Ik kan het bijna niet geloven maar het staat er echt: Do not panic. Call 211. Op dit eiland Tobago, of all places, staat een indrukwekkend groot waarschuwingsbord. Het bord komen we talloze keren tegen voornamelijk bij stranden. Worden we gewaarschuwd voor gevaarlijke stromingen, kans op verbranden, kwijtraken van onze spullen? Nee. We worden gewaarschuwd voor een boom. Ja, je leest het goed: een boom. De poisonous manchineelboom. Aanraken of eten van de vruchten of zelfs eronder staan bij regen kan een ernstige allergische reactie geven in de vorm van verbrandingsverschijnselen. Zo erg dat je kunt overlijden. Dus in dat geval: call 211 en do not panic!! Een foto laat zien om welke boom het gaat. Vanaf nu is voor mij elke boom dat geen palm of big bamboo is, verdacht!
Als ik er langer over na denk, geeft dit gemoedelijke eilandje toch meer redenen om in paniek te raken. Als wij net goed en wel voor anker liggen, horen we het verhaal dat Australiërs met hun dinghy omgeslagen zijn in de branding. Hij lag “down under”. De schrik zit dan ook goed in mijn benen als wij met onze scheepspapieren, paspoorten, portemonnee naar de kant varen. Alles gaat om de timing. Wacht de golf af en zorg dat je voldoende grond onder je voeten houdt. We worden steeds vindingrijker en blijven ook steeds droger. We hebben inmiddels de ultieme tactiek. Zo’n 10 meter voor het strand draait John de boot om en doet het motortje uit. Ik ga van voor naar achter en zit naast het motortje, draai de kraantjes dicht, haal de motor omhoog en zet m vast, een been hangt buitenboord om de diepte te peilen die door het heldere water ondieper lijkt dan het is. Ondertussen is John aan het roeien. En dan komt het erop aan: niet te vroeg met de golf mee uitstappen anders word ik met dezelfde gang weer teruggezogen met als gevolg een natte onderbroek( mijn jurkje heb ik tot mijn oksels opgetild), nee wachten , wachten tot ik enkelhoog water heb, eruit stappen, stevig staan, omdraaien, de boot grijpen en zoveel mogelijk haaks houden. Nog niet verslappen. Concentratie tot het uiterste gevraagd. Want de volgende golf kan alsnog voor een nat broekje zorgen. Dus stevig vasthouden en boot meenemen in het meegaande water. En dit allemaal in een paar seconden. Dan stapt John uit. We sjouwen de boot ver genoeg bij het water vandaan. Een alternatief is om met een hekankertje te werken. Die hebben wij niet maar vindingrijk als John is, bindt hij een stuk ketting aan een touw. Dat gooien we overboord en rapsodiegaat gaat niet meer verder. We hebben dit eerst uitgeprobeerd bij het strand. Het werkt. Nadeel: nu moeten we het laatste stuk zwemmen, een handdoek boven water houden en zelf alsnog een nat pak. Om af te koelen perfect. Maar om nou met een boodschappentas boven mijn hoofd zwemmend terug naar de dinghy te gaan is wel heel Spartaans. Nee dat hekankertje gebruiken ze hier om aan de grote pier vast te leggen. Dat anker zorgt ervoor dat het bootje niet onder de steiger komt en het anders bij hoogwater hopeloos vast komt te zitten. Lijkt simpel. Is het ook. Voor mij. Eerst wordt het anker achter de boot uitgegooid. Dan kan ik bij een laag gedeelte afstappen, hoewel dat bij laag water een stap van een meter kan zijn. Voor John is het anders. Vooral-een-do-not-panic-activiteit. Het lijntje aan de voorkant maak ik aan een hoger gedeelte van de pier vast. Daar moet John ook afstappen. Nou ja, afstappen, al balancerend van het bijbootje in een slingerende autoband naar zeker weer een meter hoger liggende kade. En dan ook weer een keer terug… Nog even tussen ons dat balanceren van John in het bijbootje is al eens mis gegaan… door ons provisorische anker in het bijbootje te tillen raakte hij uit balans en floep daar ging hij achterover het water in..gelukkig vlak achter de boot. Nee, ik heb m ech nie uitgelachen.
“Do not panic!!” John en Henk zouden dit geschreeuwd hebben als zij hun gedachtes hardop hadden uitgesproken. Wij, Zanzi en Rhapso, zijn in een huurauto het eiland aan het verkennen. Ik wil graag vogeltjes kijken en weet het adres. Ik heb het in Mapsme ingevoerd en de tablet aan Henk gegeven die als bijrijder fungeert naast John als chauffeur. De begeleidingmevrouw van Mapsme staat uit. Henk zoekt de kortste route zelf wel. Langs de kant van de weg staan soms mensen ons de weg te wijzen. Verbaasde blikken zijn ons deel wanneer we tot drie keer toe wel of niet een weg inslaan omdat Mapsme er nog niet van overtuigd is waar we zijn. De mevrouw van het verhuurbedrijf zei nog zo: Go Right! Everytime go right. Right? Right zeiden wij dan. Nu gaan we zeker niet right. Uiteindelijk heeft mapsme de weg gevonden. Nou ja weg? We rijden op een onverharde weg. Als echte dakarrallyrijders loodsen John en Henk, Tineke en mij door hetvalleitje. De weg wordt steeds hobbeliger en natter. Ik vind het niks. Ze kunnen daar voorin wel doen of ze met de rally mee rijden maar in een klein laag bij de grond autootje is dat geen pretje.. “Hoe ver.. hoe lang.. waar heen? Do not panic,” denk ik. Tineke en ik stappen uit als de weg meer uit water bestaat dan grond. Keren? Is dat een optie?Het lijkt mee te vallen en als cadeautje zien we de nationale vogel. Even later komen we wat werkmannen tegen en die zeggen dat rechtdoor the way out is en nog 5 min duurt. En ja aan het eind is er weer zwart asfalt. Het eiland is overigens fantastisch mooi, mooie vergezichten, maagdelijke stranden, dicht, dik en divers regenwoud en een prachtige waterval met kolibrietjes. Oja die vogeltuin? Laat maar.. duur betalen voor wat we eerder die dag al hebben gezien, zijn we echt niet van plan.
Where are you staying in the hurricane season? Niet in paniek raken. Het orkaanseizoen is pas vanaf juli. Chris, de Australiër van “down under” is bezig met plannen maken. Ook wij zijn druk bezig en maken plannen voor volgend jaar. Als we door het Panamakanaal willen moet dat in maart 2018 zijn om daarna maximaal van het zeilseizoen te profiteren. Dat is pas over een jaar maar het vraagt nu al om een volgende planning. Onze planning liep tot Suriname en Grenada. Maar dan? Is Grenada wel een logisch plek om na het orkaan verder te gaan richting Cuba. Halen we dat qua tijd? Als we rond gaan komen we hier weer en kunnen we de rest bekijken..Gaan we überhaupt wel door het Panamakanaal? We ontmoeten Engelse en Amerikaans zeilers. Zij zijn al rond geweest. Wij zitten vol met vragen. Zij vol verhalen. En ons nu achterlatend met nog meer vragen. We hebben al wel twee pilots gescoord: de Indische oceaan en de oostkust van Afrika met Madagascar! Wow! Wat een vooruitzicht en dromen en vooral do not panic. Alles heeft zijn tijd en plannen kunnen altijd gewijzigd worden… “write your plans at lowtide in the sand…., zeggen we tegen Chris” “Ah thats a good one”, zegt de Aussie. Die Chris zit overigens vol met verhalen! Zo heeft hij nog zo’n do-not-panic verhaal. Dit keer over naakt zwemmen rondom je boot als man. “Big fish bites in your willy. A german guy has some stitches now! So be carefull when you swim. Always wear swimminggear.” Ik heb er dan wel geen maar zwemmen naast de boot laat ik even uit mijn hoofd.
Help do not panic: Fransen in de baai. In een spookschip dat in film van de pirates of the Caribbean niet zou misstaan varen ze voor ons langs. Ze denken dat ik naar ze zwaai maar ik wuif ze hartstochtelijk weg. Weg van ons mooie uitzicht op de Pirates bay! En you never know met Fransen. We hebben al eerder in de clinch gelegen met Fransen. Nou ja onze ankers dan!. Het feit is dat we zonder waarschuwing van de stoïcijnse Fransman losgeslagen zijn. Maar das een ander verhaal.
Verder is er hier absoluut geen reden om in paniek te raken. Hoewel namen als Man of war bay en pirates bay wel vervaarlijk aan doen. Dit eiland is het meest authentieke Caribische eiland. Zoals het hier is, is het overal geweest. Zeggen de infoboekjes. De sfeer is laidback. Reggaeklanken van Bob Marley schallen over het water. We liggen prinsheerlijk in de baai. We worden omringd door heuvels met elkaar verdringende bomen erop. Het is een grillige muur met alle kleurschakeringen groen die ik van een schilderspallet zou kunnen halen. Hier en daar zijn dotten oranjerood toegevoegd. ‘s Morgens als het windstil is, is het wateroppervlak glad en wordt het onderwaterleven een klein beetje zichtbaar. Een schildpad is twee keer vlak achter onze boot boven water gekomen. Sierlijke en imposante Fregatvogels zweven boven ons. Meeuwen in grote hoeveelheden raken niet uitgelachen. Bruine pelikanen vliegen vlak langs de boot. Vanaf het land vallen ze onhandig in het water, scheppen water op met hopelijk een visje erbij en vliegen weer terug naar hun boom of rots. Als we over het strand slenteren zien we papagaaien. Fel groen en fleurig oranje. Een rog zwemt nietsvermoedend voorbij als we aan land willen met onze dinghy. Vissersbootjes varen af en aan vriendelijk zwaaiend. Soms komen ze langszij en vragen om hulp of bieden vis aan. Charlotteville is een lieflijk plaatsje. Een groenteman verkoopt sinds twee maanden op woensdag groente en fruit. Zijn winkel bestaat uit wat palen en een plastic doek. Van pallets heeft hij een voorraadkast gemaakt en daarboven stalt hij zijn groente. Een weegschaaltje en een rekenmachine. Meer is niet nodig. Hoewel het optellen laat hij aan ons over. De heerlijkste ananassen, papaya’s bananen liggen mij verlekkerd aan te gapen. Of is dat nou andersom. Wij zijn in ieder geval een vaste klant! Het ijskoude Caribbier smaakt heerlijk.De mensen zeggen ons vriendelijk gedag door “enjoy your day”te roepen En dat doen zij zelf ook.
Regelmatig is mijn hoofd onder water te vinden. De zanzisnorkelboot brengt ons op allerlei verschillende tijden naar het koraalrif. Achter een schermpje glas aanschouw ik, licht zwevend en meedeinend op de golven, de wereld onder water. In mijn oren klinkt het typische gorgelgeluid. Hoe langer ik kijk des te meer ik zie. Trompetvissen, inktvisjes, grote kleine vissen, blauwe ,oranje gele vissen, anemoontjes, varens, stenen die verschrikt wegzwemmen als ik te dichtbij kom. Papegaaivissen die schuw onder een rots verdwijnen en af en toe om een hoekje kijken of ik er nog ben. En vervolgens weer onder de rots verdwijnen. Vissen die nieuwsgierig op hun zij naar mij omhoog kijken. Hele scholen kleine visjes die sierlijk als gordijnen in de wind bewegen op het ritme van het water. Ze zijn voor, onder naast en boven mij.
Elke avond is het uitzicht weer verrassend. De ondergaande zon bedenkt onophoudelijk nieuwe scenario’s over haar ondergang en voert ze uit. Panic? Hier?Nee. Het enige gevaar is blijven plakken…
Do not panic:
Als plan A niet lukt, telt het alfabeth nog 25 andere letters!
-Clair Cook-
Wat schrijf je toch weer mooi, net of ik er bij ben.
Blijf genieten en No panic 😉
Wij genieten op afstand mee!
Groeten uit leiden
Heerlijk je beschrijving van het gezicht op de onderwaterwereld. En de rest ook, zeker geen paniekgevoel.
geen paniek Ada.
Sara, gefeliciteerd met je 50 verjaardag namens Fam. Huibers.
de foto’s zijn mooi en de verhalen zijn ook goed, ga zo door dan blijven toch kort in de buurt.
groet piet.
Heerlijk verhaal!! En wat leuk dat jullie Chris en Elayne hebben ontmoet. Wij hebben kerst en O&N met hun gevierd op Fuerteventura met veel bbqs. Doe ze de hartelijke groeten!
Ada en John, wat is er mooier om in zo’n omgeving je 50 ste verjaardag te vieren met hopelijk allemaal nieuwe vrienden. In gedachten vieren we het mee. Skol of beter, proost vanuit Oegstgeest. Jan en Jacqueline.