd en een chaotisch agenda. Tot nu heb ik het nooit erg gevonden. Nee, dat was juist de charme van het reizen. De uitdaging. Elke keer de verwondering over de gebruiken van een land. Waarom nu dan wel. De huizen zijn vies en beschimmeld. Armoedig. Ook dat heb ik eerder gezien en me er niet aan gestoord. Waarom nu dan wel? Waarom heb ik deze keer zo’n moeite om me aan te passen. Ik denk dat het de mensen zijn. Het is hun mentaliteit, hun levenslust. Mensen maken echt het verschil. Na het verlaten van Kuna Yala hebben we te maken met ongeinteresserden. Klantvriendelijkheid is ver te zoeken. Bestellingen worden niet geleverd omdat men veranderd is van baan zonder medeweten. Al kaugomkauwend en je niet aankijkend staan ze achter de kassa of toonbank. Hebben gesprekken met collega’s en mij gunnen ze geen enkel blik. Een dame bij de slager is zo chagrijnig dat ik ervan in de lach schiet. Vervolgens laat ze me staan, houdt mijn bestelling achter en helpt onverstoord een ander klant. Onverschillig wordt geld aangenomen en het eventuele wisselgeld wordt in je hand gekwakt. Geen vriendelijk lach. Mijn gevoel wordt dus beaamd door Anwar. Een ding staat vast. Het gaat hier er anders aan toe. Maar was dat nou niet precies de reden dat we op deze manier wilden reizen? Wij zijn geen toeristen die van de ene naar de andere mooie plek gebracht worden. Nee, wij zijn reizigers, globetrotters, voor even bewoners die een tijdje kunnen meelopen en de gebruiken van een land een beetje meekrijgen. Het kostte Anwar een jaar en ten tijden van dit schrijven zijn we er pas 3 maanden. Alles draait om de tijd. Het de tijd geven. En mijn focus, mijn beleving en relativering. Soms gaat het snel en soms duurt het gewoon langer. Ik open de map met onze afbeeldingen en zie fantastische momenten voorbij komen. Mooie herinneringen genoeg. De dame van het autoverhuurbedrijf bijvoorbeeld. Zij weet precies wat ik bedoel en kan feilloos de mensen in de winkels nadoen. Ze vindt het vreselijk. Die houding is naar iedereen en niet alleen naar buitenlanders. Zijzelf is de vriendelijkheid zelve. We worden opgepikt als men ziet dat we uren lang op een bus hebben staan wachten en rijden in vliegende vaart mee in de pickup naar de Marina. Een vrouw die niet vertrekt voordat wij in de juiste bus zitten. Dominique, een Vlaamse, van Panamarina die me een knuffel geeft als zij mijn gevoel herkent. En ondertussen aan de Pacifische kant zijn er nieuwe ontmoetingen. Deze man van de Yamaha dealer bijvoorbeeld. De mensen op het busstation die ons te hulp schieten als we een vragende blik voor een bord staan. Zomaar een praatje met een voorbijganger. Maken we een reis met Mark naar het mooie achterland van Panama. En langzaam keert het tij en komen de verhalen weer terug.
Give the ones you love, wings to fly, roots to come back and reasons to stay.
-Dalai Lama-
Herkenbaar! Wij gingen met de bus van Colon (idd afschuwelijk oord) naar Puerto Lindo. Meer dan de helft van de zitplaatsen was vrij, maar wij mochten er niet zitten. Iedereen had snel een plastic tasje oid op die lege plekken gelegd. Zo stonden we 2 uur in de schommelende bus totdat ik met een halve bil naast een paar mensen mocht zitten.
Ps doe de groetjes aan Matthias & Ulrike van Bella. Vraag maar of ze nog Spaans kunnen 🙂 Jacques en Annet, Panache