Ik sta met mijn voeten vastgezogen in een modderige ondergrond. “Gelukkig heb ik mijn waterschoenen aan,”bedenk ik opgelucht. Het water tikt net mijn billen aan. De golven van de branding komen hoger en zo nu en dan reikt een guts water mijn middel. Mijn gezicht is niet ver van het water oppervlak verwijderd. In mijn handen houd ik een stuk muggenhor vast. Vlak voor me loopt Rejean van de Migrateur. Naast me loopt Shanique. Voor haar loopt John. Allemaal houden we de hor goed vast. John en Rejan dicht bij de bodem. Shanique en ik houden de rand net boven het water. Ondertussen lopen we gestaag door ondoorzichtbaar bruin water. Langs mijn benen voel ik allerlei onbestemde voorwerpen glippen. Lang sta ik er niet bij stil wat voor gruwelijks het zou kunnen zijn. Daar heb ik ook helemaal geen tijd voor. We zijn namelijk aan het garnalenvissen. En geen enkele garnaal mag ontsnappen. Na een tijdje nemen we ons net mee naar de kant. Vol verwachting wordt het op het zand gelegd. “Zit er wat in? Hebben we wat gevangen?” Een krabbetje kruipt met zijn klauwen in gevechtshouding snel naar een veilig onderkomen. Ik overwin mijn afkeer en graai net als de anderen tussen het zeegras en wier. Een klein visje spartelt. Verder niets. Geen garnaal. Lang blijft ons waterfestijn niet onopgemerkt. Vissers die op elk tijdstip van de dag te vinden zijn op hun boot op de kant kijken naar onze ontwikkelingen. Na verschillende teleurstellende pogingen, bieden ze ons hun garnalennet aan. Het net is zo’n 4 à 5m breed. Aan de zijkanten zijn stokken bevestigd. Aan de boven kant drijvers en onder stukjes lood. We proberen het nogmaals. John en Rejean gaan het water in en houden de stokken goed op de bodem. Zo struinen ze een tijdje het water af, maken een draai en lopen met de vangst terug naar de kant. Wij dames hebben ons zelf als cheerleaders gebombardeerd en moedigen onze mannen aan. Het is zichtbaar een zwaar karwei. Groot is onze trots als we onze eerste tijgergarnaal vangen. Ik ren naar de emmer, vul het met zeewater en de eerste garnaal is zijn vrijheid kwijt. Dat smaakt naar meer. Nu we er een gevangen hebben is onze bereidheid om er meer te vangen alleen maar groter geworden. Op het strand is het is inmiddels druk geworden. Nog meer vissers zijn op het lawaai afgekomen. Geamuseerd kijken ze toe en strooien met goedbedoelde adviezen. “Go further. Keep the sticks down.” Richard, een ervaren garnalenvisser, geeft ook aanwijzingen. Hij helpt zelfs om de garnalen uit het net te halen. Het liefst was hij zelf het water ingegaan maar hij verontschuldigt zich dat hij zijn zondagse kleding aan heeft. Als het grote net terug komt is onze verwachting groot. Met zo’n groot net moeten we een enorme vangst hebben. Weer graaien handen tussen het zeegras. We krijgen zo heel wat van de onderwaterwereld te zien. Platvisje, een zeebaarsje, krabbetjes maar de netto vangst blijft steken op 2 dit keer. De man in de boot op het droge roept alsmaar dat we het ook op andere plekken moeten proberen. “If there’s nothing here, go somewhere else.” Onze mannen wisselen elkaar af en stappen vol goede moed het water in. Richard rookt een joint en is gespierd. Hij geeft aan dat er spierkracht voor nodig is. “It’s heavy work.” We raken aan de praat. Hij vraagt hoe lang we hier nog blijven. Hij is duidelijk in zijn nopjes dat we hier al die weken al zijn. Jullie willen de echte cultuur van Jamaica zien. Jullie zijn niet helemaal naar Jamaica gezeild om hetzelfde te zien als thuis, gaat hij verder. We blijven nog een tijdje geven we als antwoord op zijn vraag. “Ik wil het Bob Marley Museum nog zien.”zeg ik. Hij kijkt me aan en zegt dat is dat dè plek is om heen te gaan. Ik vraag hem wat zijn favoriete reggae-artiest is. Hij noemt wat groepen en zegt er meteen bij dat tegenwoordig veel dancehall muziek gemaakt wordt. Hij houdt van de rythm maar niet van de teksten. “We need people like Bob Marley and Peter Tosh. They wrote lyrics that teach us good things.” Hij geeft aan als ik naar zijn muziekcarriere vraag dat hij de muziek verzorgt in de bar van zijn broer. Die bar is net geopend. “Ah, the music in the middle of the night was yours?”Yes. “It sounds good,” zegt Nicole van de Fairy Queen. Hij nodigt ons uit om eens langs te komen. Shanique vraagt of we daar ook kunnen eten. Richards antwoord is ja. Hij noemt een paar gerechten en belooft ons dat we de lekkerste Jamaicaanse gerechten zullen krijgen. Zo’n aanbod slaan we natuurlijk niet af. Dus een afspraak staat voor de volgende dag om 17.00u. Onze mannen komen nog 1 keer terug op de kant. Ze zijn verder en langer weg geweest. We zijn opnieuw verwachtingsvol. Richards handen gaan vliegensvlug door het vuil heen. Niets. Het blijft bij die drie. Een beetje teleurgesteld besluiten we om er vandaag mee op te houden.
Het net wordt schoongemaakt, opgerold en teruggebracht naar de eigenaar.
De emmer met de 3 garnalen mogen met ons mee. Mmm, wij gaan smullen!
Maandagavond gaan de naar de seasidebar. We geven eerst een paar biertjes af bij de mannen in de boot op de kant als bedankje voor het lenen van het net. Blij verrast nemen ze het in ontvangst. “You are going to the party tonight.” “Yes, we are the party,”zegt Ronald. Het is een lief klein barretje met achter een plaatsje waar mega-soundboxen staan. In de ruimte binnen na de bar staat een enorm mengpaneel. Richard is te vinden achter het kooktoestel. De geuren die mijn neus binnendringen, ruiken veelbelovend. We gaan terug naar de bar en nemen een biertje omdat het eten nog niet helemaal klaar is. Om het hoekje verschijnt plots een vrolijk gezicht. Het is een visser die ons geholpen heeft met garnalenvissen. Blij houdt hij een door ons gegeven biertje in zijn hand. “Thank you.” Even later schuiven we aan tafel. Kipcurry, een gevuld gestoomd visje, dumplings en pompoenrijst. Hij heeft niets teveel gezegd. Het smaakt heerlijk. Na het eten gaat de feelgoodreggaemuziek uit. De ruimte met het mengpaneel is the place to be. Richard schuift wat aan de knoppen, heeft zijn hoofdtelefoon op, een microfoon in zijn hand en begint te zingen. Onze party heeft aantrekkingskracht. De klanken klinken verleidelijk. Stilletjes schuiven een paar mannen naar binnen. Gretig wordt de microfoon van Richard over genomen. Uit een tandeloze mond klinken onverstaanbare klanken maar dat mag de pret niet drukken. In toerbeurten wordt er uit volle borst gezongen op de beat. Enthousiast bewegen we allemaal mee. “Jaah man, this is Jamaica.”
One love, one heart. Let’s get together and feel allright.
-Bob Marley-
Beelden zeggen vaak meer dan woorden. Bekijk het filmpje Chilling with the locals
Stel je eens voor, als je elke dag je eigen maaltijd zou moeten vangen….
Veel plezier
Hilarisch, zoveel advies en hulp, en je mannen vangen drie garnalen!
Stemt de mens in ootmoed voor wat vissers vermogen.
Geweldig, vissen op garnalen in de noordzee gaat veel beter!
Ze zijn kleiner maar met veeel meer.
Wat waren ongetwijfeld de beste en lekkerste garnalen!!!! Het ziet er weer heerlijk uit