Verlegen giechelen kinderen achter hun handen wanneer wij op hen reageren. “Halo, how are you? Where are you from?” Het zijn hun meest gestelde vragen. Ook studenten maken graag een praatje met ons. Opvallend daarbij is, dat ze niet heel veel verder komen dan de jonkies. “Hee mister,” is er ook zo een. Vrijwel bij iedere stap krijgen we dat te horen. Ik heb een poging gedaan om uit te leggen dat ik een miss ben. Onbegonnen werk. Vrolijk blijf ik daarom reageren op ‘hee mister. Ook vandaag hier in Ambon.

We lopen in een drukke straat. Een opvallende verschijning want lopen doet men hier nauwelijks. Men neemt een ministadsbus, een fietstaxi of gaat achterop bij een motor bij gebrek aan een eigen auto. Wij vallen dus op. Natuurlijk ook door onze ‘bulee’ huidskleur. Talloze stadsbusjes laten we voorbij gaan.


Maar juist door dat lopen, maken we veel contact met de Ambonezen. We doen ontdekkingen die we anders zou missen. Zo ga ik op de foto met een man die een KNVB-shirt draagt. Talloze kinderen die vanuit hun huizen ons naroepen. We vinden een wasserette aan huis in een achterafstraatje vlakbij de boot. Een jongedame wisselt superblij een paar woorden in het Nederlands uit omdat zij dat aan het leren is. We lopen langs volle ‘studentencafeetjes’ op straat waar snacks en limonade verkocht worden. Kleine werkplaatsjes die allerhande spullen repareren.

We bevinden ons in smalle nauwe straten dat als een waar labyrint door een kampong loopt. Verbaasde gezichten wanneer ze ons zien. Lachend omdat we via dezelfde route terug lopen vanwege het dood lopen van dat straatje. Een open riool langs het pad om het regenwater en alles wat daarin terecht is gekomen af te voeren. Riviertjes vol afval die uitkomen op zee. Maar de straatjes zijn schoon geveegd.
Een dame op een scooter stopt voor de tweede keer naast ons. Nadat ze eerder de gewone vragen heeft gesteld, stelt ze zich nu officieel voor. Ze heet Marilyn en is een Engels docente. Ze is uitermate vrolijk en erg enthousiast over deze ontmoeting. Een ware spraakwaterval. Dit keer ratelt ze aan een stuk door. Of wij al naar Fort Amsterdam zijn geweest. “Nee?” Haar ogen gaan glimmen. Voordat we het goed en wel beseffen hebben we een afspraak voor de volgende dag. Oppikpunt bij de kerk. Man en kinderen gaan allemaal mee. Ze kan haar geluk niet op. Ze maakt verschillende foto’s want ze verwacht dat niemand haar zal geloven. Een beetje beduusd lopen we verder. “Dat hebben we snel en gemakkelijk geregeld.”

Het is nog in de ochtend en toch al flink warm. Lopen, wordt slenteren. Als slenteren, sjokken wordt, is het tijd voor een Indonesische lunch. Op de terugweg met onze handenvol boodschappen, pakken we toch maar zo’n stadsbusje door simpelweg onze hand op te steken. Met gebukt hoofd stappen we in, zetten onze tassen naast die van anderen en wanneer iedereen wat verschuift kunnen we ook zitten.
’s Avonds ontvang ik chatberichtje. “Ada, remember tomorrow at the church.” “Het gaat morgen door hoor,” vertel ik John. Ze nodigt ons tevens uit voor een lunch bij haar thuis op zaterdag. Verbaasd lees ik het berichtje nog eens. Het staat er echt. Ons plan was om zaterdag verder te zeilen. Maar deze uitnodiging kunnen we gewoonweg niet laten lopen.
Terwijl we op weg zijn naar onze afspraak bij de kerk, hoor ik mijn mobiel piepen. Een bericht. Oei. Ik kijk John bedenkelijk aan. Dan lees ik het. “Zijn jullie al onderweg. Ik moet mijn kinderen nog wegbrengen naar school. Blijf staan dan haal ik jullie daar op. Waar zijn jullie precies?” Ik heb natuurlijk geen idee. Dan belt Marilyn. “Laat het me maar zien.” Via de video show ik haar de omgeving. “Blijf daar. Ik haal jullie daar op.” Binnen 5 minuten staat ze naast ons. Ze is overigens zonder de kids en haar man. De kids moeten naar school. De man naast haar is niet haar man maar een vriend. Haar eigen man moest gewoon naar zijn werk.
Nou het wordt een volle middag. Zodra we de drukke stad uit zijn, wordt de omgeving groener. Kruidige geuren walmen vluchtig de auto in. Buiten zie ik kleden vol met de kruidnagels. Ik probeer zoveel mogelijk te zien en wil overal wel stoppen. Maar Marilyn is niet te stoppen. Ze gaat recht op haar doel af. Ze babbelt aan een stuk door. Ze vertelt veel en vraagt ons veel. Het wordt een heerlijke uitwisseling van culturen. De invloed van de VOC komt natuurlijk ter sprake. Fort Amsterdam is namelijk ooit door de Nederlanders gebouwd. Marilyn kan zich niet herinneren of het op school behandeld is. Wij vertellen haar dat de VOC het volk ook onrecht aangedaan heeft. Ze wil daar helemaal niet aan. Ze vertelt dat de Nederlanders veel ten goede veranderd hebben. Introductie van onbekende groentesoorten en nieuwe manier op groentes te verbouwen. Wortel en kool stonden daarvoor niet op het menu. Ook de wegen en bruggen zijn aangelegd op initiatief van Nederlanders. Dat herinnert haar aan een verhaal dat haar overgrootvader aan haar opa vertelde. Als kind moest ’s avonds voor het donker thuis zijn. Deed je dat niet dan kreeg de koppensneller je te pakken. Die nam je hoofd mee om bruggen mee te bouwen. Lachend gaat ze verder dat de Molukse bruggenbouwers vaak te horen kregen dat ze hun hoofd moesten gebruiken. En dat ze dit iets te letterlijk namen.



Ondertussen zijn we aangekomen. We stappen uit de auto en volgen Marilyn. Het is het oudste gebouw van het eiland. Een moskee uit 1414. Het is een eenvoudig gebouw als je het vergelijkt met de protsige dingen die ze nu bouwen. Het is volledig van hout en met zoveel schoonheid, liefde en precisie, zonder spijkers, in elkaar gezet. Een display showt alle ambachtelijke handelingen. Het hout stamt ook uit 1414 ondanks dat ze het een aantal keer verplaatst hebben. De dikke houten balken zijn steeds hergebruikt. In mijn beleving is dit een religieus gebouw in zijn puurste vorm.


Bij het Fort Amsterdam is het druk. Niet vanwege bezoekers maar door werklui. Allerlei mannen zijn druk in de weer met tegels voor een pad naar het fort. Het fort zelf is nog niet zo heel lang geleden spierwit geverfd. Het houtwerk in prachtig okergeel. Het is nog niet af. De muur erom heen moet nog geschilderd worden. Het contrast maakt het juist interessant. Het is een apart hoog vierkant gebouw gebruikt als vesting. Vesting tegen de vijandelijke koning aan de overkant en tegen de Engelsen. Maar boven al was het een pakhuis voor de specerijen kruidnagel en nootmuskaat.


Op de terugweg stoppen we bij een kraampje aan zee. Ik kijk mijn ogen uit. Een man hakt in een handige zwaai kokosnoten open. Vermoedelijk zijn vrouw maakt van het kokoswater felroze kokosnootdrankjes.

Het winkeltjes ernaast verkoopt allerlei lekkers waaronder kroepoek. Marilyn nodigt ons uit om op een picknicktafel plaats te nemen. Op een grote lage tafel met een dak voor schaduw nemen we plaats. De verkoelende zomerse zeebries is heerlijk. In het midden op een kleiner tafeltje plaatst de vrouw 3 exotisch drankjes. Frambozensiroop, melk, ijsblokjes, zachte stukjes kokos en kokoswater maken het mierzoet maar lekker. Marilyn heeft ook pisang goreng voor ons besteld. Gebakken banaan met sambal. “De lekkernijen van Ambon Manis.”zegt ze vol trots.

Het is niet te versmaden. Zoet Ambon. Niet alleen de lekkernijen zijn zoet. De mensen zijn dat ook. De gastvrijheid van Marilyn is ongekend. Marilyn herhaalt haar vraag van gister. “Waar verblijven jullie? Net als gister zeg ik: “Op onze boot. We wonen op een zeilboot.” Ze kijkt me niet begrijpend aan. Ik graai in mijn tas naar mijn mobiel. Ik laat haar een foto zien waar we nu liggen. “We liggen bij het drijvende visrestaurant,” leg ik haar uit. Ze staart naar de foto. Haar gezicht straalt eén en al ongeloof uit. “Echt? Dat wil ik zien,” flapt ze eruit. “Mag ik het zien?” herhaalt ze terwijl ze nog steeds onder de indruk van de foto is. En natuurlijk zeggen we ja. Hoe zouden we dit simpele verzoek kunnen weigeren. “Mijn man en kinderen willen het ook vast zien.” “Tuurlijk, ook welkom en eet maar met ons mee in het restaurant.”

Als we thuiskomen bij het visrestaurant spreekt een jongeman ons aan. Het lijkt of hij op ons heeft zitten wachten. Terwijl hij met zijn vrienden at in het restaurant, is hij nieuwsgierig geworden naar de boten. Vooral de onze. “Zijn jullie gepensioneerd” “Nee, nog niet.”Algauw gaat het gesprek over Rhapsody. “Mag ik binnen kijken? “Eh ja.” “Zij ook?” Een drietal jongeren stappen even later aan boord. Bintang kijkt zijn ogen uit en stelt brei aan vragen. Dit zou hij later ook wel willen. Een boot en reizen. Bij het horen van de prijs van de boot is hij een beetje gedesillusioneerd. “Blijven dromen, dat hebben wij ook gedaan.” “Dream big,” herhaalt hij. “En neem dan kleine stappen richting dat doel. Ook al haal je je grote droom uiteindelijk niet. Onderweg ernaar toe ontdek je en doe je heel veel andere dingen. Dingen je van tevoren niet bedenken kan.” “Dus als ik niks doe, geen droom heb om naar uit te kijken, om naartoe te werken, blijf ik zitten waar ik nu sta?” “Precies!” Het is een levensles die hij niet meer vergeet. Als hij uitgegeten is en vertrekt herhaalt hij mijn woorden. “Dream Big. Small steps!” “Kamu bintang!”roep ik heb na. Je bent een ster. Aan zijn naam zal het niet liggen.
Uiteindelijk komt Marilyn die avond alleen met haar oudste dochter. Ze is zo verwonderd en zo onder de indruk. Ik kan me niet herinneren iemand zo blij gezien te hebben. Ze maakt zoveel foto’s dat ik ze vergeet te maken. Wanneer ook zij vertrokken zijn, heeft John een Bintang nodig. Een groot blik koel bier wordt geopend.
Ambon is een interessante plaats. Goed ankergrond dicht bij de stad heeft het echter niet. Jeffrey, de eigenaar van het visrestaurant zag een mogelijkheid om wat extra geld te verdienen. Hij nodigt de zeilers uit om met hun boot aan zijn drijvende visrestaurant aan te leggen. Het is een heel groot vlot dat vastgezet is aan betonblokken op de bodem van het water. Het vlot bestaat uit een simpel keukentje, een restaurant gedeelte en verder tientallen waterbasins voor gevangen en gekweekte vis. Het afmeren is gratis. Het is wel de bedoeling dat je een keer in zijn restaurant gaat eten. Verser kan niet. Engels spreekt het personeel nauwelijks. We praten via Google translate of via de jongste zoon die heel graag zijn Engels wil oefenen. Hun bootje is ons pontje naar de kant. Heel handig met het droogvallende water aan de walkant. Ze brengen ons weg en halen ons weer op. Ideaal. De pedante vislucht nemen we voor lief. En de om te huilen hoeveelheid plastic afval dat bij vloed voorbij drijft ook.
Ruim op tijd slenteren we de volgende ochtend door de wijk. Opnieuw op weg naar de kerk. Daar zullen we Marilyn treffen voor de lunch bij haar thuis. Gister was zij heel erg vroeg. Vandaag is ze laat. Op de hoek van de straat vergapen we ons aan het straatbeeld. Wat een drukte. Na weken in Raja Ampat te hebben gezeild is dit een ongelooflijke overgang. De enige drukte daar was onder water te vinden en zelfs dat was een stille overzichtelijk wereld. Hier rijden auto’s, busjes, fietstaxi’s en daar tussen door scooters. De hele breedte van de weg wordt gebruikt. Slingerend halen de snelle scooters andere voertuigen in. Overal zijn straatventers met piepkleine keukentjes op een kar. Regelmatig worden we aangesproken of we een taxi nodig hebben. Ook de eigenaren van de scooters proberen ons over te halen om zo een zakcentje bij te verdienen. Ik kijk hoe laat het is. “Ze zal toch wel komen?” Dan klinkt mijn mobieltje. Marilyn aan de lijn. “Ik kom er aan hoor maar niet met de auto. Mijn man is moe. Dus ik haal jullie op met een motorcycle.” Nog voordat ik iets kan zeggen, hangt ze weer op. “Nou, ze komt eraan,” zeg ik tegen John, “niet met de auto maar we moeten bij haar achterop.” Regelmatig komen scooters voorbij met hele gezinnen er op. Man vrouw en twee kinderen. Ik vraag me af hoe wij, drie volwassenen zouden moeten passen op de scooter. En dan hier tussen dit verkeer. En een heuvel op. “We zullen het wel zien,” zegt John laconiek. Terwijl ik me dat afvraag komt Marilyn de hoek om. Lopend. “Shall we go?” Ik verwacht achter haar aan te moeten lopen maar tot mijn verbazing houdt ze een eerste man met scooter aan. En vervolgens nog twee. Ze heeft allang 3 scooters voor ons geregeld. Je kunt namelijk online vooraf een taxiscooter regelen. Daarom bleven de mannen hier zo hangen. Er wordt een helm in mijn handen geduwd en ik zet deze op. Beetje onhandig stap ik achterop. Ik heb namelijk een rok aan. Zodra ik zit en mijn rok nog een beetje fatsoeneer, spurt de man al weg. Eerst hou ik me losjes vast maar al gauw verstevig ik mijn greep. Over zijn schouder kijk ik mee. John en Marilyn zijn al ver vooruit. Vliegensvlug schieten we van de ene auto naar de andere om er voorbij te gaan. Dan links en dan rechts van me. Af en toe rijden akelig dicht langs de afwateringsgeulen. Zodra we de heuvel opgaan wordt het verkeer iets rustiger. Het liefst houd ik mijn ogen dicht maar dan kan ik niet op tijd meebewegen in de kronkelende bochten. Een voordeel van de scooter is dat je over smalle paadjes kunt rijden. Het asfalt wordt verruild voor een hobbelig onverhard pad met kleine hoge bruggetjes. Ik moet me inhouden niet te gaan gillen. Na 15 min, in mijn beleving minstens een uur, stoppen we. Opgelucht stap ik af. Marilyn rekent een inieminie bedrag af.

We zijn vlak bij haar huis. De huizen staan hier op de berg dicht op elkaar eigenlijk zoals overal in de stad. Amper een stukje eigen grond. Haar huis is best wel groot. Een grote woonkamer en verschillende slaapkamers allemaal op de begane grond. Als ik een stap in haar keuken zet, verontschuldigt Marilyn zich voor haar huis. “De keuken moet nog verbouwd worden.” De keuken is buiten aan het huis gebouwd. Het is niet meer dan een afdak met daaronder wat open kasten met een veelvoud aan kookgerei. Het gasfornuis zijn twee grote losse gasbranders.


Ik vind het schitterend. Het is zo leuk om een inkijkje te krijgen in het Ambonese leven. Ze heeft heerlijke gerechten gemaakt. Soep volgens moeders recept. Wat verdacht veel op onze Hollandse groentesoep lijkt. Rijst natuurlijk met verschillende vleesgerechten. Gekruid met de kenmerkende Indonesische specerijen. Haar man en kinderen laten zich niet zien. Te verlegen en de man heeft zijn rust nodig. Hij is politieman en heeft de nacht doorgewerkt. De kinderen komen verlegen giechelend als ik mijn zelfgebakken cake geef. Ik geef Marilyn als bedankje een Nederlands blikje. Als ze het opent reageert ze alsof ze een diamanten ring heeft gekregen. Het is een vijf eurobriefje. Het is iets dat ze heel graag zou willen zien. Nu heeft ze het in haar handen en mag het houden. De onderwerpen van gesprek aan tafel zijn vrij serieus. Ze vraagt hoe in Nederlandse kinderen opgevoed worden. Ze verteld over de schermutselingen in de jaren 90 tussen de christenen en de moslims op dit eiland. Als kind van 8 heeft ze moeten vluchten voor het geweld. Ze heeft voor haar ogen haar huis zien afbranden. Niets konden ze meenemen. Ze praat en wordt emotioneel als ze dit verteld. Nu zijn de gemoederen gesust maar ze zal nooit in het donker alleen door een moslim wijk lopen. Ze vraagt zich zoveel dingen af en is zo gretig.

Haar buurman Chris is een Nederlander. Een Molukker die teruggekeerd is na zijn pensioen. Ze staat erop dat we hem ontmoeten. Ook hier worden we gastvrij onthaalt. De buurman komt uit Moordrecht. Als ik hem ernaar vraag, vertelt hij over zijn jeugd in Nederland en de problemen van die tijd. Zijn opa heeft hem uit voorzorg uit Moordrecht gehaald en naar Groningen gebracht zodat hij op hem kon letten. “Dat was maar goed ook. Ik was in die tijd geen lieverdje.” Ik vertel mijn herinneringen en de vechtpartijen in Alphen. Zo mocht ik bijvoorbeeld niet uitgaan van mijn vader. Hij vraagt naar namen en ik noem mijn vriendin van de havo.

“Kun je hier gemakkelijk wennen?” Chris spreekt de taal vloeiend waardoor ze ze hem niet zo makkelijk in de maling kunnen nemen. Voor de jonge generatie Nederlandse Molukkers is het moeilijker. De levensstandaard is niet zo hoog als in Nederland. En een goede baan is niet makkelijk te verkrijgen. Ze zijn hier even en gaan veel liever naar een resort aan het strand. Na dit interessante gesprek lopen we verder. Marilyn heeft niet gelogen. Vanaf haar berg kun je prachtig over Ambon heen kijken. Zelfs Rhapsody is zichtbaar aan het drijvende visrestaurant.

Terug nemen we de benenwagen en lopen een pad dat vrijwel niemand gebruikt naar beneden. We lopen langs kleine winkeltjes en kerkjes. Passeren afvalbergen en wonderlijk grote bomen. Beneden nemen we afscheid van deze wonderlijk, energieke vriendelijke dame. Onze hoofd gonst nog na van alle indrukken wanneer we onze schoongewassen was ophalen in de kampung op weg terug naar onze rustig wachtende Rhapsody. We zijn er stil van.
‘Vriendelijkheid is moeilijk weg te geven; het wordt bijna altijd teruggegeven.‘
Ik kan mij goed voorstellen hoe het achter op de scooter gaat,
en links en recht het verkeer,
en dat het allemaal goed gaat snap je niet, en met hele gezinnen
Ik durf niet meer achterop,
maar jullie hebben weer een fantastische tijd
Geniet en geniet
Liefs van tante Nell
Wat een ongelooflijk mooie ontmoeting en een geweldige belevenis.
Weer een fantastisch verhaal met mooie plaatjes.
Complimenten voor het bijhouden van het blog, niet altijd makkelijk.
Wij kijken al weer uit naar het volgende.
Fair Winds.
Groet Maarten & Thea “Nostress”