“Three unripe mangos, three avocados, four yellow and 8 really green bananas.” zeg ik tegen de jonge groenteman in Bequia. Ik zie dat hij 3 stervruchten, 2 sugar-apples en een avocado bij mijn stapel legt.
“It’s a gift,” legt hij uit. John pakt ondertussen een zak uien en wortelen in, zoekt de beste witte kool en aubergines uit. Ook een zak aardappelen en een zoete variant gaat mee. De verkoper herkent ons direct. Tijdens onze eerste ontmoeting was hij helemaal weg van de kleuren van mijn jurk :rood, groen en geel, rasta kleuren. Dat schept een band. De jurk had overigens ook de kleuren blauw en wit maar dat mag de pret niet drukken. Ik neem, wetende dat ik hem vermoedelijk niet meer zal zien, bewust afscheid van deze jonge ondernemer. Zijn net geopende groentewinkeltje hebben we vaak bezocht om uit zijn ruime verse assortiment te kiezen. “Have a safe journey and good luck. I’ll remember you and give you next time, as a friend, a good price.” Ik lach en bedank hem. “Have a good life,” wens ik hem toe. Uit respect tikken we onze vuisten tegen elkaar en vervolgens op de plek waar mijn hart zit.We hebben vandaag geluk. Het is vrijdag en het is druk met kraampjes met verse waar van het land. In een straatje verderop vinden we hele verse spercieachtige bonen. We kopen een grote zak. Van de dame krijgen we bakbananen met een smakelijke uitleg om het klaar te maken erbij. “ In dunne plakken snijden, bakken in de olie en een beetje kaneel erbij. Bij een volgend kraampje vinden we broccoli. Beetje duur maar we kopen het toch want zoals Johns opa vroeger al zei:”Beter duur dan niet te koop”. En af en toe een verwennerij mag best. In de supermarkt halen we kip, bacon, boter, kaas en eieren. De tassen zijn afgeladen vol. We hebben groente en fruit gehaald voor zeker een hele week. Het liefst langer. We gaan van Bequia terug naar de Grenadines zeilen en verblijven op plekken waar groente en fruit niet gemakkelijk voor handen is. Èn we hebben nog bietjes en een pompoen voor soep als noodvoorraad. We gaan de komende tijd toch lekker eten. (Net zoals de gehele periode hiervoor. ) John maakt namelijk de lekkerste dingen klaar.
2 sugar-apples
In Bequia is het al dagen rustig weer. Dat was wel anders toen we hier aankwamen. Op de ochtend van vertrek uit mooie eenzame Marigot Bay naar Bequia hebben we ’s morgensvroeg het weer gecheckt. Er komt namelijk een tropical wave onze kant op . Ik lees dan dat de inmiddels ontstane tropische depressie is afgezwakt. John ziet ook op de gripfiles geen verontrustende windsnelheden meer. Dus veilig! We verlaten de huricane hole Marigot Bay om zo’n 60NM te gaan zeilen. Het weer is ons gunstig gezind; steady oostenwind, weinig deining en golfopbouw tussen de eilanden en een heerlijk zonnige dag. Het tempo zit er goed in en rond 17.00u is het bier uit de koelkast, de pinda’s op tafel en wij languit in de kuip. Ik kan mijn nieuwsgierigheid naar recente ontwikkelingen van het weer niet lang bedwingen. Ik kijk op de telefoon naar de weather outlook van NOAA. Zodra ik m geopend heb, zie ik het staan:Don. Verschillende berichten over Don. Ik schrik. Er is sinds vanochtend een storm ontstaan en heeft een naam gekregen. “De onze?” Als ik het plaatje open zie ik een stormteken. “Een stormteken bij de onze.” Ik voel mijn hart tekeer gaan. Ik haal diep adem, verwerk de informatie en word rustiger. De kern ligt bij Grenada en wij krijgen er een staart van mee. De wind blijft uit de oostelijke hoek en zal flink toenemen. Ik zoek de coördinaten op en teken ze in op de kaart. Ja hij gaat over Grenada. Toch verkeerde beslissing genomen? De Engelsman in Marigot Bay zei het nog zo: “You’re sailing right into it.” We zien mensen vertrekken richting St Lucia. Daar komen wij net vandaan. We kunnen nog terug maar wat als de storm eerder komt of iets van richting verandert. Wij besluiten te blijven. Vervolgens een zo goed mogelijke ankerplek te verkrijgen, genoeg ketting te steken en die max 40 knopen wind moeten we dan zonder golfopbouw kunnen hebben. “In Nederland kan het zomers ook zo hard waaien,” merkt John laconiek op. “En dat overleven we ook.” De dag daarna zorgen we dat de boot goed is opgeruimd. Buiten zijn de genua en de kotterfok extra goed vast gezet, het bijbootje ligt opgevouwen en vastgesjord op dek. De bimini hebben is weggeklapt, losse voorwerpen liggen opgeborgen in de bakskisten. Iets wat zou kunnen klapperen is weg of goed vastgezet. De boot is er klaar voor. “Nu ik nog,” denk ik. Rhapsody trotseert haar eerste tropische storm Don. Door de nauwkeurige weerberichten, lang leve het internetkaartje, weten we bijna van uur tot uur wat ons te wachten staat. Om 17.00 zou het beginnen met waaien en regenen. Rond 20.00u is het hoogtepunt en rond 3.00uur is het ergste voorbij op hevige regenval na. De lucht wordt almaar grijzer en grijzer. In de wolkenpartij zie ik een dreigend figuur. “Is het Don die ons zijn gezicht alvast laat zien voordat ie toeslaat?” Maar Don valt in duigen. Don maakt het gelukkig niet waar. Een enkele windstoot van 30 knopen en zelfs de zware regenbuien houden hun water vast. Een storm in een glas water...sailing between tropical waves keeps us sharp. (Het zal zeker niet de laatste zijn deze zomer)
Maar vandaag geen kruisjes op de Atlantische Oceaan. Geen windpijlen met 2 lange streepjes of meer. Vandaag hebben we rustig en kalm weer in het vooruitzicht. En dat hebben we nodig want we gaan wederom naar de Tobago Cays. Vandaar al dat eten want daar zijn we een met de natuur; een met de oceaan achter het hoefijzervormige rif.
We naderen Tobago Cays navigerend tussen de Baline rotsen en koraafrif. De onbewoonde eilandjes zijn leeg. Geen boten aan moorings tussen Petit Rameau en Petit Bateau. Helemaal niemand! Als we verder varen zijn de Tobago Cays op 7 boten na vrijwel verlaten. Dat prachtige blauwe water in allerlei varianten is helemaal voor ons. En voor de schildpadden natuurlijk. ‘s Avonds als ik John help het bijbootje op te hijsen, word ik overmand door de hoeveel sterren. “Wow.” “Mooi hè. Je kan de hele Melkweg zien,” juicht John bijna. Het is aardedonker. De nieuwe maan moet nog belicht gaan worden. Ik ga naast John staan en samen turen we tijdje naar de hemel. Ik pak de verrekijker en zie verrassend vele malen meer sterren. We hopen vallende sterren te zien. “Weet je nog dat we met zijn vieren in het gras bij je zusje in de tuin lagen? We speurden op onze rug de hemel af op zoek naar vallende sterren. Ik heb toen onze een wens gedaan en die is, ongelofelijk maar waar, uitgekomen. We zijn namelijk hier. Op reis met de boot,” onthult John. Ik sla een arm om Johns middel. Leg mijn hoofd op zijn schouder. en blijven zo een tijdje staan. Midden in de nacht word ik wakker. Ik heb het warm en ben bezweet. Ik stap zachtjes uit bed, neem een glas water en koel buiten af. Ik loop naar voren en ga op het deck zitten. De passaatwind blaast langs mijn gezicht en laat mijn haar zachtjes mijn wang kietelen. Ik kijk om hoog. Juli en augustus zijn bij uitstek de maanden van vallende sterren. En zowaar ik zie er een. En nog een. Ik doe mijn ogen dicht. Ik voel de beweging van de boot. Ik hoor het ruisen van de zee, het geklots, de wind. Voor even waan ik mij weer midden op de Atlantische oceaan. Wat een sterke herinnering. Als ik in de verste verte tuur zie ik alleen de Atlantische zee. Nu met dit verschil dat er tussen de oceaan en ons, een rif zit en ons bescherming biedt. De Melkweg is een heel stuk door geschoven. De grote beer ligt op zijn kop. Eerder die avond zocht ik tevergeefs naar Orion. Al weken ben ik dat sterrenbeeld kwijt. Het was mijn baken tijdens de Atlantische overtocht. Gedurende de vele nachten vergezelde hij mij vanuit het oosten naar het westen. Als eerste zie ik Venus. Nu een de heldere ochtendster. En dan wordt Orion langzaam zichtbaar. Ik kan mijn geluk niet op. En glimlach verschijnt op mijn gezicht. Tevens zie ik het eerste licht alweer gloren aan de oostelijke hemel. Ik besluit mijn bed weer in te gaan en nog een paar uur slaap te pakken.
“Visit the Tobago Cays, a magical place and forget the world exists,” zeggen ze. Tobago Cays is inderdaad alles vergetend genieten. Van het buiten zijn. Van schildpadden. Van roggen. Van peddelen met onze kayak.
Van het ontdekken van paradijselijke strandjes wanend dat we de eerste zijn die voet aan wal zetten. Van het water dat blauw, groen en zelfs goudkleurig en alles daar tussen in gekleurd is. Van de forse regenbuien die dreigend vanaf de horizon op ons af komen. Van een regenboog die door zo’n bui meegenomen wordt en te zien is doordat de zon achter ons staat. Van zwemmen in zwembadblauw zeewater. Van de sugarapples,die zeer verrassend lekker zijn. Van 27 jaar liefde voor elkaar en dat juist hier te vieren. Van onze buitensporige feestelijke feestverlichting.
Van het onweer in de donkere avond als spetterend vuurwerk. Van de sterrenhemel. Van de rust. Van Petit Tabac. Het onbewoonde eilandje. Het ligt net buiten het rif en oefent een magische aantrekkingskracht uit. Al dagen lonkt het met zijn hagelwitte strand en wuivende palmen naar ons. We hadden het zo mooi bedacht. 25 juli zouden wij er naar toe gaan. Op “onze” dag. Een koude fles champagne, allerlei Franse lekkernijen en ik in mijn mooiste jurk naast John in het zand met de zonsondergang als decor. Je ziet het voor je, toch?
Uitgerekend die dag is het druk op de kleine ankerplek. En wij willen het eiland he̒-lè-maal voor ons zelf. Dus stellen we het uit. Als ik paar dagen later mijn voeten in het zachte witte koraalzand zet, gebeurt er iets raars. Er gaat een energie door mijn lijf die niet te stoppen is. Plots ren ik over het strand met een vreemdsoortig loopje en denk maar aan 1 ding:rum, Sparrow-rhum. “Savy?”
Life is not measured by the number of breath we take,
but by the moments that take our breath away.
-immigrationoffice St Lucia-
cool
Prachtig geschreven blog en wil gelijk wel terug. Heerlijk herkenbaar ook de plotselinge wakker momenten in de nacht. Mooi dat Don een ander pad gekozen had en we duimen dat de rest ook met een grote boog om jullie heen trekt.
Enige jalouzie is hier wel op zijn plaats.
Heeel veel plezier nog in deze prachtige omgeving tortelduifjes.
Het is weer heerlijk geschreven het voelt alsof ik erbij ben. Alleen moet ik hier niet naar buiten kijken. en nog gefeliciteerd met jullie jubileum
Wat een pracht locatie voor jullie jubileum, jij staat er inderdaad in jouw mooiste jurk prachtig op! Na 27 jr nog steeds het figuur van een 27 jarige !
De droom van John bezorgde mij kippenvel en een klein traantje… het geeft maar aan dat alle dromen uit kunnen komen, klein of groot … dikke dikke dikke kus!!!
Ps enne… beetje storm hoort erbij, de Rhaps wil ook een beetje uitdaging ervaren..
Wat een fantastisch mooie foto’s, en wat leuk om jullie te kunnen volgen. Wij liggen met kleinkinderen op de Archipel, op een iets minder exotische locatie, de Grevelingen!
Prachtig wat mooi
Wat een schitterende jurk
Geweldige foto’s
Wat mooi Ada en John, en jullie zien er zo gelukkig uit!
Liefs,Marijke
Ada wat een allerliefst Jurkje is het wat je aan hebt. Daar zal John het zeker mee eens zijn .En wat een belevenissen weer. Genoten van je mooie schrijfkunst en jullie foto’s.