We gaan! We gaan echt! Maandagmiddag 4 juli gaan we om 13.00u vertrekken. De wind lijkt ons nu gunstig gezind te zijn. De hele ochtend staat in het teken van vertrek. Is alles goed opgeborgen? Hebben we alles bij ons? Ik voel me onrustig. Nu zullen we niet snel meer terugkeren. Nu gaan we beginnen aan een hele lange terugreis. Ik ruim op en ruim nog eens op. Haal nog een extra brood. Als het even mee zit kunnen we namelijk verder dan Dover komen. We moeten alles mee pakken wat kan. Ik haal ook nog salmiakballen. Altijd lekker. Er ligt nog zoveel meer in de schappen . Nu kan ik het nog meenemen. Straks niet meer. Allerlei wijze adviezen van anderen zeilers komen af en aan in mijn gedachten. Het is gekmakend. Ik wil weg . Weg omdat ik dan niet meer twijfel of we toch niet nog even dit en dat mee moeten nemen. Als we eenmaal weg zijn, moeten we het doen met datgene wat we aan boord hebben. Geloof me, dat is veel. Nooit genoeg voor de gehele reis. Dat kan ook niet, denk ik met mijn gezonde verstand. Terug in de boot kan ik mijn draai niet vinden. John is pasta aan het maken voor de 2 dagen onderweg. Ik doe van alles en doe eigenlijk niets. Als ik echter rustig ga zitten , bekomt me een heel andere onrust. Afscheid. De Happy Sailors zeggen dat dit het moeilijkste is van de reis. Afscheid nemen. Afscheid van iedereen die me lief is. Het is nu echt. Naar Denemarken was een gewone vakantie. Dit is anders. Dit wordt ons leven. Hoe zal dat zijn? Blijft het leuk? Durven we wel? Durf ik? Weer al die vragen die komen en gaan. Vlug iets anders.. ik voel tranen opwellen.. dan gaat de telefoon. Het is Ina ,mijn zus. Ze wil nog even mijn stem horen. Ik krijg een brok in mijn keel. We spreken af dat we elkaar zullen zien in verre oorden en ieder geval via de app en site.
“Zullen we maar gaan”, hoor ik John zeggen. “Ja”, zeg ik. Ik weet dat ik hier door heen moet en dat het me gaat lukken. Het is gevoel tegen verstand. De trossen gaan los. We varen en we gaan. Op naar IJmuiden.
De sluis is leeg. Wat een verschil met de vorige keer. Ik doe mijn ogen dicht en zie iedereen weer staan. Familie en vrienden op de kade in Alphen, de boten van het rondje Noord Holland, mijn zusje, Pieter, hun kids, John ’s ouders, zus en zwager hier op de brug over de sluis. De herrinnering is net zo sterk als de beleving toen. “Ik neem jullie mee”, zeg ik tegen mezelf. Ik hou me groot. Voor ons ligt de zee. Dit keer gaan we bakboord uit . “Point of no return”. Het avontuur gaat beginnen.
´s Nachts komt er een koufront over. Dat weten we. We bereiden ons voor op veel regenbuien en harde windvlagen die naar windkracht 6 zullen lopen. De windrichting en ons koerslijn langs shippinglanes en windmolenparken wordt bekeken en na 15 mijl zijn we 3 uur verder. Hiermee kunnen we zien op de windkaartjes of we de koers kunnen houden of niet. We zullen beginnen met rustig weer . Tussen 1uur en 7 uur komt het front over en gaat het waaien. Vlak voordat het donker wordt reven we het grootzeil en rollen we de Genua iets in. We houden een redelijk tempo en kan 1 van ons tweeën gaan slapen. Ik vaar graag ´ s nachts op open zee. Dus John gaat eerst naar bed.
De sterrenhemel is magnifiek vannacht. Er zijn zoveel sterren dat ik de grote beer niets eens kan herkennen. Ik zoek naar het bekende steelpannetje. Het zijn er echt oneindig veel. Cassiopeia heb ik wel snel gevonden. Ook mars staat in het oranje te glunderen boven de zuidelijke horizon. Wat is dit ongelooflijk mooi. En hoe nietig ben je dan als mensje op een bootje op zee. En toch voel ik me groots! Ik zit hier maar mooi in afwachting van datgene wat komen gaat. Het water twinkelt weer. Dan schuift er een zwarte deken voor het heelal. En wordt het donker, heel donker. Weg zijn alle sterren. “Dit is het koufront”, denk ik . Straks gaat het regenen en harder waaien. Nog 4 uur en dan wordt het weer licht. Dan zie ik alle golven weer.. Ik probeer zoveel mogelijk mee te bewegen en we mooi met de golven mee gaan.
John slaapt nog steeds als de wind naar 19 knopen gaat. “Hoe hard gaat het waaien?”, vraag ik me af. De meter tikt de 20 aan. Ik maak John wakker om te helpen de Genua in te rollen en de kotterfok uit te rollen. Ik wil voorbereid zijn. De boot gaat nog steeds rond de 5 knopen vooruit. John neemt het nu over en probeer ik wat te slapen. Slapen tijdens het zeilen wil me nog niet zo lukken. Het kraakt, tikt, klapt en suist in de boot. Ik hoor elk geluid en vraag me af wat het is. Ook elke golfbeweging houdt me wakker en alert. Het lukt me zowaar dit keer om te blijven liggen en niet direct bij elk geluid of beweging uit mijn bed te springen. Na 2 uur neem ik het weer over van John. Ik heb voor het eerst moeite met de bewegingen van de boot als ik binnen ben. Mijn maag draait om. Ik herken het niet. Ik moet naar buiten en voor ik het weet hang ik over de reling. Mijn remedie is eten! Tegen heug en meug eet ik iets. Ik voel me vrijwel direct een stuk beter.Heel frustrerend maar we lijken weinig opgeschoten te zijn door de wind en stroming tegen. De eerste shipping lane zijn we over. Vervolgens de tweede. Het is rustig en de boten die er zij, gaan rustig voor me of achter me langs.
Het wordt lichter . Verbazend hoe snel. De golven zijn hoog met brekende schuimkoppen. Ik probeer ze te ontwijken . Het is net een tikspel. Lukt het,om mij te pakken.? Af en toe schuift er een breker over het dek. Geeft niet. Ik zit droog achter de buiskap. Als ik even niet oplet, wordt ik in mijn nek gekieteld door de spetters van een golf. “Tikkie jij bent m!”, lijkt ie me na te roepen. De regen is uitgebleven. De wind gat naar 24 knopen. Rhapsody doet het goed. “Zal het harder gaan of juist minder?” Ik maak John wakker om het over te nemen. Ik ga naar bed. Even later merk ik dat de boot overstag gaat. Het klinkt rustig . Rhapsody ligt rustig op de golven. Het suist rustgevend en gelijkmatig. Ik doe mijn ogen dicht en slaap zowaar.
Als ik wakker wordt, komt de wind uit het noordwesten en neemt iets af. YES! We gaan lekker. Dover is nog ver. Dat wel. De zon schijnt en mooie wolken verschijnen aan de lucht. De buien zijn uitgebleven of zijn ons voorbij gegaan.
Heel onverwacht valt de wind ’s middags geheel weg en is er nog een behoorlijke deining. We proberen zoveel mogelijk wind te vangen en zetten de zeilen vast tegen het klapperen. Dit duurt niet lang. We gaan nog geen 2 knopen vooruit. De motor gaat aan.Het zeil dat alleen wil klapperen, laten we zakken en rollen we in. Met dit tempo halen we hopelijk Ramsgate
Radio Oostende geeft een weerbericht door: noordwestenwind 4à5 bf en windvlagen van 6. Wij hebben vrijwel geen wind en de wind komtuit het oosten. “Waar is die wind dan?”zeggen we tegen elkaar. We hebben nog steeds de motor aan omdat we niet of nauwelijks vooruit komen. Dover is nog ver, heel ver. We hebben water gekookt en heerlijk gegeten nu het zo rustig is. Ik besluit om te gaan slapen. Het is rond 23 uur. De stroom gaat bijna meelopen en gaan we harder. Terwijl ik lig voel ik dat de boot stabieler ligt en heel constant door de golven gaat. En zowaar, ik slaap weer. Als ik wakker wordt rond 4 uur, gloort er weer licht. “Waar zijn we?”, vraag ik. “We zijn ter hoogte van Dover”, roept John terug. “Vlak bij dover?” Ik kan het niet geloven.
Als ik op sta, zie ik vaag de contouren van de krijtrotsen en de haven van Dover. We zijn in die paar uur heel snel gegaan. De stroming en de wind heeft ons laten versnellen en in hoog tempo gaan we door de Straight of Dover. Uit de haven van Dover zien we zeilboten komen. Zij beginnen net. Dat betekent dat we hier precies op de goede tijd zijn en we weer de stroom mee hebben. “Die frustrerende langzame mijlen midden op zee van de eerste nacht heeft er voor gezorgd dat we hier op dit tijdstip zijn”, zeggen we tegen elkaar. De zon komt langzaam achter me op. De stralen verwarmen mijn gezicht. Dit belooft een mooie dag te worden. Zo mooi dat we richting Eastbourne gaan. We voelen ons allebei opperbest en van vermoeidheid is geen sprake. Eastbourne is een makkie met deze Noordwesten wind. We verzetten onze horizon en gaan door naar Brighton. We zullen daar met genoeg water onder de kiel aankomen. De kliffen van Beachy head vormt een prachtig decor. Rond 16.00u liggen we vast aan een drijvende pontoon. 230 mijl verder!!
“Heen en weer rollen de golven, spel van natte zoen.
Brekend schuim fluistert bevlogen, leef nu want nu wordt toen”
Lekker dan! Je beschrijft het afscheid zo puur, oprecht en van jouw tenen dat ik hier zit te janken. Vanaf de kade weet ook nog zo exact hoe het voelde om met elkaar daar te zijn. De knuffels; ik voel de warmte nog steeds.
De andere kant; HET avontuur en de eerste nacht … Jullie met de wind, het water en de sterren. Prachtig! De wereldreizigers zijn gestart!
Dikke knuffel en well Done (nu een goede pint op het succes)
Ha ada en John, je kaartje weer gevonden, dus eindelijk ” bijgelezen”!
Veel mooie avonturen gewenst en een fantastische reis wens ik jullie toe.
Wat een talent van schrijven. We proeven de spanning, emotie, verwondering en rust.
Blijf lekker schrijven dit wordt een ongelooflijk mooi boek waar wij de reis helemaal van mee mogen beleven.
De spanning is voelbaar. Wel of geen wind ,overgeleverd aan de krachten van de natuur. De sterrenhemel…prachtig beschreven.
Lief zussie wat kun je dat toch goed. En heel veel plezier , jullie zijn ECHT begonnen aan je / jullie grote reis. Xx
Hallo Zeevarende.
Jullie verslag, Dag Nederland! Wij gaan!, van middag samen gelezen. Het is een sprong in ’t diepe., die je niet zo maar neemt. Je hebt er over gelezen, met verschillende over gepraat. Diploma’s gehaald en dan komt het moment van de beslissing. Spreekt een datum af, nam afscheid en vertrok. Eerst in bekent water, je hebt vakantie gevoel. Dan komt het onbekende het avontuur, doen. wij er wel goed aan we laten alles achter ons. Vergeet niet dat je altijd weer terug bij je fam. kan komen. Wij zullende hele weg volgen vol spanning wat jullie nu weer mee maken, Wij leven allemaal mee. en genieten er van.
Een voor spoedige en behouden vaart gewenst!
Heel veel liefs en een prachtige reis,
Kus Mama en Pa,
Groetjes en tot weder zien over ……..?
Spannend, best een beetje jaloers 😉