“Land in zicht”, roep ik blij naar John. “Ik zie land! Echt!!” John staat op en tuurt over de blauwe golven van de Atlantische oceaan. In de verte doemen zwarte schimmen op van verschillende eilanden. Het is Lanzarote en daarnaast Isla Graciosa. In een baai ten zuiden van Isla Graciosa willen we ankeren. We hebben nog zo’n 25 mijl te gaan. De wind blaast ons zachtjes vooruit. De golven tillen ons op en nemen ons steeds sneller mee, lijkt wel. Alsof zij net zoals wij opgetogen zijn om aan land te geraken. De zon verwarmt mijn gezicht terwijl ik mijn ogen niet van de eilanden kan af houden. Ik zie ze echt. Het is zo onwerkelijk. Hier te zijn. Zo ver zuidelijk. Zo ver op de kaart. 29˚ 28̕ 285 N en 013˚ 15̕ 166 W schrijf ik in ons logboek. John heeft gelijk: “We zeilen elke keer een stuk verder.” Zo relativeert hij onze zeilreis telkens weer als ik dolgelukkig onze op eigen kiel behaalde nieuwe bestemming vier. Het is inderdaad steeds een stuk zeilen. Langer en verder. Het verbaasd me hoe snel ik eraan kan wennen. Toch ben ik blij met mijn kinderlijke enthousiasme bij het bereiken van onze bestemming. Ik wil er niet aan wennen. Ik wil niet dat het gewoon wordt. Het is ongewoon, we-are-heroes-in-het-klein en dat mag van mij zo blijven. De wind is inmiddels afgezwakt naar zo’n 8 knopen. We zetten de motor een beetje bij om de snelheid van ruim 5 knopen per uur te houden. Zo zullen we net rond zonsondergang aankomen. Na 4 dagen en 3 nachten bereiken we over een paar uur onze bestemming. Wat een heerlijk vooruitzicht de Canarische eilanden…en zo veel sneller bereikt dan ik dacht. Grote zeehelden, pioniers en vele vertrekkers zijn ons voorgegaan. En toch voelt het voor mij alsof we de eerste zijn, alsof wij de grote zeehelden van weleer zijn, die hier voet aan wal zetten om de eilanden te ontdekken. “Het is ons gelukt! Blij, trots en stil, sla ik een arm om Johns middel. Maar van binnen stroomt er kolkende lava door mijn aderen van opwinding. Genietend van de zon die inmiddels schitterend ondergaat achter de vulkanen. Een mooier tijdstip van aankomen bij dit eiland bestaat gewoon niet. In het donker varen we Playa Francesca in en gooien we het anker uit.
Bekijk ons filmpje: !!Graciosa Grandiosa!!
Vier dagen geleden zijn we dus op weg gegaan. De zon is nog niet eens op of wij staan al naast ons bed. Vandaag gaan we Rabat verlaten en maken we de oversteek naar Lanzarote. Het eerste eiland van de Canarische eilanden. Gisteren hebben we het havengeld al betaald; dat nam de nodige tijd in beslag omdat wij Nederlanders toch voor korting gaan als dat enigszins kan. Helaas heb ik een oud lidmaatschapkaartje bij me en wordt niet geaccepteerd . Welke bewijzen ik ook aanlever. John heeft 2 maaltijden, extra rijst en aardappelen gekookt. Allemaal om onderweg goed te kunnen eten!
Met de Zanzi-watertaxiservice alvast de diesel in jerrycans getankt ; de havenmeester moet zijn havenkantoortje uit en op zijn brommer om de gehele haven naar het tankstation rijden. Tankt de jerrycans vol met behulp van een trechter gemaakt van een halve colafles. Vervolgens krijg ik een papiertje mee met daarop hoeveel ik schuldig ben. Betalen doe ik in het havenkantoortje bij dezelfde man waar ik net getankt heb!? Tevens langs de douane om uit te klaren; dat lukt niet maar we kunnen het proces wel versnellen door het migratieformulier in te vullen en morgenochtend om 7 uur in te leveren. Het kost zeker een halve dag om dit allemaal te regelen. Tja, Marokkaanse tijd gaat twee keer zo lang mee.
Ook de loodsboot is op de hoogte van ons aanstaand vertrek bij hoogwater. Keurig op tijd, 7 uur, leggen we bij de douane aan. De papieren zijn snel geregeld. Veel lijkt het niet om het lijf te hebben. De hasjhond is dit keer een pittig beest. Dolenthousiast springt hij aan boord. Hij heeft er duidelijk zin in en wil graag onze boot van binnen besnuffelen. Wat een opluchting. Zijn begeleider trekt het dier tot 3 drie keer toe resoluut terug.
Met 4 boten vertrekken we uit Rabat. Vissers zwaaien uitgebreid vanaf hun bootjes en roepen bon voyage. Ik zwaai vrolijk terug en roep au revoir! Beseffend dat een weerzien zeer onwaarschijnlijk is, krijg ik een brok in mijn keel. “Wat een land, wat een cultuur, wat een eten, wat een mensen en wat een afscheid.”
“Ik ga ff liggen, zeg ik tegen John, als we de pieren uit zijn, de loodsboot bedankt en uitgezwaaid te hebben en alle drijfnetten hopelijk voorbij zijn. Ik voel me niet zo lekker. Verkoudheid, vastzittende hoest, volle holtes en darmen die veel sneller werken dan ik zou willen. “Nee, ik ben niet ziek nu al wat slaap pakken is mooi meegenomen,”hou ik mezelf en John voor de gek. Even slapen is echter niet genoeg. Als ik wakker wordt, bonkt mijn hoofd zo hard dat ik er hoofdpijn van krijg. Ik neem wat in tegen die hoofdpijn. Ik ga weer liggen achter mijn slingerzeiltje en schommel heen en weer op het ritme van de golven. Dan schrik ik abrupt wakker uit mijn slaap. Als ik om mij heen kijk, zie ik alles draaien. Waar ik ook naar kijk. Het is niet de bewegende boot. Ik heb het bloedheet en sla het dekbed van me af. “Rustig maar,” praat ik mezelf toe, niet te snel bewegen. Maar ik blijf maar draaien met mijn ogen. Ik heb het niet in de hand. Ik sta op en kijk op de verpakking of ik wel paracetamol ingenomen heb en niet een of ander kalmeringsmiddel. Gelukkig, het is gewoon paracetamol. Ik voel me misselijk worden. Zo vlug als ik kan ga ik naar buiten. Ruimte, lucht, koelte what ever dat me kan helpen. Buiten zie ik een eindeloze blauwe zee. “Wat doe ik hier? Vind ik dit leuk? Wat heeft me bezield om dit te willen? Waar was ik met mijn verstand?” Pijlsnel schieten dit soort gedachtes door mijn hoofd.
Voor het eerst verlang ik naar mijn bed die op een vaste vloer staat met heel veel ruimte, verduisteringsgordijnen en de quooker voor direct kokend water voor thee. Als een vaatdoek hang ik over een lier. Niet wetend wat te doen. John kijkt me aan, denkt al aan het binnenlopen van Casablanca als alternatief. Ik kijk nogmaals op. Het draaien wordt minder. De zee blijft evengoed eindeloos groot.
Ik ga weer naar binnen en in mijn bed liggen. En voor ik het weet sta ik voorovergebogen boven de gootsteen.
Zo gaat de eerste dag voorbij. De tweede dag ben ik al een heel stuk opgeknapt. Waar ik kan, houd ik de wacht zodat John even kan slapen. We zeilen zeer behoudend zodat we weinig van de boot en onszelf vragen. Het sturen hebben we aan Bertina overgelaten. Bertina is onze windpilot en doet al deze dagen uitstekend werk. Zij houdt Rhapsody keurig op koers. Wat ben ik blij met dat ding. Hoe het werkt,vraag het me niet maar het is een geweldige uitvinding. De derde dag knap ik verder op en kan langer een wacht draaien. Deze morgen komt een grote groep dolfijnen al springend van de ene golf in de
andere voorbij. Ze hebben dit keer geen tijd om te spelen. Zij zijn druk aan het jagen. Die golven worden trouwens steeds hoger en hoger. We zijn over een ondieper stuk gevaren. Direct daarna zie
ik achter me regelmatig een muur van water en rollende koppen naast beide zijden van de boot. We worden keurig opgetild.
Vervolgens gaat de golf onder ons door en zie ik een hoge muur van water voor me. John heeft geluk. Hij ziet vlak voor de eilanden een grote zeeschildpad in de golven zwemmen. Jaloers? Ik? Echt niet….eh.. stiekem toch wel….
’s Avonds komen we dus aan en voegen ons bij Zanzibar. Een paar uur later komt ook Blue Dream binnen. Ikinoo ligt afgemeerd in de haven van Lanzarote.
“Met wind in de haren en zon in de rug, ligt het land (zee) voor ons open. Met jou aan mijn zij, met jou op mijn pad, geen kwaad zal ik duchten want jij bent nabij”
-Stuk uit oud indianengedicht gekregen via Anne-
P.S. Jullie verwachten vast en zeker eerst nog een bericht over Marokko. Ons jachtige leven hebben we daar namelijk verruild voor een weekje vakantie door Marokko. We waren er echt aan toe 😉 Het verhaal is in de maak en volgt spoedig.
Jeetje Ada vervelend dat je ziek was. Ik las dat de andere dames ook ziek waren. Gelukkig kon je relativeren en is het goed gekomen. Kus van ons, jan en Jacqueline
Wat een verhaal! Hoop dat je je weer beter voelt. Zeker met al dat moois in het vooruitzicht.
Gaaf van het schildpad en de dolfijnen.
Wat een prachtige aankomst, zo met de ondergaande zon. Vervelend dat je zo ziek geweest bent. En hou je kinderlijke enthousiasme vast, want het is echt bijzonder om zo’n zeilreis te maken en je leuke verslagen te lezen.
Dit enthousiasme had ik ook want in twee dagen was het geregeld de vlucht een wandelboekje en de auto en … Op weg naar Lanzarote om iets te proeven van jullie avontuur. Liefs