“We nemen wel een echt aluguerbusje.” “Zo eentje waar ook kippen en zakken rijst in vervoerd worden.” “Ja,we willen wel het echte leven van hier meemaken.” “Geen toeristenbus.” En dat hebben we geweten. Henk, Tineke, John en ik lopen het plaatsje Tarafal binnen. Vandaag gaan we de Monte Cordo beklimmen. De hoogste vulkaan van het eiland São Nicolau. Het plan is om vroeg aan de wandeling te beginnen. Dus zijn we hier al om 8 uur ‘s morgens. In de hoofdstraat naast de mini mercado stopt een oud busje. “Zullen we die dan maar nemen?” Voor 100 escudos kunnen we mee en zet de chauffeur ons af bij Cachaço. We stappen alle 4 in. Ik ga er van uit dat we meteen weg zullen rijden maar niets is minder waar. Een oudere dame zegt iets in Creools tegen de chauffeur. De bus keert en rijdt achteruit een doodlopend straatje in. Hier liggen een aantal spullen. Grote tonnen en een koelkoffer dichtgeplakt met tape worden op de eerste bank en op de grond gezet. De oude vrouw stapt in. Net als ik denk dat we op weg zijn,rijdt de bus een paar straatjes door en stopt weer op de standplaats bij de mercado. Een jonge dame zoekt haar plek. Ook een jonge man die kammetjes verkoopt stapt in. “Nu zullen we wel vertrekken.” Maar nee, een man tikt op de bus. Hij gebaart wat. Vervolgens rijden we weer naar hetzelfde doodlopende straatje. Hier worden flinke gevulde zakken en een zakje met vissen de bus ingeladen. Alles op de eerste bank. De bus is overvol en ons uitzicht is versperd want wij zitten op de tweede bank! “Gaan we dan nu wel? Ja !” We zijn op weg en in de goede richting. Niet veel later stoppen we bij een tankstation. “Pff ook nog tanken. Geeft niet wij hebben de tijd” Ik dacht dat de bus vol is maar er kan nog meer bij; een vrouw met kind vinden hun plek na enige schuiven door de overige passagiers. En zo rijden we met 11 personen een grote lading spullen, bijna een uur later dan gepland in de goede richting. Ik heb geen idee hoe je het busje laat stoppen en waar we precies eruit moeten. Gelukkig geeft de jongen met de kammetjes een gil. Het busje stopt precies op de plek waar ook de wandeling begint. Of zou de chauffeur geweten hebben waar we uit willen stappen en zou hier hoe dan ook gestopt zijn?
We liggen nu 4 dagen bij het eiland São Nicolau. Na een nachttocht van ongeveer 86nm vanuit Sal zijn we ‘s morgens vroeg bij het opkomen van de zon aangekomen in de bekoorlijke baai bij Tarafal. Een vissersdorp. Ook hier staan jongens op de kade in hoop dat je een van hen uitkiest om op de boot te passen. De 3 dames stappen uit bij het trappetje en de mannen leggen de boot met hulp van vele kinderen op het strand. Onze eerste zoektocht is het gebouw van Delegação Marítima waar we ons kunnen inklaren. Deze zou roze zijn maar is inmiddels onherkenbaar okergeel en wit geschilderd. De bootpapieren geven we af. We zijn vrij om te gaan en staan waar we willen. Hierna gaan we op zoek naar pension Aquario van Henny Kusters. Deze Nederlandse zeiler is 18 jaar geleden verliefd op dit eiland geworden en gebleven. Het is een markante man en zit vol verhalen. Hij is vooral vol van dit eiland en zijn jongens. Hij runt een pension, verzorgd toertjes over het eiland en heeft een aantal jongens opgeleid tot kok. En een kok betekent eten. Wij gaan hier dan luxe dineren want daar staat Henny om bekend. Als we het pension gevonden hebben, kijk ik mijn ogen uit. Ik vraag me af waar we terecht gekomen zijn.Wat ooit een prachtige omgeving was, is nu in vervallen en vooral in vieze staat. Dit in tegenstelling tot Henny Kusters zelf. Hoewel hij echt wel ouder wordt(83) doet hij er alles aan om jong te blijven. Hij wil alles zelf doen en regelen. En dat kan hij. Na een gesprek van 3 uur zijn we een dagtour, een wandeling met gids, een diner bij kaarslicht en een etentje in het restaurant van een van zijn koks rijker.
De volgende dag zitten we alle zes achter in een rode pick-up en verkennen het eiland. De wind blaast gigantisch hard door mijn haren. En mijn billen ondergaan een hardhandig massage door gestuiter op het bankje door het rijden op keitjes. Maar dat geeft niks. Ik val van de ene verbazing in de andere. De bergen zijn zo grillig, zo ruig, zo steil en zo groen door pasgevallen regen van de afgelopen tijd. De Caleijão-vallei is authentiek en zeer vruchtbaar. De mensen hebben een ander tempo en een ander budget te besteden.
De winkeltjes en tevens barretjes mercaceria zien er uit als het winkeltje van “het winkeltje” spelen.Je kunt, in eigen meegebrachte fles, olijfolie halen per 100 ml. Rijst wordt afgewogen met gewichten.
De tijd heeft hier stil gestaan. Ik zou hier wel een hele dag willen blijven om te kijken en te zien hoe men hier leeft. De bevolking is jong. Als de school uitgaat ziet de straat lichtblauw van de uniformpjes. Mannen spelen in de schaduw van de veranda het spel Mancala. Vingervlug gaan de handen van beide spelers over het bord omringd door mannelijke toeschouwers. Helaas heeft dit eiland ook een nare geschiedenis achter de rug met hun koloniale Portugese overheersers. Vele mensen zijn hier als slaaf verhandeld en verscheept naar de nieuwe wereld. Ruïnes van een paar huizen en een kerk vormen stille getuigen aan de wreedheden van die tijd. Prachtig bezongen door Cesaria Evora. De hoofdstad bevindt zich in het midden en is ontstaan als toevluchtsoord tegen piraten. Het eiland bezit een aantal wonderschone verassingen. Een kristalheldere lagune vlak achter de wilde oceaangolven. Een vulkaantje met een scherpe kraterrand. En Henny maar praten en praten over “zijn” eiland. Hoe het hem spijt dat er zo weinig zeilers hier stoppen om dit te bewonderen. Ik kan hem alleen maar gelijk geven. Het is onbegrijpelijk dat dit eiland zo onderbelicht wordt als toeristisch hoogtepunt van de Kaap Verden. Of is het juist doordat die massatoerisme hier uitblijft, het hier zo mooi en authentiek is. Only the happy few who dares to explore and discover ontdekken de schatten van dit eiland. Het mooiste is voor het laatst bewaard deze dag:Caberinho. Een plek aan kust in het Zuidwesten van het eiland.
Dit is zo bizar mooi. Laag na laag is door lavastromen hier het land opgebouwd en wordt weer langzaam door erosie van het getijde water weer teruggenomen. Een van de weinige keren dat ik echt poseer voor een foto is niet zonder gevaar. Ik zit op het plateau en John ervoor. Hij maakt prachtige foto’s. Ik daarentegen heb een mooi uitzicht op de oceaan. Dan zie ik een buitengewoon hoge golf, hoger dan alle voorafgaande, op ons afkomen. “Golf!!”roep ik. Een paar seconde later spat de golf met bruut geweld uiteen op de kust. Daar waar wij zaten is een natte bende…maar zo mooi! “Dit eiland is ons Sint Nicolaascadeau,”concludeer ik nietig.
“s Avonds gaan we ons geld verbrassen door te brassen in de brasserie Ãncora van Braz. Braz is een van de jongens die Henny heeft opgeleid. Het eten is heerlijk. En om hem een beetje te sponsoren eten we wel 3x bij hem . Hij heeft namelijk ook patat en frikadellen!! Ja, jullie lezen het goed: frikadellen. Hier op de Kaap Verden zijn gewoon frikadellen te koop!
De volgende dag maken we een wandeling door een vallei naar het hoogste punt van het eiland. Een minibusje brengt ons eerst langs de mooie west- en noordkust naar een dorpje Ribeira da Prata. We beginnen voor het mooi te laat. De zon staat al aardig hoog aan de hemel en brand behoorlijk. Mijn petje is niet afdoende om te voorkomen dat mijn gezicht al binnen de kortste keren door de hitte rood aanloopt. Edson,onze gids, gaat met een up-tempo de berg op. Hij heeft haast want als we ook vandaag nog de Monte Gordo willen beklimmen, moeten we bijna rennend omhoog. Maar ik sta regelmatig stil om de geuren goed te ruiken, de uitzichten goed te zien, de hitte te voelen en de voeten te kalmeren. En ik ben daarin niet de enige… Zo duurt de tocht langer dan Edson in zijn hoofd heeft. Het eeuwenoude paadje gaat steil omhoog en is verre van zoals ons verteld een makkelijke tocht. We worden gepasseerd door ezeltjes, kinderen, vrouwen, mannen met allerhande spullen, een juf. Een juf? Mijn hart gaat sneller kloppen.Even verderop staat een schooltje met 1 klaslokaal. Haar klas is uit maar er is nog een groep binnen met 4 kinderen. In de klas hangt een 100veld, staat een abacus van flessendoppen, hangt een zelf gemaakte kaart van de Kaap Verden en staan bakjes van plasticflessen met eigen gemaakte letters. “Letterdozen,”verzucht ik. Ik denk aan de letterdozen die ik in groep 3 gebruikt heb. En hoe nu Ipads ingezet worden.
Op het bord schrijf ik met een krijtje waar ik vandaan kom. Edson schrijft het in het Portugees eronder. Op de telefoon laat ik op mapsme zien waar Nederland ligt. Ik zoom in op de Kaap Verden, wijs naar hun getekende kaart aan de muur, zoom verder in en kom bij hun eiland. “Waar staat onze school?”vragen ze nieuwsgierig. En ook die plaats kan ik ze laten zien. Ik glunder net zo hard als zij. Een juffenhart blijft altijd voor het vak kloppen. “Jullie moeten sneller doorlopen,” zegt Edson in het Nederlands. Hij heeft de taal geleerd van Henny. Bij een splitsing besluiten we unaniem om vandaag de weg meteen naar beneden te nemen. Over 2 dagen beklimmen we de Monte Gordo wel.’..
We staan dus nu aan het begin van die wandeling. Ook hier stijgen we snel.Gelukkig in onze eigen tempo. Vogels fluiten de mooiste deuntjes. Geuren van eucalyptusbomen fladderen evenals vele vlinders voorbij. Het bos is uniek en eigenaardig. Drakenbomen en ander exotische exemplaren versieren ons pad naar boven. Het laatste stuk is de vulkaan zelf. We hebben geluk. Vandaag is er geen wolk aan de hemel. We kunnen zo ver kijken als de horizon ons toelaat. De noordenwind blaast flink om de oren. Met de wind mee vlieg ik bijna omhoog. Met de wind tegen is het buffelen als we al slingerend over los vulkaanzand de vulkaan oplopen. Op de top voelen we ons de toppers. Het uitzicht is magnifiek. Het overmant me. Vrijwel het gehele eiland is hier zichtbaar. “I’m on top of de world met uitzicht op eilanden van noordelijke archipelago. Zoveel aan natuurschoon.
São Nicolau is zeker weten ons Sint Nicolaascadeau…”
Terug naar de haven moeten we wachten op lokaal vervoer. We do what de Cabo people do: Hangen op een muurtje langs de kant van de weg en we wachten af. Er stopt een pick-up en kunnen mee als we willen. “Zullen we dat doen?”We nemen plaats tussen 2 boerinnen die op het land gewerkt hebben. Hun oogst ligt ook in de wagen. Ik mag voorin bij de chauffeur. Tot mijn grote verbazing spreekt hij Engels. Hij heeft in Nederland in Rotterdam als zeeman gewerkt. Hij is niet de enige die we hebben ontmoet die in het Nederlands tegen ons praat. Achterin zit een herder die op zoek is naar zijn kudde geiten. Als hij ze ziet, gilt hij zijn longen uit zijn lijf. Wonderbaarlijk maar die geiten staan vervolgens stil. Bij de eerste de beste stopplaats springt de herder uit de pick-up, betaalt de chauffeur en rent als een winnende sprinter naar zijn kudde toe. De chauffeur vervolgt vervolgens zijn eigen weg op de weg.
Terug in Tarafal biedt een visser bij de haven zijn vis aan. Een my-o-my grote dorade hangt aan zijn vinger. We twijfelen en bedenken dan dat met 3 boten de vis delen te doen is. Ik loop achter de inmiddels doorgelopen visser aan. Ik zie dat hij de vis probeert te slijten aan willekeurige straatzitters. Ik tik hem om zijn schouder en gebaar dat ik de vis wel wil hebben. De man wil de vis direct aan mij overhandigen. Maar geen haar op mijn hoofd die er aan denkt om met een vis aan mijn vinger terug te lopen naar de bijboot. Blij dat hij die middag met geld thuiskomt, loopt hij achter mij aan. Hij laat de vis nogmaals zien aan de anderen. Jonge jongens roepen en wijzen: “Dorade, dorade.” Als extraatje maakt de visser de vis ook nog schoon voor ons. Die avond eten we heerlijk gestoofde vis à la John uit de oven.
We love São Nicolau!!
“We don’t met people by accident.
They are meant to cross our path with a reason.”
Wat een prachtig eiland. Mooi die Afrikaanse winkeltjes en volgeladen busjes. Lekker ontspannen, alhoewel de top bereiken ….
Wij beleven het opnieuw door het te lezen. TOP!
Wat heerlijk, heerlijk!
Zo mooi dat je opgaat in de cultuur en gebruiken van de locatie waar je bent en nog een beetje toerist… een echte reiziger. Ook heel gaaf om jullie groep te zien als je al zoveel gehoord en gelezen hebt. Zo fijn dat jullie omgeven zijn met zoveel gave mensen. Xxxx
Wat zijn jullie heerlijk ver verwijderd van de gejaagde westerse wereld. Het is elke keer genieten om jullie reisverhalen te lezen.
Prachtig om te zien, hoe goed eenvoud is.
Wij zijn in de binnenlanden van Tunesië ook in een schooltje geweest met materialen, waar we hier om zouden mopperen. Laat staan wat ze allemaal niet hadden.
Je zou alle verhalen moeten bundelen en uitgeven…
Goede dagen voor allebei en vooral een nog beter 2017
Jullie reis is gaat voorspoedig. Ik was vandaag van plan om te kijken waar jullie nu zitten
Lees ik weer een leuk stukje in de zilt.
De voor bereidingen voor de oceaan oversteek ga ik zeker volgen.
Gezellige kerst en een goed 2017
Ada,
Vandaag Zilt Magazin 129 januari 2017 ontvangen. Daar in weer een mooi verhaal “Sprong naar een nieuw continent”.
Fijne feestdagen voor jullie allebei en een heel goed begin.
Ada en John,
We genieten van jullie verhalen en foto’s.
Wensen jullie fijne kerstdagen en behouden vaart.
Wim & Yvonne