RHAPSODY

vastgehouden

Het is een ongewoon heldere dag. De zon straalt uitbundig tussen dartelende wolkjes aan de lichtblauwe lucht. De puntige rotsen van Ua Pou zijn al vanuit Hooumibay op Nuku Hiva te zien. De zee is ongewoon kalm. Een prachtige dag om de zeilen uit te slaan en van eiland te veranderen. Uur na uur wordt het eiland voor ons groter. De kathedraal van Ua Pou zoals de Fransen de bergpartij noemen, wordt steeds majestueuzer. En achter ons verdwijnt Nuku Hiva naar de achtergrond.

Ons anker valt achter de strekdam in een zanderige bodem dat langzaam oploopt en overgaat in een zandstrand. Het is daar een drukte van belang. Muziek, lachsalvo’s en spelende kinderen. Onder de bomen staan grote pick-ups en daartussen tafels en stoelen. Op de barbecue liggen stukken vlees klaar om gegeten te worden. Het is zondagmiddag. Op dit moment beseffen we nog niet dat dit eiland ons de komende maanden onderdak zal verlenen en we dit weekendgevoel nog een aantal malen zullen beleven. De volgende dag als we het dorpje inlopen, zien we bij het postkantoor een affiche. Een affiche met een uitnodiging om je te laten registreren om het covidvaccin te krijgen. Nog diezelfde middag staan wij keurig op de lijst. Enige voorwaarde is dat wij hier minimaal 6 weken zijn. Geen probleem. We moeten toch wachten op onze bestellingen.

Het wachten op, houdt ons hier. Langer dan dan we dachten maar zeker niet langer dan we wilden.We wachtten tevergeefs op de vaccinatieafspraak vanwege het zoekraken van de registratielijst. De bevestigde tweede werd kort voor de afspraak afgezegd. We hopen op een derde mogelijkheid. Wat ons werkelijk hier houdt, is het eiland zelf. In mijn ogen het mooiste eiland van allemaal. De bergpartij op de achtergrond heeft een grote aantrekkingskracht. Elk moment van de dag anders. Soms volledig in wolken verstopt om aan het eind van de dag zichzelf geheel te laten zien. ’s Morgens nog net donker maar voldoende licht om de contouren van de bergen te zien in de laatste uren van de volle maan, het kan niet magischer. Steeds weer overvalt de schoonheid me. We zien het gortdroge land veranderen van bruin naar groen door de fikse buien ’s nachts en die de bergen overdag in een mysterieus daglicht zetten. Cactussen vacuüm gezogen door de droogte, springen bijna uit hun vel door overvloedige inname van het plotselinge beschikbare water. De waterstraal uit de tap is van een piesstraaltje in een krachtige waterval veranderd. De tuinen mogen weer gesproeid worden en wij mogen onze was doen. Verschillende keren vergapen we ons aan de vrachtboten die vlak voor onze neus aanmeren. Regenreservoirs, auto’s, paarden, bouwmateriaal en kano’s worden uitgeladen. Soms staat er een met palmbladeren versierde open truck klaar en dient als begrafenisauto om even later als gewone truck zijn werk weer op te pakken. Kratten vol vers fruit gaat aan boord mee terug. Een drukte van belang en vooral op het sociale vlak. Er is altijd eten te verkrijgen en altijd wat te kletsen. Hier achter de strekdam aan het strand zien we werkelijk van alles. Helikopters landen een paar keer per week om zieken te vervoeren naar het ziekenhuis op het nabijgelegen eiland. “Elicop” zoals de kinderen ze enthousiast noemen, staan zo dichtbij dat we de penetrante kerosinelucht in de boot kunnen ruiken. Als er matrassen uit een container komen dan wordt er wat georganiseerd. Wanneer vrouwen bloemen plukken, is er wat aan de hand. Als de tankwagen op de kade staat komt er een vrachtschip. Vanuit onze boot is altijd wel wat te zien. Zwemmers, kanoërs, paarden wassen, vissersboten die regelmatig in en uit het water gehaald worden. Auto’s op de kade voor een drankje en een hapje met uitzicht op de bergen. De vele automobilisten die een rondje boulevard doen en over het strand terugrijden. En dan de geiten op de berg. Elke dag lopen ze een levensgevaarlijke route naar beneden voor water. Het houdt ons hier. De spontane uitgaansgelegenheden in het weekend tot diep in de nacht, houden ons wakker uit onze vaste slaap. En wat te denken van de verschillende pop-uprestaurantjes waar we regelmatig te vinden zijn met Spruce, onze Engelse buren Sue en Andy, voor Steak & Frites. Met hen vieren we tussen alle Ua Pouse festiviteiten door onze eigen feestjes; mijn verjaardag, Koningsdag, tasworkshop, propeller wisselen en filmmiddagen. Samen een rondrit maken naar kleine afgelegen dorpjes en de historisch plaats was onvergetelijk. Het zijn al die gebeurtenissen die ons hier houden. Simpel. Levendig. Dit Eiland met nieuwerwetse hightech zoals glimmende pick-ups en boemende boomboxen. Dit eiland met ouderwetse rituelen en tradities. Het houdt ons vast. Dit eiland is zo actief. Met een roodwitgele tent organiseer je een evenement, is het motto hier. Maar bovenal zijn het de vele ontmoetingen met de bewoners die ons hier houden. Ze omarmen ons en zijn redenen om telkens weer terug te komen. Nu bijna bij het verlaten, is het de kunst om alles vast te houden ook al moet ik het loslaten.

Veel te laat stappen we in de kano om brood te halen. Het loopt al tegen achten en dan is het meestal al uitverkocht. Voor vers brood is even na zessen de beste tijd. Eenmaal bij de bakker is de tafel leeg. “Non plus.” Soms wordt er extra gebakken maar vandaag niet. Tegen beter weten in proberen we ons geluk bij de buurtsupers. Soms hebben ze nog wat. De eerste winkel heeft de broodkratten al leeg buiten staan. Bij de tweede is het niet anders. Een blik naar binnen bevestigt ons vermoeden. Op. Uitverkocht. Denkend aan een alternatief voor het ontbijt lopen we het straatje van de winkel weer uit. Het is opvallend druk in de straat. Wat nog meer opvalt zijn de dames. Prachtig gekleed in lange felgekleurde jurken gecomplementeerd met bloemenkrans. “John, er is vast iets aan de hand. “Zullen we kijken?” We lopen in dezelfde richting als de dames. Politie regelt het verkeer. Dat is ook hard nodig. Een tiental auto’s rijden stapvoets het terrein op. De meeste dames zijn echter te voet. Bij het openluchttheater zien we een bonte verzameling van voornamelijk vrouwen. Stoelen staan klaar. Hooggeplaatsten hebben een ereplek. Wij zijn precies op tijd voor de opening. De vips waaronder de burgemeester worden welkom gegeten met het overdragen van bloemenkransen. De populariteit van deze mensen is af te lezen aan het aantal bloemenkettingen om hun hals. Zwaar getrom begeleidt het schouwspel. Gezang start. ‘Hui hui hua!” klinkt het vanuit hun tenen. Uit de toespraak van de burgemeester maak ik op dat de vrouw een belangrijke plaats inneemt. Het is vrouwendag op Ua pou. Geen brood maar wel met de neus in de boter. Het is als het festival van een jaar geleden maar dan in het klein. John houdt het al gauw voor gezien maar ik geniet met volle teugen. Het is hier waar ik het weven en knopen leer van de pandanusbladeren.

Hoe belangrijk de vrouwen zijn wordt op het podium vertoont. Verschillende rituelen worden via zang en dans zittend op het podium getoond. Zo leer ik hoe ik een verstuiking kan behandelen met fijngestampte varenbladeren, varenwortels, bloem en kokoswater. Eindelijk zie ik hoe ze poi poi maken. Een fijngestampte uru,broodvrucht, een op aardappelenpuree lijkende materie. Een lekkernij hier maar ik vind het een vieze plakkerige massa.

En een feest mag geen feest heten als er geen eten, kai kai, is. Dus rond half 12 wordt de een na andere schaal aangedragen. Zware pannen verschijnen uit het niets. In een mum van tijd is een lange rij tafels gevuld met de lekkerste lekkernijen. Als bijen die op bloemen afkomen, staan de dames om de tafel heen. Ik weet niet waar ik kijken moet. Zoveel kleuren. Zoveel gezichten. Zoveel eten. Het is een prachtig schouwspel. Als de rij gaten vertoont, sluit ik aan. Als ik zonder bord kom, wordt er naarstig naar eentje gezocht. Een schaal wordt haastig leeg gemaakt. Een van palmblad gevlochten exemplaar krijg ik in mijn handen gedrukt. Gauw een groot groen blad erop om het lekken tegen te gaan. Met in kokosmelk gestoofd geitenvlees, uit de grondoven, een lomo, gegaard varkensvlees, gekaramelliseerde magnok en rijpe bananen ga ik op een muurtje zitten. Tussen mijn vingers door druipt de kokosmelk uit mijn schaal op de grond. Mijn andere hand pakt stukjes eten en brengt het naar mijn mond. Zalig en wat een cadeautje.

“Mei ta i,”zegt de man terwijl hij zijn vuist tegen de mijne drukt en daarna die van John. Wat zoiets betekent als “Het gaat jullie goed” De stem van de man verraadt zijn empathie, zijn geïnteresseerde nieuwsgierigheid. De man is de Maire ofwel de burgemeester. We hebben hem al een paar keer gezien tijdens evenementen. En nu dan hier bij het gemeentehuis waar we regelmatig te vinden zijn om te internetten. Ik spreek hem aan om hem bedanken voor de gastvrijheid van dit mooi dorpje. Hij laat me wachten omdat hij even moet bellen. Ik wil al weglopen maar dat is niet de bedoeling. Als hij zijn mobieltje uit zet, heeft hij tijd voor ons en maken we een praatje over onze reis. Hij weet precies waar Nederland ligt. Boven Frankrijk.

“ Klabam bam.” Geluid van gerommel in de verte gaat over het water naar onze boot. Ik kijk op. Ik zie niets. Rustig ga ik verder met het afhalen van de was. Weer dat geluid. Het klinkt kort en ferm. “Trommels.” Nu hoor ik het duidelijker en herken het hoewel ik nog steeds niet zie waar het vandaan komt. Als het geluid nogmaals klinkt weet ik het zeker. Het komt vanaf de kade waar het drukker is dan normaal. Ik laat de was de was en pak de verrekijker. Ik zie een man overduidelijk in een traditioneel kostuum. Niets om t lijf dus. “John, er komt vast een hoge pief.” Inmiddels komt een ferry de hoek om. We aarzelen geen moment, stappen in ons bootje en gaan naar de kant. Ruim op tijd om iedereen uit te zien stappen. Bloemblaadjes worden in het water gestrooid door een meisje en haar moeder. Anderen staan klaar met bloemenkransen. Een dame zet het welkomstlied in. De trommelaar versnelt zijn ritme. Aan de man naast me vraag ik wie er gearriveerd is. “Rien de personne. C’est un bateau nouveau.” De boot zelf is nieuw en wordt verwelkomt. Door de Aranui, de vrachtboot, is de nieuwe ferry van Tahiti naar Nuku Hiva gebracht. Het laatste stukje is het op eigen kracht hierheen gevaren. Het gezang en getrom gaat verder. Als de laatste opvarende zijn voet aan wal heeft gezet, versieren dames razendsnel de boot met bloemkransen en opgemaakte palmbladeren. Als de muziek stopt, neemt de pastoor het over. Gezang, gebed, een stichtelijk woordje om de boot en bemanning een behouden vaart te wensen. Daarna wordt de boot gedoopt. De pastoor bevochtigt een tak met bladeren in een schaal en besprenkelt de spiegel boot. Hij is niet van plan om aan boord te stappen en draagt de schaal over aan een bemanningslid. Zorgvuldig gaat deze binnen alles langs en de waterspetters vliegen in het rond. De gehele buitenboel moet ook. De bemanningslid zet er vaart achter. In plaats van sprenkelen, giet hij het heilige water over alle delen van de boot. Eenmaal de geheel lege schaal teruggegeven, krijgt hij een kruisje om in de boot op te hangen. Een mooie mix van oude en nieuwe rituelen. Wij weten wat ons te doen staat voordat we onze nieuwe dinghy voor het eerst gaan gebruiken.

Midden in de nacht word ik wakker. Er hangt een geur van vers eten in de boot. Soms kan ik het bakken van vers brood door de plaatselijk bakker ruiken. Nu is het duidelijk een warme maaltijdgeur. Het duurt nog even voordat het licht word. Ik draai me nog eens om nog wat slaap te pakken. Als ik een paar uur later weer wakker wordt, komt dat door geluiden. De grote lege tent van gister is nu volgestroomd met allerlei waar. Honing, massageolie, huidproducten, groente fruit, de flowerstone en klaargemaakt voedsel. Wederom een bonte verzameling. Wij kopen verse groente en gember als we terugkomen van de bakker. Later willen we hier gaan lunchen want er zou tot 15.00 eten genoeg zijn. Het eten staat nu al uitgestald en er wordt flink van gegeten. Twijfelend of we er wel goed aan doen om nu niet te eten, vertrekken we en ontbijten we aan boord. Voor een vroege lunch rond 11 uur komen we terug. Van, de overvloed aan eten is weinig meer over. We scoren nog net een paar varkenswangetjes met rijst. Het is heerlijk maar veel kariger dan waar we op rekenden. Zodra de potten, pannen, bakken en schalen hun bodem laten zien, gaat iedereen zijn eigen weegs en wordt het weer stil. Wij halen ons anker op en vertrekken naar Hiva Oa om onze propeller op te halen. Na een week valt ons anker tegen de avond opnieuw in het water van de baai Hakahau. Terwijl wij in Hiva Oa waren, heeft de dokter ons uitgenodigd om te worden gevaccineerd op 14 mei en 4 juni. We moesten toch weer terug zeilen om onze leenprop terug te brengen dus hebben we de uitnodiging met beide handen aangenomen.

Van de kant klinkt opnieuw het zware tromgeluid van overmaatse trommels. We zijn samen nog wat aan het rommelen na onze zeiltocht van gister en hebben het bootje nog niet opgepompt. Het wordt weer stil om niet veel later weer opnieuw aan te zwellen. Bombastisch en dramatisch. Ik wordt onrustig. Ik wil heel graag kijken en heb het gevoel dat ik iets leuks aan t missen ben. Maar nu het bootje oppompen is te laat. “Dan ga je toch zwemmen,” oppert John om van mijn onrust af te zijn. Het strand is inderdaad niet zo ver. Ik doe het vrijwel dagelijks. Ik stop mijn camera en een makkelijk jurk in mijn waterdichte tas. Eenmaal uit het water schud ik zoveel mogelijk water van mij af, loop een eindje en trek ik de jurk vlak voor het verlaten van het strand aan. Op een drafje loop ik naar het geluid. Even later heb ik ze gevonden. Onder een boom aan de waterkant. Een mannengroep aan drummers en een mannengroep aan kijkers. Ze zijn aan het oefenen. “Kaoha.” zeg ik ietwat verlegen. Een vluchtige blik gevolgd door een knik, mijn kant op. Langzaam maar zeker voel ik het water uit mijn haar naar beneden glijden. Mijn bikini laten natte afdrukken achter op mijn jurk. Sta ik daar in mijn wet-dress toe te kijken, denk ik een beetje beschaamd. Ach, in de wetenschap dat men hier met kleding en al het water in gaat en wel wat gewend is, blijf ik luisteren en kijken naar gespierde armen die de mooiste ritmes maken.

Twee dagen later oefent de groep nog eens maar nu bij de kade. Geen natte jurk dit keer. Spruce haalt ons op met de dinghy. Als we op een verkeerd moment applaudisseren, worden we bestraffend toegesproken. De drummers deden het niet goed. Geen reden voor applaus aldus de leader of the pack. Daarna gaat het perfect. Ik ging ervan uit dat het weer een oefening was totdat de mannen de trommels oppakken en naar de waterkant dragen. Wij helpen mee. John draagt kleine trommels en ik met Andy een paar banken. De dame van het welkomstlied arriveert. Compleet met mondkapjes staan de mannen klaar. Zodra er zicht is op de ferry’s begint het getrommel en de dame valt in. Verschillende boten leggen aan. Drijfnat stappen de passagiers uit. Het waait behoorlijk en de golven zijn onstuimig hoog. Uit de boten stappen verschillende sportteams. Uit Nuku Hiva, Hiva Oa en Tahiti. Dit hemelvaartweekend staat in het teken van sport. Roeien, voetbal, tennis, volleybal zijn de verschillende disciplines. Ook de plaatselijke petanque vereniging heeft zijn veld voorzien van nieuwe lijnen en de grond geëgaliseerd. Helaas missen we de openingsceremonie. Deze is zonder ons in te lichten vervroegd. We zijn dus net te laat om de uitvoering van de haka te zien door alle sporters. Later zien we de burgemeester per helikopter vertrekken waarschijnlijk is dat de reden. Het is een groot feest. Overal sporters. Overal kijkers. Overal muziek en overal de mogelijkheid om eten te krijgen. In de baai is een roeiwedstrijd. Wij liggen met onze boot er midden in. Als de 6persoons kano’s aan de beurt zijn, bekijken we het van de kant. Ze gaan namelijk de oceaan op en vanaf de strekdam hebben we fantastisch uitzicht.

We zijn hier al zo lang dat mensen ons begroeten met Kaoha Nui. Steeds meer mensen herkennen ons of wij hen. Normaal gesproken volstaat Kaoha met de nadruk op de o maar regelmatig wordt daar nui aan toegevoegd oftewel een heel goede morgen of heel goedendag gewenst. Steeds vaker worden we aangesproken zomaar voor een kort praatje bij het gemeentehuis als we daar internetten. Of bij de kade van de ferry’s, waar ook de vrachtschepen en de vissers aanleggen. Als het een keer regent, schuilen we onder een afdak. De man die ons eerder al heel wat mako’s, mango’s, heeft gegeven is er ook. Hartelijk worden we begroet en worden we erop gewezen dat we hier al zo lang zijn. “Ik hou van Ua Pou.” leg ik hem uit. De man corrigeert me direct geen poe maar po. Ua Po. Spontaan zet een andere man een lied over Ua Po in. Het is al lang droog genoeg maar we wachten netjes tot hij uit gezongen is en bedanken hem. Regelmatig worden we geholpen met aanleggen van onze dinghy zoals wij helpen om een boot over het zand naar het water te duwen. Elke morgen pakken we achtergelaten en aangespoelde plastic op van het strand op en gooien het weg. Een wandeling is niet zomaar een wandeling. Een praatje is zo gemaakt. Soms krijgen we fruit, soms kopen we fruit. Zoals bananen bij een zusje en een broer. Of die keer dat we een hele stam, 100stuks, voor 1000 fr kopen. Die hoefden we niet helemaal naar ons bijbootje te dragen. Ben je mal. Dat wordt gewoon bij de haven gebracht. Als we tegenstribbelen omdat we ook nog naar de winkel willen, is dat geen enkel probleem. Ik met Sue stappen in en John en Andy lopen. In de auto heb ik met twee dansers te maken van het festival. Ik leg uit dat ik nog steeds kippenvel krijg als daaraan terugdenk. Dat snappen ze. Een andere keer zien we een man op octopus jagen. Lange tijd struint hij langs de rotsen. Later hangt hij ze te drogen aan een lijn. Vernuftig worden de tentakels uit elkaar gehouden door stokjes. De man vertelt uitvoerig over zijn vangst en het drogen. Op de barbecue gebakken zijn ze heerlijk. We mogen zijn met een beetje zout en citroen gedroogde vis proberen. Een delicatesse. Dit soort kleine ontmoetingen maken mijn dag. En er zijn er vele. Een klein woordje en je krijgt er een hele riedel voor terug.

Twee mokken thee staan dampend op het voordek. Nu nog in het schijnsel van de volle supermaan. Maar niet voor lang. We liggen op onze comfortseats en turen naar boven. Een kleine zwarte vlek linksonder bedekt de maan. Die vlek breidt zich uit als een inktvlek op papier. Een haarscherpe bloedmaan blijft over met een heel klein randje licht. Een klein bijzonder moment zoals de vele die we hier op Ua Pou gekregen hebben. We bespreken onze verdere plannen want binnenkort hebben we onze tweede vaccinatieprik in onze arm en zullen we deze ankergrond loslaten.

A simple hello could lead to a million things

Een gedachte aan “vastgehouden

  1. Alie

    Wat leuk om te lezen! De link naar dit blog stond onder de (zakelijke) mail die ik vannacht van jullie ontving. Fantastisch, wat een ervaringen doen jullie op. Goede reis nog!