Tweeënhalve week zijn we nu in Suriname en nu pas tijd. Tijd om een blog te schrijven. Vanuit Nederland werden we al toegezongen: “Het is stil aan de overkant.”Na no stress van de Kaap Verden leven we nu met no spang van Suriname. No spang is slang voor maak je niet druk. Het lijkt door de blogstilte of we alle tijd hebben genomen om bij te komen van onze oceaanreis. Het is meer het tegenovergestelde. We verkeren in een stroomversnelling. Mijn oudste zus Letta is met haar vriendin Linda 10 dagen in Suriname geweest. Blue Dream neemt na 5 maanden zeilvriendschap afscheid van ons. We hebben nog een kleine drie weken met elkaar. Dus de tijd dat we bij elkaar zijn, benutten we voor de volle 100%. “Uitnutten,” noemt Henk dat van de Zanzibar. En dat allemaal in een wereld dat inderdaad wat tandjes langzamer draait. Genoeg materiaal om over te schrijven. Teveel voor 1. Ik zit er klaar voor; in de schaduw van de bimini, een verkoelend briesje, omringd door geluiden van vogels, brabbelend rivierwater, het dorpsplein van Domburg en zippend aan een markousadrankje. No spang. Ik begin maar bij het begin; 26 januari,stroomopwaarts de Surinamerivier op.
Rond 13.00u perst de vloedstroom zich met een snelheid van twee knopen door de riviermonding Suriname in. Op dit moment hebben we gewacht. John licht met moeite het anker op uit de slibgrond. Een dikke laag blijft plakken en al varend spoelt het van het anker af. Vissersbanken is een mooie rustige plek gebleken om de nacht door te brengen om het tij af te wachten. Gewaarschuwd voor mogelijke gevaren zoals ronddrijvende boomstammen begeven we ons in de richting van de vaargeul.
Zanzibar en Blue Dream varen voor ons uit. Na zoveel dagen niets dan water wordt mijn netvlies overladen met beelden. Grote gekleurde huizen sieren de route. Langzaam wordt de bebouwing van de hoofdstad zichtbaar. Paramaribo. Alleen de naam al;Paramaribo. We varen op eigen kiel langs Paramaribo in Zuid- Amerika. Een wereldstad is het niet te noemen. Het doet zo van een afstand vreemd Nederlands aan en ook weer niet. We varen langs een wrak dat hier al 77 jaar ligt. Ooit verdacht als een Duits oorlogsschip dat de toevoer van Bauxiet naar Amerika moest voorkomen. Een indrukwekkende hoge brug doemt in de verte op. Een prestige object van Wijdenbosch waar nu dankbaar gebruik van gemaakt wordt en een prachtig uitzicht geeft over de stad Paramaribo. Wij varen langzaam verder. Voor ons trekt een donkere buienstrook voorbij. Als we een beetje inhouden is de bui sneller voorbij dan wij er in zullen varen. Een wit regengordijn hangt voor ons en wordt traag open geschoven. Een paar spetters zijn ons deel. Na de brug worden de oevers aan bakboord groener. Bij Domburg stopt onze tocht. We meren af aan een betonblok. Surinaams voor een mooring. Harbor Resort Domburg wordt de komende tijd onze vaste woon- en verblijfplaats.
Zanzitaxi haalt ons op om ons te melden in het havenkantoor. De marina wordt gerund door een Nederlands stel dat aan aantal jaar geleden hier is neergestreken na hun zeilreis. We krijgen een stapel papieren mee om morgen af te geven bij de MAS om ons in te klaren. In het Harborrestaurant “River Breeze”is het een drukte van belang. Talloze eerder ontmoete zeilers zijn hier samen. Het voelt fantastisch goed om hen weer in levende lijve te zien. Zij vertellen ons enthousiaste verhalen over hun verblijf hier en hun overtocht. Mijn oren tuiten van zoveel woorden en mijn lijf bruist door zoveel energie.
De volgende ochtend zijn we, gewekt door brulapen aan de overkant, gereed om ons in te klaren. Ons huiswerk, paspoorten en bootpapieren zijn mee. Gekleed in lange broek, nette bloes en dichte schoenen gaan we op weg met een mannetje die ons de weg zal wijzen. Het verkeer rijdt in principe links tenzij het slechte wegdek iets anders verlangt. Verkeersregels lijken niet te bestaan. Men drukt door en met handgebaren geven ze aan dat we moeten stoppen of door kunnen rijden. Inklaren is een hele onderneming.
Drie instanties moeten we af. Het blijft komisch verrassend dat we dit in het Surinaams Nederlands kunnen doen. Bij de MAS leveren we ons huiswerk in en na nagekeken te zijn door een MAS ambtenaar mogen we met twee bestempelde formulieren in de hand een station verder. Hier krijgen we na betaling een toeristenvisa en gaan we door naar het voorlopig eindstation. We zijn getuigen van de wereld die hier echt langzamer draait. Alles wordt in de computer verwerkt. Maar pas wanneer we handgeschreven in het grote blauwe boek staan, zijn we officieel ingeklaard. Ze geeft ons onze gestempelde paspoorten terug met de mededeling dat wij ons moeten melden bij de vreemdelingenpolitie als wij langer dan een maand verblijven in Suriname.
We zetten onze eerste legale stappen zonder gids in deze bijzondere stad. De straten zijn rommelig en druk. Trottoirs zijn ongelijk en staan vol met geparkeerde auto’s. Houten verandahuizen staan te verpieteren in zon en regen tussen mooi gerestaureerde exemplaren. Overheidsgebouwen van de meest bizarre ministeries zijn op elke straathoek te vinden. Het ministerie van staatsschuld spant de kroon. En toch…De stad heeft iets. De mensen zijn divers, kleurrijk en vriendelijk. Regelmatig worden we, steeds weer verrassend in het Nederlands, aangesproken. Ook wordt al snel pijnlijk duidelijk dat het economisch met Suriname niet goed gaat. Als we uitleggen dat we gespaard hebben om met de boot hier te komen, geeft een voorbijganger aan dat hij zelfs niet meer kan sparen.
Met ons zessen stappen we in het kleine gehuurde personenautootje voor de terugweg; het past best! “Surinamers rijden niet links en niet rechts maar daar waar het kan,”staat in de reisgids. Dat doen wij dus ook om de vele kuilen te omzeilen. No spang. Dit is Suriname.
“Als je het vermogen bezit om te genieten van wat je hebt,
kun je niet rijker worden.”
-John-
Welkom !!! Rustig aan. Dikke x
Ik heb jullie verhalen gemist; dus ik wacht vol spanning op de volgende delen. In NL heeft het gesneeuwd dus sneeuwpoppem gemaakt en lekker op de slee, hardlopen tussen de dikke vlokken. Vandaag al een lentezon waarop ik alleen maar kon denken… het leven is zo mooi… ik ben jaloers op mijzelf
Wat een mooie quote!!! Gaaf!!
Geweldig fijn om weer iets van jullie te mogen lezen. Hier klaart het nu gelukkig weer op en gaan we van een heerlijk voorjaarszonnetje genieten, tenminste daar lijkt het op. Groetjes van John en Natascha Soek – Breehorn 37 – Annabelle.
Ik heb weer de tijd genomen om je te volgen in het heerlijk ontspannen Suriname. Charlotte en Luuk volgen met spanning de mol….meestal heb ik deze goed zonder te kijken….gewoon raden dus.
Wat een rust wat een gezonde levenslust….