De borden zijn veelbelovend. Langs weg en op de weg zijn ze te zien. Koala’s! Daar nemen we natuurlijk geen genoegen mee. Wij willen ze in het echt zien.
Ze zijn een aantal keer gespot in het natuurpark hier om de hoek van onze ankerplaats. We lopen het desbetreffende park in. Mijn verwachtingen op succes zijn hoog gespannen. Veel wordt hier niet gelopen. Hoog gras en hoge varens versperren het pad. Het is een spel tussen omhoog en omlaag kijken. Omhoog om te zien waar ze zitten en omlaag om te zien waar ik loop. Op de grond zijn ook sporen te vinden. Keutels! We zien en vinden niks. Mijn nek doet inmiddels pijn van het voortdurend omhoog turen. Het paadje komt uit bij een droog vennetje. Ik neem maar wat foto’s. “Hier zullen ze wel niet zijn zonder eucalyptus bomen.” We keren om. “John, wil je even stoppen voor een pleister.” De schoenen die ik draag lopen heerlijk maar de bandjes wrijven mijn huid pijnlijk rood tot uiteindelijk een pijnlijke blaar. Het is niet zo gek dat het pijn deed. Helderrood bloed komt onder het zwarte bandje vandaan. Ik buk om mijn schoen uit te doen. Zonder leesbril kan ik niet scherp zien maar ik zie duidelijk dat er iets zit wat er niet hoort te zitten. Het is weliswaar zwart maar zeker weten niet het zwarte bandje van mijn sandaal. Met een felle veeg smijt ik wat het dan ook is van me af. Een bloedzuiger dacht een lekker maaltje te hebben. Vlug kijk ik allebei mijn benen na. Op mijn hiel ontdek ik er nog een. Geen bloed te ontdekken. Mijn laag eelt heeft me beschermd voor nog een bloeddorstige aanval.
Teleurgesteld verlaten we het gebiedje. We slenteren wat. Nog geen zin om terug naar de boot te gaan. “Hebben jullie de Koala gezien,” een vrouw spreekt ons aan. Meteen zijn we een en al oor. “Nee.” Ze geeft wat aanwijzingen maar ach, ze loopt toch die kant op en neemt ons mee. Al babbelend lopen we verder. Zonder haar hadden we de koala nooit gevonden. Ze wijst ons op de vele keutels op de grond. Inderdaad boven zijn keutels zit een koala. Hij beweegt wat en gaat zo verzitten dat we hem beter kunnen zien. Echt spotten in het wild kan ik het niet noemen. De boom die de koala uitgekozen heeft, kijkt uit op de achtertuinen van de beginnende woonwijk. Maar gezien is gezien en hij leeft in alle vrijheid. Nu wij hier staan, blijven verschillende anderen ook kijken. Een klein grietje vind het maar niks die is onderweg naar een verjaardagsfeestje. Ongeduldig jengelt ze aan moeders arm. Er zijn blijkbaar belangrijkere dingen dan een koala’s.
Toegegeven. Deze koala is niet de eerste die we gespot hebben. Lisa heeft ons de allereerste laten zien. Ze was zelf bijna enthousiaster dan wij. Koala’s hebben nou eenmaal een vertederende aantrekkingskracht. Lisa hoort bij Conrad. Samen zijn zij de eigenaren van onze buurboot aan de meerboei in Lake Macquarie. Nog maar net kennisgemaakt of we konden al fietsen lenen, hadden ze verse kruiden meegenomen en zelfs brood als we dat zouden willen. Vanaf het eerste moment klikte het. Op een snikhete dag neemt Lisa ons mee naar het strand van New Castle met aansluitend een barbecue bij hen thuis met een verkoelende airco. We mogen zelfs blijven slapen als we willen. Ik dwaal een beetje af geloof ik. Terug naar de koala’s. Lisa neemt ons mee naar een soort kinderboerderij met Australische dieren. Daar sta ik op ooghoogte met mijn eerste koala. Bij de ingang hangt een bordje met een waarschuwing voor dropbears.’ Australische humor. Ooit voor de grap de wereld in geslingerd om toeristen angst aan te jagen. Als je het minst verwacht, slaan ze toe. Beren die zich vanuit de boom boven op je laten vallen als je nietsvermoedend onder hen door loopt. Alsof ze al geen gevaarlijke dieren genoeg hebben.
In Port Stephens laat de wind nog even op zich wachten dus hebben we tijd om naar een opvangcentrum voor zieke en gewonde koala’s te gaan. Een telefoontje naar het centrum vertelt ons precies wanneer het de beste tijd is om ze te bezoeken. Direct na opening want dan zijn de verzorgers druk in de weer. De koala’s dus ook. Oude eucalyptusbladeren van gister worden vervangen voor knisperende verse van vandaag. Vuile vloeren worden schoongeveegd en keutels geteld. Sommige koala’s zitten nog hoog in de boom. Hoewel we weten dat ze er ergens zitten, valt het niet mee om het grijze pluizenbolletje te vinden tussen de groene bladeren en grijze takken. Anderen zien we naar beneden klauteren wat verbazend vlugger gaat dan ik dacht. Hierdoor we kunnen ze hier goed van dichtbij bekijken. Ik betrap mezelf op het praten met een koala als deze dicht bij het glas mij aan lijkt te kijken. We zien ze eten, knagen, geeuwen, klauteren en klimmen. We horen zelfs eentje brullen alsof hij een woeste bruine beer is terwijl we luisteren naar de interessante verhalen van hun verzorgers. Toch, hoe leuk, lief en knuffelig ze ook zijn, spottend in het wild voelt veel echter.
Maanden later en mijlen verder liggen we bij Magnetic Island geankerd. De sfeer van het eiland heeft veel weg van onze Waddeneilanden. Toeristisch maar op kleine schaal. Leuke restaurantjes, een ijssalon, een bar met avond-entertainment en een leuke hebbedingetjeswinkel. En een fantastisch strand met uitzicht op de de mooiste zonsondergang die je bedenken kunt. Echt het vakantie-eilandgevoel.
Achthonderd stuks. Minstens. Achthonderd koala’s leven hier in alle vrijheid. Eentje maar. Een van de 800 is mijn doel. De route die we lopen leidt langs oude verdedigingswerken, verre uitzichten en langs bomen bewoond door koala’s. Dus kijk ik in de verte, omhoog en omlaag. Dit keer naast keutels ook naar stokken op de grond. Het leuke hier is dat men gespotte koala’s verraad door een pijl van stokken op de grond neer te leggen. Als we de eerste spotten, ben ik verrukt. Ik kan mijn glim-ogen er niet van afhouden. Missie geslaagd en doel gehaald. Dit is nog maar aan het begin van onze kilometers lange wandeling over het eiland. Dus de kans is groot op meer. Na het hoogste punt van het eiland keren de meeste mensen om naar hun auto of bushalte. Wij lopen door en hier is het echt zoeken en speuren. We worden flink beloond. We vinden er wel 7.
Vrijwel roerloos zitten ze op een splitsing van stam en tak in een boom. Hoofd diep weggedoken tussen de voorpoten en steunend op de achterpoten. Het is nauwelijks meer dan een pluche bal. Ze zien er zo aaibaar uit. Soms zijn ze nieuwsgierig of in ieder geval even gestoord in hun slaap. Hun koppie wordt opgetild, draait eerst de ene en dan de ander kant op. Een uitgebreide geeuw en het strekken van de ledematen is alles wat we zien om weer met een zucht naar de beginpositie te gaan. Alsof iemand een muntje in de machine heeft gedaan en de tijd alweer om is. Koala’s zijn leuk, lief en knuffelig. Èn, spottend in het wild zijn ze veel echter. Zoals het hoort te zijn.
“Above all, watch with glittering eyes the world around you because the greatest secrets are always hidden in the most unlikely places.
– Roald Dahl –
Jullie werden echt beloond. En zeker, in het wild zijn deze lieve schattige beestjes leuker dan achter glas. Wat zien ze er toch knuffelig en aaibaar uit. Jullie hebben heel veel gezien, Nu op weg naar nieuwe avonturen.
Wat een prachtig mooie dieren en zo aaibaar.
Mooi verhaal.
Dank weer voor je verslag
Wat een dikke slome bolletjes! Wat is het nut van al dat haar? wordt het zo koud?
Moet je een bloedzuiger beet ontsmetten?
Ik heb het niet en er niets aan overgehouden.
Bloedzuigers gebruiken ze toch om wonden schoon te maken?
Dat haar?weet niet.. misschien juist om de warmte buiten te houden hoewel de nachten behoorlijk koud kunnen worden.
Wat een lekkere dikke droppies! En ik zie de twinkeling in je ogen voor me. De verwondering; lekker van genieten . Ik hoop ze ook ooit in het wild te zien!