RHAPSODY

vriendelijke reuzen

vriendelijke reuzen

Ik glij het water in, volg de gids op de voet. Geen moment. Geen minuut. Zelfs geen seconde wil ik van het schouwspel missen. Springen en spetteren met onze zwemvliezen is uit den boze. Uitdrukkelijk werd ons dat opgedragen voordat we het water in gingen. Zulke geluiden trekken ongenode gasten aan. Roofvissen van de oceaan ofwel haaien die elke splash als voedsel interpreteren. Zij zijn de laatsten die ik hier om me heen wil hebben. Dus maak ik vaart door krampachtig mijn zwemvliezen onder water te houden. Om mij heen is een grote blauwe ruimte. Zonnestralen schieten ver door het water en vormen een sprankelende ster als ik de diepte inkijk. Regelmatig heb ik me starend in het water vanaf de boot , afgevraagd welke levende wezens in de oceaan rond zwemmen. Nu is het zover. Ik zwem in de open oceaan niet ver bij Moorea vandaan en kan het met mijn eigen ogen zien. 

Toen ik nog in het motorbootje zat, zag ik ze. Eerst twee paar spuiten. Meters hoog in de verte. Veel verder weg springende dolfijnen. Ze zijn in de buurt. Uit het niets verschijnen vlak voor ons grote lijven, grote ruggen en grote vinnen. Het staalblauwe oceaanwater kleurt turquoise als het dier zich omrolt en zijn witte onderkant boven komt. Overweldigend. Monsterlijk, zo groot. Nu moet ik hard zwemmen richting deze dieren in de hoop dat ze er nog zijn. Ik kijk om me heen op zoek naar John. Ook hij zwemt vooraan. Plots zie ik twee walvissen achterelkaar. Langzaam schuiven ze voorbij. Ze worden groter en scherper. Ik zie hun vinnen. Hun lijntjes, hun pokken, hun ogen, hun strepen. En even plotseling als ze gekomen zijn, verdwijnen ze in de diepte. Een staart is het laatste wat ik zie. Ik kan wel gillen maar met een snorkel in mijn mond komt er enkel een bedompt geluidje uit. Ik doorzoek de blauwe omgeving. Geen enkel kleurverschil. Blauw is blauw. Ik kijk naar beneden in de hoop dat ze daarvandaan weer terugkeren. Mijn oog ontwart iets onder mij. Andere waterwezens. Mijn hartslag versnelt. Opgelucht herken ik ze als dolfijnen. Ik kan niet zeggen of ze zwemmen. Het lijkt meer op zweven. Als ik weer opkijk, zie ik rechts van mij nog een dolfijn. Ik heb geen enkel idee hoe ver ze van mij verwijderd zijn. In deze ruimte zijn afstanden niet te schatten. Waar afmetingen in hoogte, diepte, lengte of breedte niet af te lezen is. Er zijn simpelweg geen referentiekaders. Als ik voor me kijk, kan ik mijn ogen niet geloven. Eerst kan ik niet goed plaatsen wat ik zie. Twee bultrugwalvissen hangen ondersteboven in het water. Een dolfijn zwemt speels bij de kop van een van de walvissen. Nu pas zie ik hoe groot deze werkelijk is. De lengte van de dolfijn lijkt de breedte van de walvis. Dit speelt er dus af in de oceaan. In die onmetelijke oceaan. Wij zeilen er dwars doorheen, gebruiken maar 2 meter diepte en 11 bij 3,5m qua oppervlakte. Veel minder dan deze vriendelijke reuzen. Af en toe krijgen we als we onderweg zijn bezoek van dolfijnen of soms walvissen in de verte. Nu zo dicht bij deze dieren te zijn, is magisch. Even plotseling als ze beeld gekomen zijn, verdwijnen ze. Een blauw waterscherm achterlatend en een blauwdruk op mijn netvlies. Een kleine beweging en ze zijn meters verder en uit het zicht. Onze motorboot komt dichterbij en pikt ons op. We proberen het nogmaals. We zwemmen goed om ons heen kijkend een heel eind maar de zee blijft leeg.

Boven water zijn de walvissen aan het spelen. Talloze keren komen ze ver boven het water uit en laten zich achterover vallen. Ik hoop dat we dichterbij gaan kijken. Tot mijn teleurstelling gaan we terug naar het eiland dat veel verder verwijderd is dan ik dacht. John en ik willen niet terug. We willen nogmaals. Liefst de hele dag proberen en kijken of we ze nog eens mogen zien. Reikhalzend kijk ik achterom. Vrijwel niemand heeft meer oog voor de prachtige dieren terwijl ik zo lang mogelijk een glimp wil opvangen. Maar ik hoef mijn ogen maar dicht te doen of ik zie ze weer haarscherp voor me. We scheuren door ’t water terug naar Rhapsody. Sorry meid. Dit avontuur was zonder jou.

In de maanden augustus, september en oktober zijn de walvissen in deze contreien te vinden. Meegenomen door de stromingen van de oceaan en het ritme van de seizoenen volgend. Ze zijn hier niet zonder reden. Ze komen om te paren en te baren. Het zingen van de mannetjes om vrouwtjes aan te trekken, is van grote afstanden te horen. Is het kleintje eenmaal geboren wijkt moeder niet meer van zijn zijde. Soms bijgestaan door een tante. In december ondernemen ze in groepen, al dan niet bezwangerd, de reis weer terug naar Antartica waar de wateren weer warmer worden.Moorea is een van de weinige plekken waar je kunt zwemmen met walvissen. Onze gids Heirafa neemt al jaren mensen mee. Hij herkent enkele walvissen aan hun geluid of vinnen. “Je kunt net zo met ze spelen als je huiskat. Alleen ben jij dan de kat,” zegt hij.

Ik spuug in mijn masker, wrijf het uit en spoel het af in het zoute water naast het bootje. Mijn zicht moet helder zijn en een een beslagen duikbril is het allerlaatste wat ik wil. Ik pak mijn zwemvliezen en glij achter John in het prachtige blauwe oceaanwater.We gaan nog een keer! Langzaam zwemmen we naar voren. Boven water zie ik groepjes vinnen. Onder water is nog niets te zien. Langzaam worden de donkere vlekken, contouren. Contouren van prachtige creaties. De contouren worden ingevuld met spikkels, ogen en een vrolijke zelfvoldane grijns. Dolfijnen. Ze zijn in ruste en zwemmen relaxed voorbij. Geen enkele beweging kan ik onderscheiden en toch verdwijnen ze uit oog. Hebben ze ons opgemerkt en oogluikend toegelaten in hun wereld? Twee keer gaan we het water in om ze te zien. Hoe mooi ze ook zijn en hoe groot mijn wens was om ze te zien, ik durf het bijna niet te zeggen maar ik kom voor iets anders.

We turen de zeeoppervlakte af op zoek naar water dat hoog opgespoten wordt. Ergens in de verte zien we er een. En dan 3 ruggen achter elkaar. Twee grote en een kleine. Moeder, kleintje en een tiener. Voorzichtig zachtjes flipperen we als een gek achter de gids aan die al gauw een eindje ver is. Hij maant ons te stoppen. Voor mijn ogen, een paar meter bij mij vandaan zijn witte ovalen dingen te zien. Het is alsof ik blauwe mist zwem. Beetje bij beetje trekt de mist op. De losse objecten worden een geheel. Een lijf en de witte dingen krijgen betekenis. Het zijn vinnen en een staart. Het is als het scherpstellen van een camera. Als ik verder inzoom, hoe helderder en scherper het beeld wordt. Hoe dichterbij ik kom,hoe meer er tevoorschijn komt. Voor het grote walvissenlijf zwemt een klein lijfje. Sierlijk en speels zwemt het naast zijn moeder. Meters groot maar o zo schattig klein. Ook de derde komt tevoorschijn. Drie reusachtige wezens die zelfs in deze grote oceaan klein lijken. Ze zijn hier voor mij in het zelfde water. Zonder een afscheiding van glas. Ik zou ze kunnen aanraken. Voor hen ben ik maar een klein nieuwsgierig levend wezen uit een andere wereld. Ik knijp in mijn arm en ja ik ben hier echt. En zij zijn hier ook. Dit is zo mooi. Moeder heeft haar kleintje onder hoede, onder haar vleugels, onder haar vin. Tweemaal kunnen we haar benaderen. Zelfs een derde keer zien we hun ruggen. En hoewel we ons best doen en meters zwemmend overbruggen, we komen niet bij hen in de buurt. Eenmaal weer aan boord van het motorbootje zien we 3 lijven ver boven het water uit springen. Achterelkaar alsof ze ons roepen, kom hier heen. Wij zijn hier! Waar blijven jullie nou?

Zouden we ’t doen? Zouden we het durven? Van boord gaan bij rustig weer tijdens het varen als ze in de buurt zijn. Mezelf in het water laten glijden in de hoop een glimp op te vangen? Wanneer we de kans krijgen om dat te doen, zijn we beiden te overrompeld. In de pas naar de baai van Opunohu zwemmen er twee.

Vlak naast de boot terwijl we naar binnenvaren. Zo dichtbij. Moeder en kind. Spelend. Knuffelend bijna. De motor staat in zijn vrij en al dobberend aanschouwen we het tafereel net zo lang tot ze uit beeld zijn.

 

The happiness of the whale and dolphin is to exist.

For man it is to know that and to wonder at it.

-Jacques Cousteau-

7 gedachtes aan “vriendelijke reuzen

  1. Joke en Henk

    Wat een prachtige belevenis en mooie beelden
    Zo te lezen genieten jullie nog volop

  2. Gerrie van Urk

    Wat een fantastische ervaring moet dat zijn geweest. Heel mooi! En zo prachtig beschreven.

  3. Jacqueline

    WHOW, dat jullie die fascinerende beesten nu in het echt en vlakbij hebben gezien.
    Lijkt mij geweldig.

  4. Nora de Jong

    Wat heb je dit avontuur mooi beschreven Ada. We genieten iedere keer van je verhalen en “beleven” zo heel wat avonturen.

  5. Lientje

    Wat een prachtige wereld! En het meest mooie dat het er gewoon IS, neem de tijd en de mist klaart op…. wat een prachtige beelden en kippenvel…

    Jemig wat hoop ik dat wij dit volgend jaar mogen aanschouwen…. ik ga mijn flippers vast klaar leggen! xxx

  6. Hans en Sabine

    Geweldig mooi en spannend beschreven … jullie eerste walvis-onderwater-ontmoeting … hopelijk volgen er nog van die momenten!!

  7. Leon van der Meer

    Je weet iemad wel mee te nemen in je beleving Ada, er zijn geen woorden voor waarin jullie ondergedompeld worden. mooi om dit mee te mogen lezen.
    Nou ik ben weer bij, we zitten inmiddels al bijna eind november….hier zijn we al volop bezig met surprises en inkopen voor Sinterklaas in plaats van in die geweldige oceaan zwemmen…ik zou wel een poosje willen ruilen.