RHAPSODY

Geluksmomentjes

Ik pak 6 baquettes uit een krat. Het voelt warm en knapperig aan. Het verspreid een geur van vers gebakken brood. Twee andere kratten zijn al leeg. Ik ben vroeg. Ruim voor zes uur in de morgen en ben zeker niet de eerste. Onderweg kwam ik andere vroege vogels, vrolijk gedag zeggend, tegen met baguettes in hun armen, in gebruikte meelzakken, in speciaal voor dit doel gemaakte broodzakken en in het mandje achter op de driewielerfiets. Op de weg terug naar de boot word ik kwijlend aangestaard door viervoeters die hopen een graantje mee te kunnen pikken. Ik snap dat wel. De geur is bijna onweerstaanbaar. Ook ik moet me beheersen om niet alvast een hap van het brood te nemen. Ten oosten van me is de zon net boven de horizon uitgekomen en kleurt de hemel oranjeroze. Dit is zo’n moment. Zo’n klein momentje van geluk. Hao en vooral de ontmoetingen met de bewoners is een opeenstapeling van geluksmomentjes. Vaak maar kortdurend vanwege de taalbarrière maar in het hart voor altijd. Zelfs als ik ze niet op schrijf, zal ik ze onthouden.

Een oudere dame wenkt mij en andere zeilers. Ze lacht breeduit en graait in haar zwartgelakte handtasje als we dichterbij komen. Ze legt haar vinger op haar mond. “Ssst,” gebaart ze. Ze pakt mijn hand, doet er wat in en sluit mijn vingers. Als ik mijn hand open, zie ik parels. In verschillende vormen en kleuren. Afgedankt en niet goed genoeg voor de verkoop. “Ssst,” doet ze nogmaals en loopt terug naar haar huis. Verbaast en verrast laat ze ons achter. Later loop ik met een verse pompelmoes van Gambier naar het huis dat direct aan de haven staat. Ik wil haar bedanken. Met open armen word ik binnengelaten door een kleindochter. Het huis is groot. Vermoedelijk een verlaten woning van het Franse leger. In de hal hangt een alfabet. Ik vraag of ze zelf lesgeven. Ja, een zus is juf op de basisschool en moeder van een dochter. Als ik vertel dat ik ook een juf ben, word ik door de beide dames hartelijk omarmd. Een wand hangt vol met foto’s. Familiefoto’s. Zelfs oude trouwfoto’s van overgrootouders. In korte tijd krijg ik hun hele familiegeschiedenis te horen.

Het regent regelmatig en dan ook goed hard. Gelukkig meestal voor zo’n 10 minuten om er weer mee op te houden. Als we een plek zoeken om te schuilen, worden we binnengeroepen door een man. In de schuur nemen we plaats aan een grote tafel. Op de grond liggen stukjes palmblad. Restjes van versiering die de dochter van de man net gemaakt heeft voordat zij naar school ging. “Voor het feest van de school,” legt hij uit. Ik vertel dat wij daar naar toe gaan. We proberen het gesprek gaande te houden maar dat is lastig omdat we elkaars taal niet spreken. De schuur is een grote werkplaats. De man heeft een speciale machine om kokosnotenhelften te raspen. “De restanten gaan naar de varkens,”zegt hij terwijl hij wijst. Verrast door zijn opmerking draai ik mijn hoofd om en sta op. Drie grote varkens staan al die tijd al achter een houten schot op de kale modderige grond. Hun snuiten gestoken in een kokosnoot. Als ze ons zien, kijken ze verlangend omhoog. Ondertussen is het droog geworden. We nemen afscheid. Elke keer als we nu langs lopen, zwaaien we uitgebreid als we hem zien zitten.

Nog verdoofd van de slaap stap ik uit bed. Geheel op de automatische piloot trek ik mijn kleren aan. Het is onze beurt om brood te halen. John zit al klaar in de dinghy. Amper half 6 in de morgen. We moeten ons haasten want op 6uur is al het brood uitverkocht. Als we naar de kant geroeid zijn, komt er een fikse regenbui over. We schuilen onder het eerste afdak dat we kunnen vinden en zodra het droog is, gaan we verder. Rond dit tijdstip is het altijd druk in de straten van Hao. Iedereen haalt brood. Voordat we het straatje van de gendarmerie inslaan worden we steevast begroet door een ouder heer. “Bonjour madamme.” “Bonjour monsieur.” Hij is altijd bezig om zijn straatje schoon te houden. Als we bij de winkel komen, zijn er nog maar twee baquettes over. Alles is uitverkocht. Gelukkig hoeven we er maar 3 te halen en stellen we alleen onszelf teleur. Zijn we nou door de regenbui te laat? Later zal zeker zo zijn maar er staat nu maar 1 krat ipv normaal gesproken 3. Na ons komen nog vele andere bewoners die met lege handen naar huis te gaan. Als we bijna bij de dinghy terug zijn, worden we geroepen. Een vrachtwagentje stopt en de chauffeur wenkt ons. Hij rent achter ons aan en draagt twee zakken met broodjes. Hij verontschuldigt zich dat er maar weinig brood was deze morgen. Hij geeft de zakjes aan mij. Ik kijk hem vragend aan. “Een zak is voor jullie en een zak is voor die boot met het kleintje.” Niet snappend hoe het zit en met een big smile peddelen we naar de boot. Ook de Oostenrijkse boot wordt blij verrast met een zak broodjes en kan ons niet wijzer maken.

Donkere klanken en snelle ritmes komen vanaf de kade onze richting uit. Avond aan avond wordt er geoefend. Een grote groep dansers verzamelen zich op het erf voor het grote huis. Jong en oud. Slagwerkers werken zich een slag in de rondte. De dansers voeren met passie en plezier hun passen uit. Elke dag beter, sneller, gracieuzer en imponerender. We zitten regelmatig aan de kant om het te aanschouwen. De dansers zijn fantastisch evenals de drummers. De ritmes zijn ongelooflijk snel. Uitgevoerd op smalle hoge houten bewerkte klankstaven en een aantal grotere zware drums. De choreograaf is tevens drummer en streng. Als uiteindelijk de dans perfect uitgevoerd wordt, komen ook de welverdiende complimenten uit zijn mond. Ik kan niet wachten om hen te zien in de traditionele dansoutfits.

Als we naar het dorp lopen, zie ik twee mannen bezig met kokosnoten. Op een verhoging liggen halve stukken kokos uit de kokosnoot. De coprah. Dit wordt na het drogen in de zon verwerkt tot olie en vet in Tahiti. Rika, een van de mannen laat met veel plezier zien hoe ze te werk gaan. Op de grond ligt een grote hoeveelheid halve kokosvruchten. Ik wil zien hoe ze een complete kokosvrucht halveren. De man pakt een bijl met een lange steel uit het huisje. Patrick heet hij en is de ‘champion de famille’. Hij legt een kokosnoot tussen zijn voeten, tilt de bijl ver boven zijn hoofd. Met een lange haal klieft hij in een slag de kokosnoot doormidden. Of ik het ook wil proberen. Nah, nee. Dit laat ik aan de expert over.

Ik wil wel proberen om de witte kokos uit de noot halen. Toevallig hebben we vanmorgen zelf ook een kokosnoot gekraakt. De Jamaicaanse techniek, het rondom bekloppen met een hamer werkte deze keer niet. Als John de noot openbreekt, blijft helaas het wit vast zitten. We peuteren en wroeten het uiteindelijk los. Achteraf een hoop geklungel nu we weten dat er speciale hulpmiddelen voor zijn. Patrick gebaart me op een kratje te gaan zitten bedekt met een jute zak. Ik krijg een halvekokosnoot in mijn handen die ik tussen mijn benen moet leggen. Daarna volgt het mes. Hij doet het eerst voor. Een afgerond mes, een soort lepel met een bocht doet het werk. Hij steekt het net na het wit en lepelt de kokos uit de noot. Nu mag ik. De eerste wipt er gemakkelijk uit. De tweede vraagt om meer techniek. Eerst een stukje insnijden, het gekromde mes er onderschuiven en met de ronding mee snijden tot ook deze loslaat. Als het hard gewaaid heeft, liggen de noten voor het oprapen. De bewoners van Hao halen ze op met hun driewielers met achterop een bakje. Wij vinden ook een bruine noot. We schudden. Deze klinkt goed. Vlakbij de boot worden we gewenkt door een oudere dame. Het is de dame van de parels. Ze vertelt een heleboel en wijst naar de stapel noten. Ik leg de onze daar bij neer omdat ik vermoed dat ze dat bedoelde. Tot mijn verbazing pakt ze twee andere kokosnoten en geeft die aan mij terug. “Voor verse kokosmelk,”roept ze me na.

Na onze eerste ontmoeting met Rika worden we steevast begroet als we langs zijn huis lopen en maakt hij een praatje. Zo roept hij ons om verse kokoscake te proeven. Of hij neemt ons zakje met lege blikjes aan. We bewaren deze om in de speciaal daarvoor neergezette opvangbakken te gooien. Nu verdwijnen ze met een zwaai in zijn gewone vuilnisbak. Hij stelt voor,als we van het dorp terug komen, ons mee te nemen naar het rif om ‘oma’ te vangen. Ik vermoed dat het kreeften zijn maar zeker weten doe ik het niet. Met zijn handen geeft hij aan dat het water laag moet staan. Helaas als wij terugkomen, is Rika niet aanwezig. Ik weet nu dus niet wat hij precies bedoelde. Een dag later drogen ze de kokos met behulp van een vuur waarschijnlijk bij gebrek aan zon. Rika ziet ons kijken, loopt op ons af en vraagt of we enkele tomaten bij hem willen kopen. Tomaten zijn schaars, duur en meestal niet te verkrijgen. Hoewel ons tas vol zit met groente, laten we deze kans niet lopen en nemen zijn aardige aanbod graag aan. Wel moeten we het zakje terugbrengen. Als ik die terugbreng, geef ik hem zaden van pompoen cadeau. Wie weet verkoopt hij volgend jaar wel Ecuadoraanse pompoenen op Hao.

Het gemeentehuis aan het dorpsplein stelt na sluitingstijd het internet beschikbaar tussen 16.00u tot 18.00u. Als we daar op een bankje zitten, komt een man naar ons toe. Hij stelt zich voor als de burgemeester van Hao. Hij heet ons hartelijk welkom in zijn dorp. Hij komt net van Bora Bora terug. In gebroken Frans maken we duidelijk dat we met de zeilboot in de haven liggen. Hij vertelt ons over de Heiva en dat we zeker moeten komen als we er nog zijn.

Het dorpsplein verandert overigens elke dag. In het begin net na onze aankomst was er al veel bedrijvigheid met het bouwen van tijdelijke hutjes van hout en golfplaat. Nu in de laatste week voordat de Heiva begint, is men druk in de weer om geweven palmbladeren op te hangen om de schamele gebouwtjes mee te versieren. De restaurantjes en cafés worden mooier en mooier. Onderweg naar het plein zien we dat er in verschillende huizen hard gewerkt wordt aan de versieringen. Als ik iemand op het plein aan het werk zie, vraag ik of ik het ook mag proberen. Moeilijk is het niet als je tot 3 kunt tellen. Het weven gaat prima behalve het vast zetten. Dat is een techniek die ik gewoon vaker moet toepassen.

Mijn palmweefwerk pronkt nu aan de gevel van het postkantoor. Het is verbazend hoeveel werk er in de laatste twee dagen is verzet. Meters lappen stof in allerlei kleuren en designs hangen aan de muren en plafonds. Bijna klaar voor het grote feest van het jaar.

Het is slecht een kleine greep uit de vele ontmoetingen. En dan te bedenken dat we hier alleen maar naar toe gingen om een gasfles te halen.

‘Geniet nooit met mate’

-Loesje-

3 gedachtes aan “Geluksmomentjes

  1. Elin

    Lachsalvo aan het einde! Briljant. Gaaf dat de wereldse producten hun bestemming krijgen in een ander werelddeel. Echt heerlijk. Ik heb weer met veel plezier gelezen. En inderdaad ‘genieten doe je in overvloed’. Proost en liefs ! Xxx

  2. Gerrie van Urk

    Het is zo leuk om jullie verhalen te lezen. Ik ruik bijna de geur van vers stokbrood hier bij ons de haven. Hoop dat jullie nog veel mooie reizen zullen maken en leuke mensen zullen ontmoeten. Veel plezier nog.

  3. Leon

    Hoi Ada en John
    Een tijdje niets gevolgd…deels door een lange vakantie en deels…niet aan gedacht. Wat een leven vol ervaringen en geluksmomenten. Jullie moeten dit maar heel lang blijven doen om zo aan de westerse race partij te ontkomen. Als ik dan het verkeer meemaak vanuit Rotterdam naar Zoetermeer… de een nog met meer haast en agressie dan de ander, ondanks dat ik met een snelheid van 80km rijd…die regelmatig in de wit rode borden met zwarte cijfers staat aangegeven. Dan ook nog een boze blik als ik uiteindelijk bij hetzelfde verkeerslicht sta te wachten. Nee dan moet je dit leven wat jullie meemaken voorlopig niet opgeven maar er met volle teugen van genieten