Vermoeid, nog niet helemaal wakker, sta ik achter het aanrecht ons ontbijt klaar te maken. De dag begint voor ons vroeg. We proberen namelijk zoveel mogelijk gebruik te maken van de koele uren aan het begin van de dag. De boot is een puinhoop. Overal ligt gereedschap, verf, kwasten, losse deurtjes, opgestapelde kussen en beschermend plastic. Conservenblikken in het zicht gezet want die moeten op. Ik verzamel moed om straks mijn lange broek en shirt met lange mouwen aan te doen om weer aan de slag te gaan.
“Pok, pok.” Dof geklop klinkt op de romp. Ik schrik op. “Oui,”roep ik vlug. Ik ben nog niet aangekleed. De temperatuur in de boot is zodanig hoog dat dat ook niet nodig is. “Pok pok. Nogmaals hoor ik , nu wat nadrukkelijker, het doffe geluid. “Alo?”klinkt het. “Oui, oui’, roep ik wat duidelijker terug. Als een razende probeer ik mijn kleding aan te doen. Natuurlijk lukt het niet snel als je ff snel een kledingstuk over je hoofd aan wil trekken. Eerst binnenstebuiten en dan achterstevoren. Nou ja, geeft niet, ziet men van beneden af toch niets van. Ik kruip onder het zeildoek en kijk omlaag. Onder aan de ladder staat Mr Moustache. Een alleraardigst Franse zeiler met hoe kan het ook anders, een grote snor. We kennen hem nu al twee jaar en komen hem telkens opnieuw tegen.
“Alo, koedmurning.” roept hij breedlachend. “Hello, goodmorning,” roep ik van bovenaf. “How are you today.” Hij houdt zijn handen hoog. “Ik vlieg vandaag naar Frankrijk en heb nog wat eten over. Boter en ham. Heel erg lekkere ham,” zegt hij erbij. “Niet van die fabrieksham maar echte. En boter. Ik kan het niet meer opeten en weggooien zou zonde zijn.” Het water loopt me in de mond bij het zien van deze lekkernijen, “Wacht,” zeg ik, “ik kom naar beneden.”
We hebben onze koelkast uitgezet en kunnen dus aan boord niets koel houden. Ik doe gauw ook mijn korte broek aan. Dit lekkers wil ik niet mislopen en moet naar de koelkast van de werf. En om nou in mijn onderbroek over het terrein te lopen. Ik klauter naar beneden en neem de culinaire schat van hem over. Ik wens Mr Moustache een goede reis terug naar Frankrijk. Zowel de hond als de kat zijn mijn tijdelijke beste vrienden. Al miauwend, kwijlend en vol verwachting lopen ze mee naar de koelkast waar, voor hen teleurstellend, de lekkernijen in verdwijnen.
Sinds een paar weken staan we op de kant gestald. Leven we op een kleine 22 m2 en hoog en droog boven de waterlijn. De kogel is al een tijdje door de kerk. Rhapsody heeft de nodige onderhoud nodig en wij willen naar Nederland. De gesloten grenzen, de strenge economische regels van Nieuw Zeeland en het gemis van familie en vrienden na 3 jaar zeilen gaven de doorslag.
Al dagen klinkt het gewelddadige geluid van een schuurmachine om me heen. Al mijn vingers doen zeer van het met de hand secuur schuren van randjes en kozijnen in de boot. Ik kan geen schroefje meer zien die uit het teakdek geschroefd, afgeknipt en vervolgens weer teruggeplaatst moet worden afgesloten met een teakprop. En dat tussen de tropische buien door. Timing is hierbij van groot belang want die buien wisselen elkaar in rap tempo af. In mum van tijd verandert de werf van een droog stoffig terrein in een grote modderpoel. Het is zoeken naar een pad naar het toiletgebouw. Opgehoopt grind, balken en pallets leg ik neer om maar droge voeten te houden. Dit lukt natuurlijk niet. Al glijdend en glibberend met de modder tussen de tenen kom ik waar ik zijn moet. De slippers moeten uit voordat ik de veranda op mag. Op blote voeten zit ik op de wc tussen wegschietende kakkerlakken. Eenmaal terug bij de boot, dompel ik mijn voeten in een emmer water om enigszins schoon de boot op te kunnen.
Maar vandaag is het anders. Vandaag is het 25 juli. Onze eerste Zoendag. En deze begint dus goed. Mooi weer. Blauwe lucht en een stralende zon. En de lunch van Mr Moustache; Eigen gebakken brood rijkelijk belegd met de vanmorgen verkregen presidentboter en heerlijke Seranoham. Fransen bezuinigen op hun boten maar op het eten wordt alles behalve bezuinigd. Gulzig zet ik mijn tanden in deze lekkernij. Lekker leven kan zo simpel zijn.Maar dit is echt luxe. Na de laatste kruimel verorberd te hebben, pak ik mijn tas met douchegerei. Voor vandaag hebben we lang genoeg geklust. Een half uur later sta ik met net geborstelde haren en een vrolijk jurkje naast John. Ook hij ruikt weer fris en heeft een nette bloes aan. We gaan naar het dorp. Het is feest. Groot feest. Het beloofd een historische dag te worden. President Macron is in het land. En hij bezoekt als eerste Franse president de eilandengroep van de Markiezen.
Al een paar dagen worden naburige eilandbewoners met groot welkomsgetrom binnengehaald. Boten komen af en aan. Een verkenningsvliegtuig is gisteren overgevlogen om de situatie in te schatten. Ruiters oefenden met hun paarden en vertelden trots dat zij de president binnen halen. Vanuit het dorp klonk als je heel goed luisterde, het dof gedreun van trommels.
In de baai liggen een aantal net gearriveerde zeilboten. Sommige bijbootjes zijn al weg. De wegen zijn versierd met Franse en Frans Polynesische banners. Het voetbalveld is omgebouwd tot een openluchttheater. De originele tribune is een soort skybox waar straks alle hoge piefen mogen zitten. Daarvoor is een podium in de vorm van een boot, een Piroque, geplaatst. De verf is nog nat maar alles is af. Aan weerszijden van het podium zijn twee tribunes gebouwd. Elk goed voor 1000 man. In het centrum is een zee aan ruimte overgelaten. Dansers van alle eilanden zullen hier laten zien wat ze kunnen. Gisteren zijn we al stiekem gaan kijken toen men voor het eerst de choreografie doornam. Het lijkt chaos. Het lijkt ongeorganiseerd maar men heeft hier maar een half woord nodig om elkaar te begrijpen en kunnen een geslaagde uitvoering neer te zetten. Waar nu nog tijd is voor een geintje, een praatje en onoplettendheid, verandert morgen in opperste concentratie wanneer iedereen zich in traditionele kledij getooid heeft. Het dansen nemen ze uiterst serieus.
Bij de ingang worden we gecontroleerd op mondkapjes maar als we eenmaal zitten, gaan ze af. We zijn als gewoonlijk veel te vroeg. Er zitten nog maar een paar mensen op de tribune. Aangekleed alsof de president himself komt maar wacht eens even dat is ook zo. Zoetjes aan raken de stoeltjes bezet. Ik laat John achter en loop de trap af het veld op en achter de tribunes. Daar staan de dansers. Ze maken zich op, doen hun palmbladeren rokken goed. De energie is voelbaar. Snel wordt er nog een sigaret opgestoken. Zenuwachtig wordt er op en neer gelopen. Nog een uur en dan moet het gebeuren. 1000 man die straks het beste van zichzelf laten zien. Ze lachen in de camera. Eenmaal terug op de tribune worden er vlaggetjes uitgedeeld. Franse en Frans Polynesische.
Driftig zwaaien we met z’n allen wanneer het presidentiële vliegtuig overkomt. De dansers stellen zich op het veld. De eerste hooggeplaatsten nemen plaats bij het podium. De president zelf wordt door ruiters te paard begeleid naar de ingang. Als een held wordt hij binnen gehaald. Iedereen juicht, roept en joelt. Het enthousiasme druipt ervan af. Wat een feest. Wat heerlijk zoveel blije mensen bij elkaar. Macron wuift naar iedereen. Ik vraag me af of hij in Frankrijk ook zo geliefd is met al zijn maatregelen. Wanneer hij bij de microfoon aankomt en de menigte in het Markies begroet, kan hij niet meer stuk. Een onvoorstelbaar gejuich welt op als hij ieder eiland apart begroet. Er volgen veel beleefdheden, complimenten over het mooie land, over de kernproeven. Geen excuses wel medeleven. Vive les Marquises. Vive la Polynesia Francais. Vive La France! Ik ben de tel kwijt hoe vaak dit geroepen is en even zo vaak en stijgt er een enthousiast luid gejoel op. Inmiddels is het donker en gaan de spots aan. De start van het spektakel. Zoveel drums heb ik nog niet eerder bij elkaar gezien. Ze maken een hels kabaal en voor me doen de dansers wat ze moeten doen. Dansen. Energie en plezier spettert er vanaf. Vanaf bijna de bovenste rij kijken we naar dit zinderende spektakel. We overzien het hele veld. Ieder eiland zijn eigen dans. Vlekkeloos gaat de ene dans over in de andere.
Na afloop vertrekt de president via de zijkant en gaat lopend het dorp in om daar de traditionele maaltijd te nuttigen. Langs de route staan dranghekken om de mensen in bedwang te kunnen houden. Kinderen worden in zijn handen gegeven en op de foto gezet. Ik zie het vlak voor me gebeuren. In een flits roep ik naar John:“Ik ga proberen om hem een hand te geven.” Voor ik het weet sta ik tussen de mensen. Afstand houden kan niet meer. Wat als ik de president daadwerkelijk een hand kan geven. Wie kan dat navertellen. Als ik het dranghek bereik, is Macron eigenlijk al voorbij. Zonder na te denken roep ik: “Monsieur, monsieur.” Op mirakelse wijze hoort hij mijn Frans met Nederlands accent en kijkt om. Hij staat stil en reikt. Ik pak zijn uitgestoken hand en vertel hem dat ik Nederlandse zeiler ben. Even kijken we elkaar aan. Hij lijkt wat te willen zeggen en loopt dan toch door, afgeleid door het geroep van anderen.
Gierend van de lach ren ik naar John. Ik proest het uit: “Ik heb een president aangeraakt. Ik-heb-een president-aangeraakt!” Dronken van de belevenissen lopen we in het donker terug. In onze handen de vlaggetjes en op zoek naar ons paadje de heuvel af terug onze baai in. Eigenlijk wil ik doorlopen en voor de omweg gaan. Maar na de ontmoeting met Macron durf ik alles. Bijgelicht door de telefoon vinden we onze weg. Gevolgd door een paar matrozen van het regeringsschip Tahiti Nui dat hier gistermiddag allerlei gasten afgezet heeft is. Dronken zijn ze ook. Niet van het feest maar gewoon van de drank. Talloze keren bekijk ik het filmpje tot ik slaapdronken op mijn bed plof..
‘Surprises are the greatest gifts which life can grant us.”
-Boris Pasternak-
Prachtig mooi verhaal en wat een belevenis. Je hand inmiddels al weer gewassen?
Groetjes vanuit Sint Maarten
Joke en Henk