RHAPSODY

contrastrijk Cartagena

Lang blijft Colombia verborgen achter een dikke laag vochtige lucht. Het eerste wat op mijn netvlies verschijnt zijn wolkenkrabbers. “Wolkenkrabbers?” John en ik kijken elkaar aan. Op de landtong Boca Grande staan talloze wolkenkrabbers.  Heel even denken we New York binnen te varen. Om de vergissing compleet te maken staat er midden in de vaargeul een standbeeld op een grote sokkel. “Het Vrijheidsbeeld?” Nee, het is een madonna met het kindeke Jezus op haar arm. Ik weet niet precies wat ik verwachtte; bergen, groen, een oude stad. Maar  zeker geen torenhoge flats. Op de ankerplek bij Club Nautico liggen heel wat boten. Links en rechts om ons heen varen snelle watertaxi’s en superluxe speedboten met discobeat voorbij. Aan de overkant ligt de vloot van de marine; Onderzeeërs en allerhande andere type boten. Achter ons is een grote containerhaven. “Zijn we hiervoor overgestoken?”schiet er in mijn gedachte. Al die moeite. “Drie dagen. Hooguit drie dagen blijven we hier.  John, wat vind jij?”vraag ik hem. Ook John is niet meteen gecharmeerd van deze plek. “Een dag om uit te rusten. Een dag om in en uit te klaren en 1 dag om de stad te bekijken en dan meteen weer door.” Maar dan wordt het donker en gaan de lichtjes om ons heen aan. De voorbij razende boten worden minder. Mijn ogen openen zich om te zien wat er is. Zonder oordeel. Mijn vermoeidheid en de drukkende warmte, bezoedelde mijn blik. Een nieuw land is het waard om met een open en ‘leeg’ hoofd tegemoet te treden. De rust daalt neer. De wolkenkrabbers geven onze nieuwe omgeving, onze nieuwe woonplaats, glans. En in de verte zie ik verlichte oude torens; De magische oude stad Cartagena. En heel verrassend horen we hier weer Grietje B uit Suriname fluiten. “Mmm, het heeft toch wel wat en morgen is een nieuwe dag.”

Het inklaren is bijzonder gemakkelijk en tegelijkertijd ook bizar. In het havenkantoortje vragen we naar een persoon die ons kan inklaren. De vriendelijke dame belt een maritiem agent. Die agent blijkt een Spaans sprekend nichtje te zijn van de agent. Ze vraagt een belachelijk hoog bedrag. Uiteindelijk heb ik de agent David zelf aan de telefoon. Een agent is een tussenpersoon en regelt alle inklaringszaken want zelf eigenhandig contact zoeken met officiële ambtenaren is ondenkbaar in Colombia. Ik leg ons plan uit. We willen Cartagena verkennen en daarna via de eilandjes voor de kust van Colombia naar Panama zeilen. David legt het zijne uit. Het is de bedoeling dat we onze paspoorten, wat dollars en ons nummer die we bij binnenkomst van de port control hebben gekregen, 0316, aan Nicole geven. Na anderhalf uur is ze terug met een prachtige Colombiaanse stempel.  We zien geen douane en niemand van immigratie. Over vijf dagen moeten we weer contact opnemen om ons uit te klaren. Dat is het. Kat in het bakkie. Dus we hebben vijf dagen de tijd om bij te komen, schoon te maken, te bevoorraden met vers waar, de zoute was te doen en natuurlijk Cartagena ontdekken. En dat is echt geen straf. Wel in een heel rustig tempo want het is hier ongelooflijk benauwd en warm. We lopen het hek uit om geld te pinnen en de superdeluxe winkel te verkennen. Na Suriname, en okee ook even in Nederland, staan we weer op een continent. Het vaste land van Zuid Amerika. Het lijkt bijna gewoon te worden; aankomen in een nieuw land. Dat is het natuurlijk niet. Ik moet mezelf in mijn arm knijpen om het te beseffen. We lopen wel met onze reislustige voeten in Colombia. Even bewust de eerste stappen zetten op dit stukje aarde. Het is opvallend netjes, georganiseerd, modern en eigentijds. Colombia is anders.

De oude stad. Hoe ga ik dit beschrijven. Zodra we de poort doorlopen, zijn we terug in de tijd. De tijd waar de Spanjaarden hier, heer en meester waren. Een tijd waarin de piraten, Engelsen, Fransen en Nederlanders maar wat graag de stad wilden veroveren. Goud. Daar ging het men om. Ter verdediging hebben de Spanjaarden op strategische plaatsen forten en een dikke stadsmuur gebouwd van zo’n 13km lang. 200jaar heeft men daar over gedaan. En met succes. Tot de onafhankelijkheidsverklaring van de stad is het altijd in Spaanse handen gebleven. Achter die muur is in de loop der tijd vrijwel niets veranderd. Smalle straten met balkonnetjes. Weelderige bloeiend klimop tegen de muur. Elk gebouw een eigen vrolijke kleur; rood, blauw, oranje en geel. Veelal een grote houten voordeur met een fraai versierde deurklopper. Daarachter ligt een binnenplaats, een patio, waar het huis om heen gebouwd is. Talloze pleintjes waar grote kerken hun verkoelende schaduw op werpen. Wat een rijkdom. De oude stad verleidt ons om door elke straat te struinen die het rijk is. Elke keer is er iets anders te zien. De stad is levendig, vrolijk en sfeervol. Vol met kunst. En vol met verkopers. We kopen een citroenlimonade bij eentje. Hij heeft een grote glazen bak gevuld met limonade en ijsklontjes. In mijn glas doet hij een grote schep nadat hij met een handig handknijppers 6 kleine limoentjes in uitgeperst heeft. Het is heerlijk. Een niet te versmaden ijskoud verfrissend drankje. We hebben trouwens keus aan verkopers genoeg. Zij zijn toch wel de smaakmakers van de stad. Laten we eerlijk zijn als deze mensen er niet zijn, is er niet zo veel om te kijken. Meestal is een kleine afwijzing, ‘no necesito nada’, genoeg om ze door te laten lopen. In een paar uur tijd zouden we als we overal op in zouden gaan een tas, een hoed, fruit, kettingen, kop zoete koffie, schilderijen, sigaren, snoepgoed, suikerspin, ijsjes, speelgoed, een ritje in een koets en niet te vergeten een lot van de loterij rijker kunnen zijn.

 “Tomatos?” vraag ik aan een jongen met een kar vol fruit en groente. “No, no tomatos.” De man ernaast heeft ook een fruitkar maar heeft alleen avocados en kleine limoentjes. “Tomatos à la Tienda,” en wijst naar het blauwe houten gebouwtje. Het is schots en scheef in elkaar getimmerd. Hij houdt een van zijn avocado’s omhoog. “Comer ahora?”vraag ik. Ja, deze is goed rijp en direct te eten. Ik koop ook wat van de limoentjes. De man heeft duidelijk pret. Hij ziet het gerecht wat we klaar willen maken al voor zich: een salade met avocado, tomaten, limoensap, uitjes. “Con cilantro,”gaat smakelijk verder. Ook dat kan ik vinden in het kleine supermarktje achter hem. Lachend ga ik naar binnen, koop wat ik nodig heb en zeg de avocadoman gedag. We zijn in misschien wel leukste wijk van de stad. Getsemani. Het is nog voor de poort van de oude stad.We zijn er vaak op verschillende tijdstippen van de dag te vinden. De huizen hebben minder grandeur dan in de oude stad. Vrolijke en in uitbundige kleuren muurschilderingen sieren het straatbeeld. Een plezier om naar te kijken. De ene na de andere hostal is hier te vinden en de daarbij behorende backpackers. Plaza Trinidad is het centrum van de wijk. The place to be. Daar gebeurt het. Een grote kerk domineert het plein.’s Avonds verzamelt men zich op de bankjes. Voor een praatje, voor het eten bij de streetfoodkarretjes, voor het genieten van de koele avond. Mannen met piepschuimen koelkoffertjes verkopen water en bier om ook je dorst te lessen. Kinderen lopen tot laat buiten. Leuke hippe restaurantjes liggen rondom dit plein. Bij Le Demente eten wij de heerlijkste tapasgerechtjes. De creoolse gerechten met gefrituurde kip en rijst met bonen zijn we allang weer vergeten. De Colombiaanse keuken is geweldig lekker. Op zondagavond is het, extra druk. Als de kerk haar deuren heeft gesloten, worden grote geluidsboxen het plein opgedragen. Net naast de kerkdeuren boven aan de traptreden worden ze neergezet. Het plein vult zich met rijen mensen. De muziek gaat aan. Heerlijke Colombiaanse meeslepende ritmes rollen het plein over. Vier enthousiastelingen staan klaar om deze gemeente uit te lokken om mee te doen. Zumbales! Een groot bruisend feest.

We ontdekken ook een heel andere kant van Cartagena. Gewend geraakt aan alle markten onderweg, willen we de markt van Cartagena niet overslaan. Het is een aardige wandeling door de wijk Manga die vol staat met luxe Spaanse oude villa’s. Maar hoe verder we van Onze Club Nautica verwijderd raken zien we de wijk veranderen. We komen bij een brug. De mensen kijken ons anders aan, verbaasd, lijkt wel. We slaan na de brug rechtsaf naar Bazurto, de markt. We lopen langs het water. De oever is bezaaid met afval. Voor de brug wordt al het vuil in speciale plastic zakken op straat aangeleverd en ook opgehaald. Hier wordt allerlei soorten plastic wel aangeleverd maar nooit meer opgehaald. Het drukke verkeer raast voorbij. Schoon, netjes, georganiseerd en modern is hier ver te zoeken.Het water verspreidt een geur wat het best te omschrijven valt als echt smerig rioolwater. En in dat zelfde water is een visser aan het vissen. De huizen zijn niet af en zijn rommelig. We zijn wel wat gewend aan rommelige en in onze ogen armoedige huizen. Maar hier is het duidelijk een ander soort wijk. Hopen afval liggen tegen muren aan. De mensen zijn anders gekleed. En dan naderen we de markt. De buitenkant is de vismarkt. Grote hoeveelheden vis worden hier aangeboden en schoongemaakt. Witte reigers zitten op de kramen in de hoop iets mee te kunnen pikken. Over straat druipt water, bloed en andere sappen. De geur is misselijkmakend.  De aanblik van de dode vissen zonder koeling komt mijn eetlust niet ten goede. Veel te veel vis ligt hier nog op dit tijdstip. Het hoort aan het begin van de middag uitverkocht te zijn. Wat doen ze met de vis die overblijft? Morgen verkopen? Aan de geur te ruiken zou ik dat bijna denken. Emmers vuil water wordt naar het water gedragen en leeggegooid. Luie smoezelige pelikanen vliegen daar op af. Terwijl een paar km verderop hun soortgenoten het beter voor elkaar hebben met verse vis in het grote open water bij de zeilboten. Tussen de kraampjes door zie ik smalle doorloopjes naar binnen. Vermoedelijk is daar de groente en fruitmarkt maar dit keer laten we het voor gezien.  We halen het wel bij een fruitkarretje. Zoveel mogelijk vuil en smerigheid omzeilend lopen we op onze teenslippers terug. Halverwege halen we frisse adem en een fris lijf in de grote luxe shoppingmall met airco. Groter kan het contrast niet zijn. Met een limoentjeshandknijppers rijker, komen we weer naar buiten. En toch; ik had het niet willen missen.

Die drie dagen zijn er veel meer geworden. Zelfs langer dan onze 5 legale dagen. Cartagena is, zeker de oude stad, een prima plek om te vertoeven. Om je onder te dompelen in de Colombiaanse cultuur. Te genieten van wat er allemaal te zien is. Om verrassend te ontdekken dat er kleine aapjes in de bomen van het park van tak naar tak springen. Dat nummerborden van taxi’s, bussen en vrachtauto’s op de zijkanten en zelfs op hun dak staan. Dat als je tussen de straatverkopers zit er niks aan je verkocht wordt. Dat vele appartementen in de wolkenkrabbers leegstaan. Om te ontdekken dat een broodje kaas met geraspte kokos niet te eten is. Dat de souvenirs in Colombia weer origineel zijn. Ik ben helemaal weg van de tassen. Het kleurenassortiment ervan is zo groot dat ik uiteindelijk niet kan kiezen. Geen keuze is uiteindelijk ook een keuze.  Uiteindelijk verlaten we met moeite deze prachtige plaats.

 

Travel the world. Understand different cultures. Be inspired by the beauty everywhere. Make friends all over. Be a citizen of the world.

-superhero academy-

3 gedachtes aan “contrastrijk Cartagena

  1. Eline

    Wat een prachtig avontuur. Ik vind het zi bijzonder dat je je in elk land, elke stad en door elk mens/situatie weer mag laten verwonderen.

    Zelfs geen tas voor je liefste jongste zus????