RHAPSODY

Life is good…

Rrrgghhggh. Rgg. Zo klinkt het de gehele nacht al. Ik lig wakker. Ik laat de afgelopen tijd de revue passeren. Een jaar zijn we nu onder weg. Een jaar wonen we op de boot. Een jaar waarin het zeilen geen vakantie maar ons leven is geworden. Rgghhhgg. Het lijkt wel of het erger klinkt dan eerder op de avond. Het is een uur of 3 ‘s nachts. Rgghhgg. De ankerketting schuurt over de stenige grond en andere onbestemde zaken bij Petit Martinique. Een eilandje boven Carriacou. Rgghhhgghrr. John staat op. Doet de plotter aan. “Het lijkt of we verschoven zijn.” Na zo’n opmerking sta ik direct naast mijn bed en kijk uit het raampje. “Ja. Zeker weten. We zijn naar achter gegaan.” Zelfs met mijn slaaphoofd zie ik dat we van plaats veranderd zijn. “Motor maar starten en opnieuw ankeren?” Ik stem direct in. Erop hopen dat het anker ergens weer zal grijpen is te nonchalant. De baai ligt vol met moorings en vissersboten. Langzaam haalt John het anker op. Overal waar ik kijken kan, flitsen minuscuul kleine gekleurde lampjes om ons heen. Elke vissersboot  heeft zijn eigen lichtritme in het donker. Ik manoeuvreer er tussendoor, let op de bijna onzichtbare lege moorings en hou daarbij ook ons bijbootje in de gaten die door de stroming opzij komt te liggen. De aanwijzingen van John worden meegenomen met wind en duisternis. Daardoor maak ik noodgedwongen een nieuw rondje door de baai. Als we eenmaal liggen, doen wij met de vissers mee. Ook bij ons knippert een vrolijk wit lichtje. Na een theetje liggen we weer in bed. Ik kan de slaap een, twee, drie niet vatten. Een jaar later en zoveel mijlen verder. De kaart van de Carieb zie ik haarscherp voor me. Dit is het gebied waar we nu zeilen. De Grenadines om precies te zijn. Een top-1 gebied om te zeilen volgens de folders. De eilandjes liggen dicht bij elkaar. Het lijkt een beetje op zeilen in het waddengebied. De zandplaten van daar zijn hier koraalriffen. Jarengeleden voelde ik me euforisch bij het bereiken van Texel zelf zeilend naast de veerboot. En nu zijn we hier. Klaar om hier de mooiste plekjes ontdekken. Hoewel de Waddenzee prachtige kleuren kan vertonen is de zee hier oppermeester in het toveren van kleuren blauw. Uiteindelijk ben ik dan toch in slaap gevallen dromend over witte stranden, palmen en azuurblauwe zee. De volgende dag blijkt die droom werkelijkheid als we bij het naastgelegen eilandje Petit Sint Vincent rond dobberen in een bad turkoois blauw water. Het is een privé-eiland. Een buitengewoon luxe privéresort. En wij krijgen het cadeau. Droomplaatsen die alleen per boot te bereiken zijn. Rhapsody, onze eigen small luxery hotel of the world. Life is good.

Het blauwe badwater bij Petit St Vicent

Het is dat ik de zon voel branden, het zilte zout van opspattend water op mijn lippen proef, de wind hoor suizen in mij oren anders ik geloof ik mijn eigen ogen niet. Met de dinghy gaan we naar het mini-mini-eilandje Mopion. Het is een rond zandeilandje met 1 parasol omgeven door koraalrif en mintgroene zee. Het water is zo helder en het zand zo wit dat de diepte niet te schatten is. John springt overboord en loopt bruingekleurd de dinghy achter zich aan slepend naar het eiland. Eigenlijk is het niets, is er niets en toch voelt alsof we op de top-of-the-world-zijn. En welbeschouwd is elk puntje op de wereld de top.  ’t Is maar hoe je het bekijkt. En John heeft hier tweemaal de marathon van Mopion gelopen! Je wilt niet weten hoeveel trainingsuren daar aan vooraf gegaan zijn.

Top-of the world bij Mopion

 

We zijn een heel weekend illegaal in twee landen, Grenada en in St Vincent, geweest. Tijd om in te klaren. We zeilen op de genua daarvoor in een uurtje naar Union Island. Hier krijgen we voor het eerst echt te maken met boatboys. In Petit Martinique trachten ze hun geluk een handje te helpen door te vragen of je verse vis wil hebben vandaag. En varen verder. Hier klampt er 1 bijna aan onze boot vast. Hij wil maar wat graag dat wij aan een mooring gaan liggen. Ik probeer mijn weg te vinden om de rotonde van koraal te ronden, de vele boten en de roepende man negerend. Uiteindelijk lukt het en druipt de man af. Niet dat we dan van bootjes en hun boys af zijn. Het is een spel. Tot nu toe een vrolijk spel en aanhouder wint, denkt men. Zo ook een visser. De gehele dag komt hij vragen. Steeds met een nog bredere witte grijns op zijn gezicht. Ook ik blijf op mijn charmantst naar ‘m lachen. Als hij voor de zoveelste keer langs vaart, weet hij bij voorbaat al de afloop van onze conversatie en toch zet hij door. “Wanna buy a fish?” hoor ik hem roepen. “No thank you very much,” lach ik hem toe.” “You can’t be stubbern all day,” grijnst hij.”Oh, yes I can!” De man schudt zijn hoofd. “I‘ll love you. Love you all!! Have a nice day!” “Yeah, you too,”roep ik hem na. Later komen we hem lopend in het plaatsje Clifton tegen. Ook hier waagt hij een gokje, ziet ons en laat nu de hoop op een verkoop grinnikend varen.

Het inklaren vraagt telkens om andere precisie. De vorige keer waren het voorletters die niet op het formulier geplaatst moesten worden. Nu gaat het om puntjes. “Who is the owner? “He is.” En ik wijs naar John. “What’s his name?” “Gijzenij.” “Where can I find it on the boatregistration?” “Here.” Ik wijs nu naar het papier. “It’s not de same.” “Yes, it is.” “No, het isn’t.”Blijkt dat ik èn de voorletters niet geschreven heb en de puntjes op de ij vergeten ben. Ik sta in de modus; niet muggenziften, het is toch hetzelfde. Tot ik me bedenk dat hij de gezaghebbende is en ik braaf moet volgen. Na het plaatsen van de puntjes is het in orde. De dame van immigratie vergeet even later ook diezelfde puntjes. “Moet ik daar nou wat van zeggen?”gaat het even door mijn hoofd. Ik hou wijselijk mijn mond. We krijgen de felbegeerde stempels, waar het om draait, in onze paspoorten. De hoofdstraat van Clifton heeft als voorbeeld gediend voor een winkelstraatje van een pretpark. Kleine supermarktjes, kledingzaakjes, restaurantjes in allerlei zonnig geschilderde kleurtjes. Met loslopende geitjes in het straatbeeld en waar de fruitstalletjes geen twee klanten tegelijkertijd aan kan. We nuttigen de lunch in een restaurantje waar voornamelijk locals eten. Een praatje is zo gemaakt over het weer, het uitzicht en het lekkere eten. Enjoy!-Life-is-good-mood. De dag erna start anders: grijze lucht en tropische regenbui. Heerlijk verkoelend voor ons en ontziltend voor de boot. We blijven een dagje liggen. Windstoten van af en toe 27 knopen, dikke vette druppels en het anker houdt. En de Tobago Cays zijn er morgen ook nog.

A good life is when you smile often, dream big,

laugh a lot  and realize how blessed you are for what you have.

-achievetheimpossible-

 

3 gedachtes aan “Life is good…

  1. Letta

    Wat een prachtig verhaal weer. Jaloersmakende Bounty-eiland plaatjes en een 1000-voudig mooier Zwitserlevengevoel. De glimlach en het groots dromen en je zegeningen tellen kan gelukkig overal. Zoals een broer die 55 is geworden en zijn tante 75. In volle gezondheid.

  2. Ina verhorst

    Gaaf …..zo’n playmobiel eiland wil ik ook! Zand en een parasol met water in prachtige tinten.
    Heerlijk.

  3. Eline

    Life is very very good!! Krijg ook bijna zin in bouty haha!!!

    Het is hier vandaag ook tropisch warm, dus hangmatten en zwembaden vliegen me om de oren. Ik waan me een beetje bij jullie

    Lieve liefs